Filippenzen – 2 1:2-6 God, Heer Gebed.

Presentatie over: "Filippenzen – 2 1:2-6 God, Heer Gebed."— Transcript van de presentatie:

1 Filippenzen – 2 1:2-6 God, Heer Gebed

2 Genade voor jullie en vrede van God onze Vader en van de Heer Jezus Christus 1:2
God: God is één en één God = AL, de Onderschikker Hoor Israël, IEUE onze Alueim, IEUE één Deuteronomium 6:4

3 Genade voor jullie en vrede van God onze Vader en van de Heer Jezus Christus 1:2
God: van God – The-os = Plaats-er plaatsen (Grieks: tithemi) = de plaats geven God is altijd actief , vanaf het begin, in plaatsen/onderschikken

4 Genade voor jullie en vrede van God onze Vader en van de Heer Jezus Christus 1:2
God: Maker/Schepper van alles (alles uit Hem – Romeinen 11:36) Hij maakt de wereld en alles wat daarin is – Handelingen 17:24

5 Genade voor jullie en vrede van God onze Vader en van de Heer Jezus Christus 1:2
God: Hij plaatst en onderschikt alles goed - Genesis 1:31; Jesaja 45:18

6 Genade voor jullie en vrede van God onze Vader en van de Heer Jezus Christus 1:2
God: Deze is de Heer inherent van hemel en aarde, woont niet in handgemaakte tempels, noch wordt Hij door mensenhanden bediend alsof Hij iets nodig had; Hij geeft allen leven en adem en alles Handelingen 17:24b,25

7 God: IEUE = Ik-zal-zijn-was : de Naam (26)
Genade voor jullie en vrede van God onze Vader en van de Heer Jezus Christus :2 God: IEUE = Ik-zal-zijn-was : de Naam (26) Wie heeft dit bewerkt en gedaan? Hij die de generaties riep vanaf het begin! Ik, IEUE, de Eerste, en tot de laatste tijden Ik ben Hij Jesaja 41:4,14; 43:9-14; 44:4-7