Verdienen en Uitgeven Hoofdstuk 2.

Presentatie over: "Verdienen en Uitgeven Hoofdstuk 2."— Transcript van de presentatie:

1 Verdienen en Uitgeven Hoofdstuk 2

2 BBI= Bruto Binnenlands Inkomen=
Herinner: BBP= optelsom alle Bruto toegevoegde waarden Bruto Toegevoegde waarde= Omzet - Inkoopwaarde grondstof en diensten derden BBI= Bruto Binnenlands Inkomen= Optelsom alle primaire inkomens Optelsom loon+huur+rente+pacht +winst

3 Par.3.4. Economische kringloop
Kringloop gezinnen en bedrijven

4 Par.3.4. Investeringsschema

5 Par.3.4. Uitbreiding kringloop met banken
Kringloop: gezinnen, bedrijven en banken/financiële instellingen

6 Figuur 2.3.

7 Kringloop Gezinnen, Bedrijven, Banken, Overheid, Buitenland

8 Kringloopmodel Y= Netto Binnenlands Inkomen C= Consumptie I= netto investering S= Besparingen B=Belastingen O=overheidsbesteding E= Export M= Import

9 Kringloopmodel Y C B S E – M B-O I O M E

10 Gezinnen en bedrijven : Geldstroom In= Geldstroom Uit

11 We werken het verder uit:

12 Par.3.5. Nationale rekeningen
We gaan alle geldstromen van de kringloop, in en uit, per sector, opschrijven in de nationale rekeningen !! Nationale rekeningen: boekhoudkundig overzicht van de inkomsten en uitgaven per sector. Opgesteld door het CBS

13 Nationale rekeningen: opbouw

14 3 methoden om het BBP te bepalen:
Gebruik dit bij opgave2.11 Bestedingsbenadering: BBP=C+Ibruto+O+E- M Inkomensbenadering: BBP=BBI=loon+pacht+huur+rente+winst Productiebenadering: BBP =optelsom Toegevoegde waarden= Omzet- Inkoopwaarde goederen en diensten Onderlinge leveringen=inkoop goederen en diensten

15 Staat van middelen en bestedingen
Herinner : Y+M= C+I+O+E- M Eventueel varieert men met investeringen van bedrijven én overheid of met bruto-investeringen=netto-investeringen vervangingsinvesteringen