De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Kardingerplas Steven Verbeek Noorderzijlvest / STOWA.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Kardingerplas Steven Verbeek Noorderzijlvest / STOWA."— Transcript van de presentatie:

1 Kardingerplas Steven Verbeek Noorderzijlvest / STOWA

2 Ik zou een verhaal vertellen over een watersysteemanalyse en ecologische sleutelfactoren, maar ik wil graag beginnen vanuit de doelgroep. Dat is bijvoorbeeld deze snoek. Als je ergens wilt wonen, dan wil je je comfortabel voelen in je omgeving. Mensen kunnen hun omgeving sterk beïnvloeden, maar planten en dieren veel minder. Voor een goede leefomgeving, moet er oa voldoende licht zijn, voedsel, schuilmogelijkheden, etcetera. Deze worden bepaald door allerlei factoren in en om het water. Pak een belangrijke milieufactor, bijvoorbeeld O2-gehalte. Deze wordt door heel veel verschillende factoren/stressoren beïnvloed. Teken er maar eens een schema van. Er zijn relaties direct in het water, maar ook met de oever, aanvoerwater, lozingen etcetera. Kortom veel zaken die allemaal die ene milieufactor kunnen beinvloeden. En dat is nog maar 1 milieufactor. Best complex dus.

3 Als je dan vervolgens gaat kijken waar die snoek moet gaan wonen, krijg je bijvoorbeeld zoiets.
Direct naast NZV kantoor in het noordwesten van Groningen ligt een zwemplas. 1,5-2 m diep, verharde oevers behalve zandstrand, gevoed aan noordkant via helofytenfilter. Plas er naast, geisoleerd. Slechts standaard fys-chem monotoring, maar wel visueel, want vaak lunchwandeling. Hier komt al jaren regelmatig een flinke blauwalgbloei plaats, waar we geen antwoord op hadden. Op de enige zwemlokatie tussen twee woonwijken met mondige bewoners (Beijumerkrant), is dat niet handig.

4 Daarnaast speelde herinrichting met mogelijk een andere aanvoerroute voor de plas.
Maar wat gebeurt er als je ander water gaat gebruiken in een systeem dat je niet kent? Waarom spoelt NZV de blauwalg niet uit met water uit het helofytenfilter? Is er een effect van het maaibeheer door de gemeente Groningen? Is regenwater vanaf het sportcentrum geen goede bron voor de plas? Waarom baggeren jullie niet? We hadden dus best een aantal vragen. Ook complex dus.

5 Complexe relaties (de vis), complex gebied (de plas): oh jee, hoe gaan we daar helderheid in scheppen? Gelukkig is daar de STOWA met de aanpak van watersysteemanalyses middels de ESF-en. In 2013 STOWA met de vraag voor case studies tbv verdere ontwikkeling PCLAKE/PCDITCH, een tool uit de ESF-systematiek. Daar zijn we op ingehaakt en hebben samen met de gemeente Groningen een WSA laten doen. Hierbij zijn we voornamelijk uitgegaan van bestaande gegevens en hebben een klein beetje extra gegevens verzameld. Voornamelijk waterbodem in de plas zelf en de waterpartij ernaast. Vooral de ‘ecologische sleutelfactoren voor herstel van onderwatervegetatie’ beschrijft een praktische werkwijze om aan de slag te gaan.

6 Overzicht ESF-m Rechtsonder de belangrijkste voorwaarden voor voorkomen van ondergedoken waterplanten. ESF 1,2,3. Deze zijn uitgewerkt voor de Kardingerplas en zal ik nader toelichten. Daarnaast is er iets over verwijdering/vegetatiebeheer gezegd.

7 De basis voor dit stoplicht is een vergelijking van de externe P-belasting met de kritische P- belasting. De kritische P-belasting is per watersysteem bepaald op basis van (het metamodel) PCLake. Hierin gaan getallen over verblijftijd, waterdiepte, bodemtype, strijklengte etcetera. De externe P-belasting is bepaald aan de hand van een waterbalans en aan bronnen toegekende P-concentraties.

8 Wat heb je daar aan? Het is goed om te weten waar je huidige belasting zit tov de kritisch grenzen, omdat dat aanleiding geeft tot specifieke maatregelen De drie typen maatregelen hebben een essentieel ander werkingsprincipe: bronmaatregelen (I) verminderen de nutriëntenbelasting. Het zijn maatregelen die de belasting naar kritische grenzen brengen; systeemmaatregelen (II) vergroten de draagkracht. Het zijn maatregelen die de kritische grenzen naar de belasting brengen; interne maatregelen (III) grijpen in in het voedselweb. Het zijn maatregelen die een omslag van troebel naar helder bewerkstelligen.

9 Gegevens voor waterbalans en huidige belasting
Deels zijn het vrij beschikbare reeksen, deels eigen meetgegevens en deels kengetallen. Ook al zijn ze niet altijd even hard, je krijgt er wel inzicht mee en je kunt spelen met de getallen om te zien waar je systeem gevoelig voor is!

10 Met PClake zijn dus de kritische grenzen bepaald en met de water-en stoffenbalans de actuele belasting. Hieruit bleek de actuele belasting gunstig. Maar toch problemen, hoe komt dat dan?

11 Als je wat verder gaat inzoomen op de waterbalans, krijg je snel inzicht in de belangrijke posten
Je ziet in deze grafiek een opvallende sprong in We spraken ander inlaatbeheer af. Dit gaat, logischerwijs ten koste van de uitlaat. Voorheen werd er standaard water ingelaten via helofytenfilter, wat door de plas stroomde en weer uitgelaten werd. Dit effect zie je doorwerken in de P-belasting naar de plas. Die is vanaf 2012 een stuk lager. Net hebben we gezien dat ie al niet hoog was, maar toch problemen, waarom?

12 Hier zie je dat het helofytenfilter ten eerste altijd Orthofosfaat levert aan de plas, maar zelfs nalevert aan het water dat door het filter stroomt. Voor biologie bruikbare N wordt er wel uitgefilterd. Hierdoor dus water met relatief veel P en weinig N: voor N-fixerende blauwalgen zeer gunstig.

13 Dit stoplicht (of voorwaarde voor groei ondergedoken waterplanten) richt zich op de lichtval op de bodem. Voldoende licht wordt hier weergegeven door de stippellijn. onder andere humuszuren, kleideeltjes, verontreinigingen, aanwezigheid vis, scheepvaart Er is in het begin van het jaar voldoende doorzicht, dus zal het lichtklimaat naar verwachting geen beperking opleveren voor de ontkieming en groei van waterplanten. Later in het jaar verslechteren de condities als gevolg van algengroei. Maar zijn de algen wellicht een gevolg van maaibeheer?! Om vast te stellen of de lichtval voldoende is, wordt uitgegaan van de vuistregel dat voor kieming en groei van ondergedoken waterplanten 4 % van het invallende licht moet doordringen tot op de bodem. Hiervan is sprake bij een doorzicht/diepte verhouding van 0,6 [onder andere [lit. 3]. Deze vuistregel is afgeleid van de formule van Lambert-Beer: Iz/ I0 = e (- k*z), waarbij het percentage licht op de bodem wordt bepaald op basis van de straling aan de oppervlakte (I0) en de straling op diepte z (Iz).

14 Voor dit stoplicht zijn de verhoudingen tussen fosfor, zwavel en ijzer in de bodem gebruikt. Dit is de benadering vanuit ‘van helder naar troebel’ en uit Baggernut. In ESF123 document wordt een andere benadering gebruikt. Ik heb ze niet vergeleken. We hebben de waterbodem laten onderzoeken en dat viel niet tegen. Conclusie De nalevering vanuit de bodem is laag en is geen bron van nutriënten. In andere plas wel.

15 Nog iets over verwijdering
Nog iets over verwijdering. Is erg kwalitatief en komt niet direct uit rapport. De plas groeit jaarlijks sterk vol met ondergedoken planten, voornamelijk Schedefontein- kruid, Haarfonteinkruid en in mindere mate kranswieren. Echte opnames hebben we niet. Ik heb diverse jaren met collega’s de conclusie getrokken dat er vrij kort na een maaibeurt van de plas een blauwalgbloei optrad. Gezien het voorgaande vind ik dat niet onlogisch. Je hebt een helder systeem met waterplanten, een lage NP verhouding en dan trek je opeens alle planten er uit. De snelste concurrenten gaat dan met de beschikbare voedingsstoffen aan de haal en dat zijn blauwalgen. Maar, ik kan dat niet hard maken. Hoor graag wat jullie daar van denken.

16 Samenvattend Alternatieve aanvoerroute:
Hier een diagnosetabel uit het rapport. Uit het waterbodemonderzoek bleek dat de naastgelegen waterpartij wel de waterbodem nalevert. Tot onze verbazing bleek er in het meer zelf niet zoveel mis, maar bleek er aanvoer van P uit het helofytenfilter te zijn. Terwijl de gangbare opvatting was dat bij blauwalg het pompje van het filter extra vaak aangezet werd! Eigenlijk niet zo heel veel mis. Belangrijkste punt lijkt in peilbeheer en maaibeheer te zitten. Daar hebben we nu duidelijke afspraken over gemaakt.

17 Wat levert zo’n aanpak dus op?
Inzicht in systeem Onderbouwing selectie maatregelen Onderbouwing doelen Goede communicatie Resumé Inzicht in systeem. Je weet wat er aan de hand is en hoe je dat kunt beïnvloeden, dus Je kunt onderbouwen waarom je welke maatregelen voorstelt en Je kunt haalbare doelen stellen Als laatste punt, maar zeker niet onbelangrijk: als je zelf goed weet hoe iets werkt, heb je ook een goed verhaal. Essentieel voor vele gebiedsprocessen.

18 Film PCLAKE/PCDITCH

19 ESF-r Geïnteresseerd in casussen en kennis!


Download ppt "Kardingerplas Steven Verbeek Noorderzijlvest / STOWA."

Verwante presentaties


Ads door Google