Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdJoachim Bosman Laatst gewijzigd meer dan 6 jaar geleden
1
Hoofdstuk 9 LES 3 Huiswerk was: Werkbladen tot en met pagina 6
M&O hoofdstuk 9, opgave 4-5-6
2
Opgave 4 A. Totale telefoonkosten per minuut = € 195,50 / 850 minuten = € 0,23 B. Totale nota: abonnement (Vast) + gesprekskosten (Variabel). Ze willen hier het gespreksdeel weten! Gesprekskosten per minuut = (€ 195,50 - € 42,50) / 850 minuten = € 0,18 C. 850 minuten x 0,80 = minuten Variabele telefoonkosten = 680 minuten x 0,18 = € 122,40 Constante telefoonkosten = € 42,50 + Totale telefoonkosten = € 164,90 D. De totale telefoonkosten per minuut zijn nu hoger, omdat de constante kosten (abonnementsgeld) nu over minder belminuten wordt verdeeld. €164,90 / 680 = € 0,24)
3
Opgave 5 A. Totale variabele kosten = tot. kosten – const. Kosten
€ € = € Variabele kosten per stuk = € / 4000 stuks = € 37,- B. Totale variabele kosten = € 37 x stuks = € Totale constante kosten = € Totale kosten = €
4
Opgave 6 A. 1 op 15 betekent: met 1 liter benzine kun je 15 km rijden.
Variabele kosten per km = € 1,05 / 15 km = € 0,07 per km B. Totale variabele kosten = € 0,07 x km = € Totale constante kosten = € 150 x 12 maanden = € Totale kosten per jaar = € 2.640 C. Totale autokosten per km = € / km = € 0,22 per km D. ( km – km) x € 0,07 = € 210
5
Opgave 6 E. Totale variabele kosten = € 0,07 x km = € Totale constante kosten = € 150 x 12 maanden = € Totale autokosten bij km = € 2.850 Kosten per km = € / km = € 0,19 per km Buurjongen zal per week meerijden = 3 dagen x 46 km= 138 km p/w De kosten die Marianne de buurjongen in rekening moet brengen bedragen: € 0,19 x 138 km x 0,5 = € 13,11 per week
6
Van totaal naar gemiddeld
Als je 5 cijfers hebt staan en je wilt het gemiddelde uitrekenen, heb je geleerd deze 5 cijfers op te tellen en het totaal te delen door 5. Bij economie is het totaal vaak al bekend en wilt men het gemiddelde weten. Dan delen we het totaal door de productie, ofwel door Q TK: Totale kosten TCK: Totale constante kosten TVK: Totale variabele kosten GTK: gemiddelde totale kosten GCK: gemiddelde constante kosten GVK: gemiddelde variabele kosten
7
OEFENOPGAVE 4 + 5 Maak nu oefenopgave 4 met behulp van de powerpoint
8
Oefenopgave 4 Je totale constante zijn overal hetzelfde.
Je totale variabele kosten = Variabele kosten p/product * aantal producten Je totale kosten is de optelsom van constant en variabel
9
Oefenopgave 4 Je constante kosten per product: TCK / Q
Je variabele kosten per product = TVK / Q Je totale kosten per product: TK / Q
10
Oefenopgave 5A
11
Oefenopgave 5B De variabele kosten per product zijn € 4.
Bij stuks -> € variabele kosten Totale kosten waren: € Constante kosten: € – = € Bij stuks -> € variabele kosten Totale kosten waren: € Constante kosten: € – = €
12
HUISWERK Werkbladen tot en met pagina 8
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.