Paragraaf 3 MODERN IMPERIALISME

Presentatie over: "Paragraaf 3 MODERN IMPERIALISME"— Transcript van de presentatie:

1 Paragraaf 3 MODERN IMPERIALISME
Hoofdstuk 9 Paragraaf 3 MODERN IMPERIALISME

2 Kenmerkend aspect De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie Je moet goed weten wat de begrippen: imperialisme en industrialisatie betekenen en dat er tussen beide begrippen een verband is.

3 Imperialisme Imperialisme = gebieden veroveren / koloniseren (de Romeinen deden het bijv. ook) Modern imperialisme = gebieden veroveren in de moderne tijd (19e eeuw).

4 Motieven imperialisme:
Economische motieven: grondstoffen (voor industrialisatie) + creëren van een afzetmarkt. Politieke motieven: macht verspreiden. Door nationalistische gevoelens hadden landen het idee dat ze recht hadden op kolonies. Culturele / sociale motieven: Europese cultuur (o.a. geloof) verspreiden / opvoeden van Afrikanen en Aziaten (Europees superioriteitsgevoel)

5 De Europeanen en de rest van de wereld:
16e / 17e eeuw: veroveren van handelsposten aan Aziatische en Afrikaanse kusten (bijv. VOC) Midden 19e eeuw: koloniseren van gebieden waar bestaande handelsposten waren. Voorbeeld: Nederlanden waren al aanwezig in Indonesië met handelsposten  Nederland wordt in de 19e eeuw overal de baas in Indonesië. Indonesië = Nederlands-Indië. 20e eeuw: consolideren van de koloniale gebieden. Na 1945: dekolonisatie van de kolonies in Azië en Afrika.

6 Eindexamenvraag Een bewering:
Het modern imperialisme houdt verband met: 1 industrialisatie in het moederland en 2 nationalisme in het moederland. Ondersteun beide delen van de bewering.

7 Antwoord eindexamenvraag
Kern van een juist antwoord is: • Het verband tussen industrialisatie en modern imperialisme is, dat uit de kolonie grondstoffen gehaald konden worden / de kolonie kon dienen als (beschermde) afzetmarkt voor de industrie van het moederland 2 • Het verband tussen nationalisme en modern imperialisme is, dat veel Europese landen door hun koloniën wilden laten zien hoe sterk/grootze waren / koloniën in bezit namen voor hun prestige 2