De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Generieke Module Diagnostiek & Behandeling van Suïcidaal Gedrag

Verwante presentaties


Presentatie over: "Generieke Module Diagnostiek & Behandeling van Suïcidaal Gedrag"— Transcript van de presentatie:

1 Generieke Module Diagnostiek & Behandeling van Suïcidaal Gedrag
NFZP Symposium 6 oktober 2016 Ina Boerema

2 Inhoud Suïcidaliteit in Nederland Multidisciplinaire richtlijn
Suïcidaliteit in Nederland Multidisciplinaire richtlijn Generieke module Ketenzorg Doorverwijzing -kort over mijn eigen betrokkenheid bij het onderwerp NFZP symposium 6 oktober 2016

3

4 Suïcidaliteit in Nederland
Wereldwijd overlijden elk jaar ongeveer 1 miljoen mensen door zelfmoord (WHO). Het aantal pogingen tot zelfmoord en gedragingen die leiden tot zelfbeschadigingen is vele malen groter. In Nederland zijn in de afgelopen tien jaar ruim 16 duizend mensen overleden door zelfmoord (CBS). De laatste jaren stijgt het aantal zelfmoorden. In 2007 waren er in Nederland suïcides. In 2015 bedroeg het totale aantal zelfdodingen 1.871, het hoogste aantal ooit (5 per dag). Stijging: mannen van in de twintig (van 104 naar 133) en ouder dan zestig jaar. Het aantal zelfdodingen onder vrouwen bleef gelijk Het aantal zelfdodingen varieert in de tijd. In 2015 is het aantal zelfdodingen per inwoners 11. Dit is gelijk aan de incidentie in 2014, iets lager dan begin jaren 80 (12 per ) en een stuk hoger dan in 2007 (8 per ). Bij mannen komt zelfmoord ruim 2 keer meer voor dan bij vrouwen: In mannen en 591 vrouwen. Hoewel zelfdoding vooral veel voorkomt onder mensen van middelbare leeftijd (45-60 jaar), is het onder jongeren één van de belangrijkste doodsoorzaken. Onder 20- tot 40-jarigen was zelfdoding in 2015 doodsoorzaak nummer 1. In 2015 maakten 1871 inwoners van Nederland (1280 mannen en 591 vrouwen) een einde aan hun leven

5 Ontstaan suïcidaal gedrag
Voorspelbaarheid is lastig. Factoren van kwetsbaarheid (zie kaartje) Entrapment= letterlijk klemzitten iemand ziet geen andere uitweg meer. Belangrijk: iemand w Wil niet perse dood, maar uit de situatie waar die inzit. Als die opgelost zou kunnen worden is de doodswens meestal weg. Het gaat om een gevoel dat er geen andere mogelijkheden meer zijn. Stressoren, bv: eerdere ervaringen, verlies (baan, partner, naaste etc) Factoren: bv drank/drugs. Psychische kwetsbaarheid, Beschermende factoren kunnen juist ook helpen voorkomen, bv goed sociaal netwerk, kinderen, ouders etc.

6 Suïcidaal gedrag Symptoom ernstig psychisch lijden
Symptoom ernstig psychisch lijden Het lijden moet stoppen Handelingen én gedachten Zelfbeschadiging: waakzaamheid vereist! Suïcidaal gedrag bestaat dus niet alleen uit handelingen maar ook uit gedachten. Het onderscheid tussen suïcidaal en zelfbeschadigend gedrag lijkt de intentie om daadwerkelijk te overlijden, maar het risico op een suïcide poging bij degenen die zichzelf zonder suïcide intentie beschadigen is zo fors dat er waakzaamheid vereist is. In de praktijk is het verschil in die intenties echter niet altijd gemakkelijk vast te stellen. Iemand met suïcidaal gedrag lijkt zijn of haar huidige leven te willen beëindigen, maar vaak is er, net als bij degenen die zichzelf beschadigen, vooral de behoefte om met ondraaglijke ervaringen, gevoelens of emoties om te kunnen gaan. Review: Hamza, Stewart, & Willoughby, 2012: Examining the link between nonsuicidal self-injury and suicidal behavior: A review of the literature and an integrated model (over zelfbeschadigend gedrag met de intentie dood te willen en idem gedrag bij mensen zonder directe doodswens.

7 Ernstmaten Licht Ambivalent Ernstig Zeer ernstig 6-5-2018
Patiënten die voor het eerst suïcidaal gedrag vertonen zouden een andere bejegening moeten krijgen dan patiënten die frequent suïcidepogingen doen. Stagering van suïcidaal gedrag zou daar iets over kunnen zeggen. Ook voor stagering van suïcidaal gedrag geldt dat de meeste geraadpleegde experts hier positief tegenover staan, maar dat er nog geen wetenschappelijk onderbouwd model voor bestaat. Licht De patiënt heeft af en toe vluchtige gedachten aan suïcide, heeft niet nagedacht over een plan, denkt eigenlijk niet dat hij suïcide zal plegen, kan ook nog aan andere dingen denken, realiseert zich mogelijke consequenties voor familie en vrienden, speelt met het idee als mogelijkheid, lijkt controle te hebben over suïcidale impulsen. De patiënt wil liever leven dan sterven. Ambivalent De patiënt wil zowel suïcide plegen als doorgaan met leven. Het suïcidale gedrag staat in het teken van een breuk met anderen, is gericht op teleurstellingen in de relationele sfeer en er zijn soms gedachten aan wraak. Het suïcidale gedrag is sterk impulsief ingekleurd en uitgebreide plannen of voorbereidingen zijn niet gemaakt. De patiënt wil afwisselend dan weer dood, dan weer leven. Ernstig De patiënt heeft voortdurend gedachten en beelden van suïcide in zijn hoofd, voelt zich wanhopig, kan nergens anders aan denken, voelt zich sterk aangetrokken tot suïcide, heeft al verschillende methoden overwogen, heeft al een uitgebreid plan gemaakt met verschillende voorbereidingen, denkt dat het voor anderen beter is als hij of zij er niet meer is, maar kan suïcide nog enige tijd uitstellen. Afscheidsbrieven zijn soms overwogen of geschreven. Wil veel liever sterven dan doorgaan met leven. De patiënt is bang voor de eigen impulsiviteit. Zeer ernstig De patiënt is wanhopig, kan alleen nog maar aan suïcide denken, heeft geen oog voor de mogelijke consequenties voor achterblijvers, heeft een uitgebreid plan klaar en mogelijk reeds geoefend. De patiënt is slapeloos en emotioneel ontredderd, heeft zichzelf niet meer onder controle. Blikvernauwing treedt op (tunnelvisie, presuïcidaal syndroom); de patiënt is moeilijk aanspreekbaar, wil soms niet meer communiceren, is onrustig en radeloos, heeft geen energie meer om nog door te leven, wil ook niet meer leven, kan niet langer wachten met suïcide plegen; elk moment kan een impulsdoorbraak leiden tot suïcide. MDR p. 172

8 Multidisciplinaire richtlijn
Vormt basis voor de GM Samenvatting Samenvattingskaartje: -diagnose stellen van de ernst: stappen: CONTACT maken, voorbereiden (organiseer veiligheid, verzamel informatie), onderzoek, afronden (plan maken, noodzaak vervolg onderzoek bepalen, rapporteren en actief doorverwijzen) Hierbij letten op stress- en kwestbaarheidsfactoren en beschermende factoren Ketenzorgdocument Gebaseerd op de MDR, samen met experts ontwikkeld. Gaat uit van de opvattingen en praktijkvoorbeelden van experts over hoe de organisatie van de zorg eruit zou moeten zien.

9 GM Diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag
Gebaseerd op: MDR, Ketenzorgdocument, patiënten raadpleging, expert raadpleging en inbreng naasten Verschil multidisciplinaire richtlijn en generieke module -praktische informatie -patiënten (conjunct analyse) -naasten inbreng -experts en professionals -in commentaarfase tot 19 oktober -november start autorisatiefase

10 Betrokken partijen Experts Beroepsverenigingen Naasten Patiënten
Experts Beroepsverenigingen Naasten Patiënten Opdrachtgever: Netwerk kwaliteitsontwikkeling GGZ Voorzitter: Vos Beerthuis Projectleider: Nicole van Erp Trimbos-instituut Beroepsverenigingen: -NHG -NvVP -NV psychotherapie -NVSHA -LVVP (psychoterapeuten en psychologen -V&VN -patiëntenverenigingen (LPGGZ en LSZ)ver familie vertrouwenspersonen -ambulancezorg nederland -Ivonne vd Ven _Palier -Nivel -113online -st topklinische ggz -ggz Nederland -Nederlandse internisten vereniging -ned vereniging voor vrijwillige levenseinde

11 Uitgangsvragen Professionals
Professionals Vaardigheden/houding bij het tot stand brengen van contact Instrumenten en interventies Diagnostiek en behandeling Naasten Wat hebben naasten nodig om iemand met suïcidaal gedrag te ondersteunen? Instrumenten, interventies, psycho-educatie Do’s en dont’s Patiënten Welke vaardigheden/houding van professionals zijn effectief bij contact maken Organisatie van zorg Hoe kunnen de verschillende professionals en disciplines uit verschillende organisaties samenwerken in de zorg rond een suïcidaal persoon? -MDR -Keten document -Expertraadpleging -Experts in de werkgroep (naasten, Ivonne vd Ven, familie vertrouwens persoon, 113Online) -Patiënten zelf (conjunct analyse; groepsgesprek en analyse hiervan)

12 Aandachtspunten triage
Algemene principes: - contact maken - zorg voor veiligheid - continuïteit en het bij de zorg - betrekken van naasten Consultatie van een deskundige bij iedere patiënt na suïcidepoging of suïcidale uitingen Afspraken maken over wie als regiebehandelaar optreedt Patiënten met chronisch suïcidaal gedrag: Zo mogelijk opstellen veiligheidsplan, met hierin afstemming met andere betrokken disciplines en met de naasten van de patiënt. Uit de MDR: Diagnostiek van suïcidaal gedrag omvat: – herkenning van suïcidaal gedrag; – onderzoek naar de suïcidale toestand; – onderzoek naar het complex van factoren dat bij de individuele patiënt tot het suïcidale gedrag heeft geleid; – beoordeling van de mate waarin de patiënt in staat geacht mag worden zijn of haar belangen te overzien en te waarderen. Structuurdiagnose: Het resultaat van het systematische onderzoek naar suïcidaal gedrag

13 Ketenzorg Het stroomschema laat zien dat de urgentie de toegang tot zorg bepaalt. De verschillende partijen sluiten zodanig op elkaar aan dat elk niveau van urgentie geboden kan worden. Afspraken hierover kunnen per regio variëren. Uitgangspunt is dat de psychiatrie ingeschakeld kan worden als de patiënt somatisch is vrijgegeven. Ketenzorgdocument is bedoel voor: •  de huisarts •  de spoedeisende hulp (SEH) •  de acute en consultatieve psychiatrie en •  de reguliere GGZ . Kerkhof e.a. (2007) vonden dat slechts een minderheid van de suïcidepogers op de SEH gezien wordt door een psychiater. Verwey (2006) concludeerde in zijn onderzoek bij 28 Nederlandse algemene ziekenhuizen dat patiënten na een suïcidepoging geen goede nazorg krijgen en dat het ontbreekt aan afspraken hierover in de regio. In de eerste maanden na ontslag uit een psychiatrische opname is er een verhoogd risico op suïcide (Appleby e.a., 2001). Bijna een kwart van de suïcides bij GGZ-patiënten hadden gedeeltelijke te maken met gebrekkige continuïteit van zorg (Burgess, 2000) Procesbeschrijving Taken en verantwoordelijkheden

14 Ketenzorg bij Suïcidaliteit
Ketenzorg bij Suïcidaliteit Continuïteit van zorg is een van de belangrijkste voorwaarden voor goede zorg voor mensen met suïcidaal gedrag. Transfermomenten zijn risicovol (intern als extern) (On)realistische verwachtingen over taken en verantwoordelijkheden van zorgverleners Sluitende ketens zijn niet vanzelfsprekend! Kerkhof e.a. (2007) vonden dat slechts een minderheid van de suïcidepogers op de SEH gezien wordt door een psychiater. Verwey (2006) concludeerde in zijn onderzoek bij 28 Nederlandse algemene ziekenhuizen dat patiënten na een suïcidepoging geen goede nazorg krijgen en dat het ontbreekt aan afspraken hierover in de regio. In de eerste maanden na ontslag uit een psychiatrische opname is er een verhoogd risico op suïcide (Appleby e.a., 2001). Bijna een kwart van de suïcides bij GGZ-patiënten hadden gedeeltelijke te maken met gebrekkige continuïteit van zorg (Burgess, 2000) Kritische momenten Transfermomenten in de zorg: Behandelverantwoordelijkheid bij overdracht momenten voor sluitende zorg. Patiënt niet tussen wal en schip! Patiënten die zorg weigeren: Hoe mee om te gaan? Outreachende zorg? Goede afspraken maken over: toegang tot zorg, terugkoppeling en informatieoverdracht, dossiervorming Interne samenwerking PAAZ, MPU, psychiaters, consultatief verpleegkundigen etc. Wat is ieders rol? Is dat goed vastgelegd en gecommuniceerd? Is er een protocol etc.. Wanneer komt consultatief psychiater/verpleegkundige (knelpuntenanalyse 113)

15 Doorverwijzing Huisarts Behandelaar PAAZ/MPU GGz instelling
113Online (

16 App’s GGz Oost Brabant: richt zich op professionals die in contact komen met patiënten met suïcidaal gedrag, en is bedoeld om hen te ondersteunen bij het geven van passende zorg. In de app is onder andere informatie te vinden over diagnostiek, vaardigheden en een vragenlijst. Gebaseerd op de MDR (samenvatting richtlijn, mn voor GGz professionals, ook CASE onderzoek ed) 113Online: ook gericht op professionals, info over 113Online en do’s en don’ts, breder niet alleen voor ggz

17 Vragen? iboerema@trimbos.nl nerp@trimbos.nl


Download ppt "Generieke Module Diagnostiek & Behandeling van Suïcidaal Gedrag"

Verwante presentaties


Ads door Google