Hoofdstuk 11 De Break-Even Afzet (BEA) Les

Presentatie over: "Hoofdstuk 11 De Break-Even Afzet (BEA) Les"— Transcript van de presentatie:

1 Hoofdstuk 11 De Break-Even Afzet (BEA) Les 1 2016-2017
M&O Hoofdstuk 11 De Break-Even Afzet (BEA) Les 1

2 Wat gaan we vandaag doen?
Huiswerk was hst 11 van het M&O boekje lezen Stencils uitdelen Aanwezigheid controleren Werkwijze hst 11 doornemen Start les 1 PW JANUARI INZIEN  in de kleine pauze dit lokaal.

3 Werkwijze hst 11: Les 1 Les 2 Les 3 Les 4 Uitdelen stencil
Klassikaal uitleg 3 manieren break-even afzet berekenen Oefenopgave 1 Les 2 Opgave 1 en oefenopgave 2 IPad Doen opgave 2, 3 en 5. Les 3 Opgave 2, 3 en 5 nakijken @ IPad Doen opgave 4 en oefenopgave 4 (oefenopgave 3) Les 4 Nakijken opgave 4 en oefenopgave IPad Vragen stellen voor PW.

4 Quitte spelen Als een bedrijf geen winst en geen verlies maakt. We noemen dit het Break-Even punt Dus de Totale Opbrengsten zijn gelijk aan de Totale Kosten. (TO = TK) Een bedrijf wilt weten hoeveel producten (= Q) het moet maken en verkopen om quitte te spelen. Je wilt dus altijd de break-even afzet weten.

5 Break-Even punt TO = TK

6 TO & TK Totale Opbrengst Totale kosten (Hoofdstuk 9)
Verkoopprijs * Afzet (Q) Afzet = het aantal verkochte producten Totale kosten (Hoofdstuk 9) Variabele kosten * Afzet (Q) + Constante kosten Voorbeeld: De verkoopprijs is €50,-. De constante kosten zijn € en de variabele kosten €30 per product. Stel de formule voor TO en TK op. TO = 50Q (50 * Q) TK = 30Q

7 3 manieren Break-Even Punt (BEA) Dus, bij welke Q?
TO = 50Q (50 * Q) TK = 30Q Break even afzet: TO = TK 3 manieren Manier 2 (50-30) = stuks Verkoop voor € 50, variabele kosten €30. Dus per product nog €20 over. Die moeten verdeeld worden over de constante kosten. Manier 1 50Q = 30Q Q = Q = stuks

8 3 manieren Break-Even Punt (BEA) TO = 50Q (50 * Q) TK = 30Q + 400.000
Totale winst = Totale opbrengsten – totale kosten Totale winst = 50Q – (30Q ) Totale winst = 50Q – 30Q (Let op: Haakjes weggewerkt!) Totale winst = 20Q Als een bedrijf Quitte/Break-even speelt, dan is de totale winst 0. 0 = 20Q – Q = Q = stuks

9 Break-Even punt TO = TK

10 Oefenopgave 1 A. TO = P * Q TO = 40Q
B. TK = TCK + VK*Q TK = Q C. TW = TO – TK TW = 40Q – ( Q) TW = 40Q – – 20Q TW = 20Q –

11 Oefenopgave 1 D. Manier 1 40q = 20q + € 100.000 20q = € 100.000
q = € /20 = stuks Manier 2 BEA = € / (€ 40 - € 20) = stuks Manier 3 Totale winst = Totale opbrengsten – totale kosten Totale winst = 40Q – (20Q ) Totale winst = 40Q – 20Q (Let op: Haakjes weggewerkt!) Totale winst = 20Q 0 = 20Q – Q = Q = stuks E * € 40 = €

12 Omdat het bedrijf niet meer dan 10
Omdat het bedrijf niet meer dan producten kan produceren, lopen alle lijnen ook niet verder dan stuks. Oefenopgave 1 Totale winst = TO – TK Dit is het grootst bij de productie van stuks. TO TK A BEA

13 Huiswerk 3 manieren Lees hst 11 HOU JE WERK GOED BIJ!
Boek M&O hoofdstuk 11, opgave 1 En stencil oefenopgave 2 Bij alle opgaven geldt dat je (tot het anders vermeld wordt) de break-even afzet (BEA) op alle 3 de manieren uitrekent bij een vraag! 3 manieren