Nevenschikking en onderschikking

Presentatie over: "Nevenschikking en onderschikking"— Transcript van de presentatie:

1 Nevenschikking en onderschikking
Voegwoorden Nevenschikking en onderschikking

2 Aan het einde van deze les weet je
Wat een voegwoord is; Wat het verschil is tussen nevenschikkend en onderschikkend.

3 Even herhalen wat we geleerd hebben:
Enkelvoudige zin: zin met 1 persoonsvorm. Samengestelde zin: zin met meer dan 1 persoonsvorm. Hoofdzin: het onderwerp en persoonsvorm staan naast elkaar. Bijzin: tussen het onderwerp en persoonsvorm kunnen ook andere zinsdelen staan.

4 Wat is een voegwoord? Een voegwoord plakt twee zinnen aan elkaar.
Er zijn twee soorten: Nevenschikkende voegwoord (en, maar, want, of, dus) Onderschikkende voegwoord (aangezien, als, dat , doordat, hoewel, mits, nadat, of, ofschoon, omdat, zodat, opdat, terwijl, toen, zodra)

5 Onderschikkend voegwoord
Een onderschikkend voegwoord verbindt een hoofdzin met een bijzin. De leerlingen vinden deze les wel makkelijk, Hij leek behoorlijk zeker van zijn zaak, hoofdzin omdat zij zo slim zijn. bijzin hoofdzin terwijl hij het antwoord fout had bijzin

6 Nevenschikkend voegwoord
Een nevenschikkend voegwoord verbindt twee gelijkwaardige zinnen (twee hoofdzinnen of twee bijzinnen met elkaar. ) Hij had het antwoord fout, De leraar vond het niet zo erg, want hij ging de les nog een keer herhalen. hoofdzin omdat hij niet oplette tijdens de les, hoewel dat wel de bedoeling is bijzin bijzin hoofdzin hoofdzin

7 Zal ik vanmiddag huiswerk gaan maken of ga ik zwemmen?
Even oefenen! Wat is de structuur van de zinnen en welke voegwoorden staan erin? Benoem de voegwoorden! Zal ik vanmiddag huiswerk gaan maken of ga ik zwemmen? De les gaat erg goed doordat de leerlingen goed mee doen. Hij houdt van biefstuk en hij vindt karbonades niet zo lekker. Hij had geen geodriehoek bij zich omdat hij die vergeten was.

8 De antwoorden Zal ik vanmiddag huiswerk gaan maken of ga ik zwemmen?
hoofdzin+hoofdzin, nevenschikkendvoegwoord=of De les gaat erg goed doordat de leerlingen goed mee doen. hoofdzin+bijzin, onderschikkend voegwoord=doordat Hij houdt van biefstuk en hij vindt karbonades niet zo lekker. hoofdzin+hoofdzin, nevenschikkend voegwoord=en Hij had geen geodriehoek bij zich omdat hij die vergeten was. hoofdzin+bijzin, onderschikkend voegwoord=omdat