De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

ZILL en muzische vorming

Verwante presentaties


Presentatie over: "ZILL en muzische vorming"— Transcript van de presentatie:

1 ZILL en muzische vorming
JEROEN VANESSER

2 Vanaf 1 september 2018 zal het leerplanconcept ZILL de huidige leerplannen voor het basisonderwijs in de vrije scholen vervangen. Een leerplanconcept dat toelaat om optimaal in te spelen op de schooleigen context en op de unieke talenten van elke leerling In Zin in leren! Zin in leven! worden de leerinhouden geordend in ontwikkelvelden met onderliggende ontwikkelthema’s. Die thematiseren de harmonische ontwikkeling van kinderen. 

3 . 4 persoonsgebonden 6 cultuurgebonden ontwikkeldoelen

4 In de katholieke basisschool werken we vanuit de grondervaring dat mens en wereld tegelijk gave en opgave zijn. De kinderen die ons worden toevertrouwd treden in relatie met medemensen, met de samenleving en de wereld. We willen dat ze die wereld onbevangen tegemoet treden, dat ze ervan genieten en er op een verantwoorde wijze mee zorg voor dragen. levensbeschouwelijke bakens ‘uniciteit’ en ‘verbondenheid’ dragen het leerplanconcept. Ons streven naar verbondenheid drukken we uit in de voorstelling van de lerenden in het hart van ons ordeningskader. We beelden er twee kinderen af, hand in hand met elkaar. Dat kan een medeleerling zijn, een leraar, een opvoeder of iemand anders die betekenisvol is voor hun ontwikkeling. Een kind ontwikkelt namelijk niet in zijn eentje, maar samen met en door contacten met anderen: kinderen en volwassenen. Maar het gaat om meer dan de verbondenheid met de andere. Kinderen staan met hun beide voeten in de wereld, vandaag en morgen. Betekenisvol leren, is leren over en in die wereld. Daarom is de verbondenheid met de wereld rondom, met natuur, met cultuur en met de Andere (schaduwfiguur bij de twee kinderen) essentieel voor het leren. Vandaar de voorstelling van ons ordeningskader met een kern en een buitenschil die op elkaar inspelen. Het gaat hier respectievelijk om de persoonsgebonden en de cultuurgebonden ontwikkeling. MISSIE werken aan de ontplooiïng van ieder kind, vanuit een brede zorg voor een harmonische ontwikkeling

5 MAATWERK Bij de persoonsgebonden ontwikkeling gaat over de ontwikkeling van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes vanuit de fysieke, psychische, sociale en spirituele basisbehoeften. Bij de cultuurgebonden ontwikkeling zetten we in op de ontwikkeling van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes die kinderen nodig hebben om cultureel zelfbewustzijn te ontwikkelen en om te participeren aan de veranderlijke wereld van vandaag en morgen. “Om die persoonsgebonden en cultuurgebonden ontwikkeling te stimuleren zal je de juiste voorwaarden dienen te creëren. Denk onder andere maar aan de realisatie van een ontwikkelingsgerichte schoolwerking, aan een behoefte ondersteunend klas-en schoolklimaat en aan de uitwerking van gevarieerde pedagogische en didactische arrangementen op maat van de specifieke schoolcontext en de specifieke ontwikkelbehoeften van de kinderen.”

6 GEÏNTEGREERD WERKEN Naast de verticale samenhang is ook de horizontale samenhang van belang. Daarom is het belangrijk om de ontwikkelvelden en –thema’s niet te zien als gescheiden werelden. We nodigen jou expliciet uit om ze voortdurend met elkaar te verbinden. Daarbij vragen we met aandrang om de verbinding tussen de persoonsgebonden en de cultuurgebonden ontwikkelvelden te verzekeren. Die verbindingen schrijven wij als leerplanontwikkelaars niet voor. In tegendeel: wij dagen jou en je team uit om, aansluitend bij de context van de school en bij de ontwikkelnoden van jouw leerlingengroep en individuele leerlingen, onderwijsarrangementen op maat uit te werken. Die kunnen zowel inzetten op expliciet als impliciet leren.

7 “Naast de verticale samenhang is ook de horizontale samenhang van belang. Daarom is het belangrijk om de ontwikkelvelden en –thema’s niet te zien als gescheiden werelden. We nodigen jou expliciet uit om ze voortdurend met elkaar te verbinden. Daarbij vragen we met aandrang om de verbinding tussen de persoonsgebonden en de cultuurgebonden ontwikkelvelden te verzekeren. Die verbindingen schrijven wij als leerplanontwikkelaars niet voor. In tegendeel: wij dagen jou en je team uit om, aansluitend bij de context van de school en bij de ontwikkelnoden van jouw leerlingengroep en individuele leerlingen, onderwijsarrangementen op maat uit te werken. Die kunnen zowel inzetten op expliciet als impliciet leren.”

8 Doelstellingen en inhoud
10 ONTWIKKELVELDEN 4 PERSOONSGEBONDEN 6 CULTUURGEBONDEN ONTWIKKELTHEMA GENERIEKE DOELEN LEERINHOUDEN LEERLIJNEN In de kern vind je vier persoonsgebonden ontwikkelvelden. In de buitencirkel zes cultuurgebonden ontwikkelvelden. Elk ontwikkelveld heeft een aantal ontwikkelthema’s. Het aantal verschilt per ontwikkelveld. Onder de namen van de ontwikkelvelden en ontwikkelthema’s lees je een ‘ik-zin’. Die zin geeft de inhoudelijke richting aan van de leerinhouden die in het ontwikkelveld of ontwikkelthema zijn ondergebracht. Dit is: de voorspelde leeruitkomst. Onder elk ontwikkelthema vind je generieke doelen. Generiek houdt in dat de doelen gelden doorheen de volledige basisschool (zowel bij kleuters als bij lagere schoolkinderen). Daarom zijn ze breed ingevuld. Tegelijk zijn ze helder en concreet geformuleerd. Bij deze generieke doelen vind je de concordanties met ontwikkelingsdoelen en eindtermen. Bij een beperkt aantal generieke doelen zijn ook specifieke leerinhouden opgenomen. Die verfijnen het generieke doel en zorgen voor een zekere afbakening en precisering. Daar waar zinvol en aangewezen zijn onder de generieke doelen of de leerinhouden leerlijnen opgenomen. Deze leerlijnen bestaan uit ontwikkelstappen of inhoudelijke bouwstenen die verbonden zijn met referentieperiodes op basis van de leeftijd van de leerlingen. De referentieperiodes verwijzen naar de periode waarin we deze ontwikkeling bij onze leerlingen kunnen verwachten. Het gaat om een indicatie. In die zin roepen we je op om wijs met deze referentieperiodes om te gaan. Een aantal kinderen zal namelijk sneller, trager of grilliger evolueren.

9 Het ordeningskader

10 Doelstellingen en inhoud
Bij de persoonsgebonden ontwikkeling zet men in op de ontwikkeling van de kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes vanuit de fysieke, psychische en sociale basisbehoeften van kinderen om te komen tot Zin in leren! Zin in leven!

11 Vier ontwikkelvelden Identiteit waardengevoeligheid en veerkracht
Relationeel gevoelens inlevingsvermogen

12

13

14 Gezonde en veilige levensstijl
Binnen dit ontwikkelthema stimuleren we kinderen om op een verantwoorde manier te kiezen voor wat gezond en veilig is. Dat houdt in dat ze zorg dragen voor de eigen mentale, sociale en fysieke gezondheid en veiligheid en die van anderen. Daarvoor dienen ze uitgerust te worden met kennis, vaardigheden en inzichten die helpen om de invloed van gedrags- en omgevingsfactoren op de gezondheid en veiligheid goed in te schatten. Eens ze dat goed kunnen, zijn ze ook in staat om, binnen veilige grenzen, risico’s te nemen.

15 Zintuiglijke ontwikkeling
De zintuiglijke ontwikkeling gaat over de toenemende mogelijkheden van het gebruik van de zintuigen. Het gaat over zien, horen, voelen, proeven en ruiken. We zetten in op de ontwikkeling van de zintuigen omdat ze voor kinderen de toegangspoort vormen langs dewelke ze de wereld ‘ontvangen’ en ‘beleven’. Daarbij hebben we niet enkel aandacht voor de ontwikkeling van het zintuiglijke waarnemen op zich, maar ook op het waarnemingsproces en op strategieën die de waarneming versterken en/of verdiepen. Lichaams- en bewegingsperceptie Kinderen moeten veel kansen krijgen om zich bewust te worden van hun lichaam zodat ze er gecontroleerd en gecoördineerd mee kunnen bewegen. De proprioceptieve waarneming speelt hierbij een belangrijke rol. Hoe kinderen zich in beweging aanvoelen en organiseren hangt onder andere af van de mate waarin ze hun evenwicht kunnen bewaren en ze hun lichaamsassen, hun lichaams(ver)houdingen en hun lateraliteit aanvoelen en hanteren. Omgaan met bewegingsruimte- en tijd In dit ontwikkelthema leren we kinderen omgaan met ruimte- en tijdselementen. Kunnen ze vlot kunnen omgaan met plaats, richting, afstand en bewegingsbanen van personen of voorwerpen dan zijn ze ook in staat om zichzelf beter te oriënteren in de ruimte. Daarnaast leren ze hun bewegingen afstemmen op een begin- en een eindpunt, op de snelheid waarbij bewegingen mekaar opvolgen en op metrum en ritme. Groot-motorisch bewegen Wanneer grote delen van het lichaam tegelijkertijd of opeenvolgend bewegen, dan hebben we het over het groot-motorisch bewegen. Hier gaat het vooral om vormen van zich verplaatsen en balanceren. Ook klimmen en klauteren, hangen en zwaaien behoren tot dit thema. Deze bewegingsvormen kunnen apart of in combinatie met elkaar worden aangeboden of toegepast in bewegingsspelen. Daarbij kunnen kinderen eenvoudige spelideeën toepassen en leren om slim te spelen. Klein-motorisch bewegen De ontwikkeling van fijne, gerichte bewegingen staat centraal in dit ontwikkelthema. Dit beperkt zich niet tot de ‘handmotoriek’. Er gaat ook aandacht naar de beheersing van spraak- en gezichtsmotoriek, het behendig worden in manipulatieve handelingen, allerlei functionele grepen leren gebruiken en vloeiende schrijfbewegingen uitvoeren. Bij heel wat bewegingen zijn zowel groot- als klein-motorische controle nodig. Ook de ontwikkeling van lateralisatie (bv.steunhand en actiehand) en energiedosering komen de ontwikkeling van het klein-motorisch bewegen ten goede.

16 Doelstellingen en inhoud
Onder cultuurgebonden ontwikkeling verstaat men de ontwikkeling van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes die kinderen nodig hebben om cultureel zelfbewustzijn te ontwikkelen en te kunnen participeren aan de veranderlijke wereld van vandaag en morgen.

17 Zes ontwikkelvelden

18 Zes ontwikkelvelden

19 Oriëntatie op bewegingscultuur
We willen dat kinderen deelnemen aan de bewegingscultuur en dat ze er hun weg in vinden. Het gaat daarbij niet enkel om zich probleemloos in te passen in die bewegingscultuur, maar ook om met voldoende kritische zin deze wereld tegemoet te treden. Daartoe laten we kinderen kennismaken met de verschillende domeinen binnen de bewegingscultuur. Tegelijk om voor zichzelf te bepalen waarom en op welke manier ze willen deelnemen.

20 Binnen het ontwikkelveld van de muzische ontwikkeling zetten we in op een brede en gevarieerde initiatie in vier muzische domeinen: ‘beeld’, ‘muziek’, ‘dans’ en ‘drama’. Die bieden we bij voorkeur op een geïntegreerde manier aan. De beschotten tussen deze muzische domeinen zijn immers dun. Dat bewijzen de vele nieuwe multimediale expressie- en kunstvormen die zich over de muzische domeinen heen ontwikkelen.

21 Kijken door ZILL-bril naar Muzische
MAATWERK MUZISCHE VORMING IS BELANGRIJK SCHOOLEIGEN CONTEXT TALENTEN BENUTTEN GEÏNTEGREERD WERKEN

22 SCHOOLEIGEN Het intern weefsel kennen/niet enkel netwerken
Welke kansen zijn er in school bij collega’s leerlingen ouders Welke kansen zijn er in de omgeving van de school

23 MAATWERK Didactisch meesterschap Surfen

24 TALENTEN Identiteit en diversiteit. Blij zijn met verschillen
Verkennen Herkennen Erkennen

25 GEÏNTEGREERD WERKEN Binnenmuren slopen Buitenmuren slopen
Alles heeft verband met alles..

26

27


Download ppt "ZILL en muzische vorming"

Verwante presentaties


Ads door Google