MFN groep Arbeidsmediation

Presentatie over: "MFN groep Arbeidsmediation"— Transcript van de presentatie:

1 MFN groep Arbeidsmediation
Workshop intervisie 11 januari 2017 Nicole van Gelder ©

2 Programma opzet Wat is intervisie en doel intervisie
Voorwaarden intervisie Kenmerken – begeleide – intervisie / rol gespreksbegeleider Intervisie proces Valkuilen Methodieken

3 Wat is intervisie Een methodische manier tot intercollegiale ondersteuning Ontwikkeling eigen professionaliteit Ontwikkeling professionaliteit alle deelnemers Werkgerelateerde vraagstukken / dilemma’s Persoonsgebonden Waarom ervaar ik dit probleem

4 Geen goed of fout Er leiden vele wegen naar Rome Doel:
Tot meer verschillende inzichten komen Om anders om te gaan met / kijken naar het vraagstuk Loskomen uit je eigen probleemdefinitie Veel tips = boeiend vraagstuk Je kunt een probleem niet oplossen met de denkwijze die het heeft veroorzaakt /Albert Einstein Duits - Amerikaans natuurkundige

5 Voorwaarden intervisie
Alle deelnemers zijn gelijkwaardig Er is– tijdens de intervisie – geen hiërarchische relatie tussen de deelnemers Methodische werkwijze Gespreksbegeleider gewenst Alle deelnemers samen verantwoordelijk voor proces en veilige sfeer: What happens in Vegas stays in Vegas! De gesprekleider bevordert en bewaakt dit

6 Kenmerken begeleide intervisie
Gesprek wordt procedureel – strak – geleid Betreft werk gerelateerd dilemma Waarom heb IK dit? Alle vragen inventariseren Groep kiest gezamenlijk welke vraag/casus Actuele vragen gaan voor Per keer gemiddeld 2 vragen / cases

7 Gespreksbegeleider intervisie
Eigen gedrag = voorbeeld gedrag Kiest methodiek + inbrenger Licht methodiek vooraf toe Licht methodiek per fase – opnieuw – toe Let op open + waardevrije vragen Laat niet iedereen door elkaar praten Zorgt dat iedereen aan bod komt Bewaakt de methodiek en tijd / # Politie agent Neemt deel aan het proces?

8 Intervisie proces Inventarisatie wie iets wil inbrengen
Noteren op inhoud en urgentie Nog niet op de vraag ingaan! Groep kiest gezamenlijk welke vraag / vragen Vuistregel: urgentie gaat voor Gespreksbegeleider stelt methode voor Inbrenger vertelt Deelnemers vragen Deelnemers geven tips

9 Wat voor vragen Er worden 4 vragen onderscheiden Inhoudelijke vragen
Procedure vragen Relatie gerichte vragen Gevoelsvragen Zoals het uitkomt of in 4 aparte rondes

10 Vragen stellen Een vraag is meer dan een zin met een ?
Open vragen   gesloten vragen Een goede vraag: kort&bondig: 1 vraag tegelijk Actief luisteren   cosmetisch luisteren Als ANNA een OENN is laat ze OMA thuis met LSD & NIVEA

11 Blijf bij de ander Kern is aansluiten bij andermans spoor
Aansluiten bij de ander door: Actief luisteren Doorvragen Samenvatten Jezelf even vergeten Eigen vragen = eigen spoor

12 Voorwaarde om vragen te kunnen stellen = luisteren
Actief luisteren: oren/ogen/geest/aandacht/hart Actief luisteren Volledige concentratie op het gesprek Bedenk volgende vraag pas als de ander is uitgesproken Samenvatten Je kunt stiltes laten vallen Cosmetisch luisteren Het lijkt alsof je luistert, alleen in gedachten ben je ergens anders mee bezig Terwijl de ander praat, bedenk je je volgende vraag

13 Wat voor vragen niet Gesloten vragen die uitnodigend zijn bedoeld
Kun je iets vertellen over…. Multiple choice vragen Heb je het idee dat hij nu iets anders gaat doen, of gaat hij ... erbij betrekken of allebei Suggestieve vragen Heb je eraan gedacht om…..

14 Valkuilen Beperking tot alleen uitwisseling zakelijke ervaringen
Oplossen van bekende problemen Direct oplossingen aandragen Stellen van –teveel – gesloten vragen Zogenaamd open vragen stellen, waarin de eigen analyse of oplossing al verborgen is

15 Variatie Variatie in methodiek verlevendigd Noot: in het begin en bij een groep die elkaar nog niet kent  varieer niet te veel!

16 Methodieken Er zijn heel veel methodieken
Voel je vrij te combineren naar eigen goed dunken Basis op zich altijd gelijk Creëren van een veilige sfeer Inventarisatie casus /cases (eventueel voorafgaand of per opdracht / roulerend per keer Keuze casus Inbrenger vertelt Deelnemers vragen en geven tips

17 Voorbeeld methodieken
5 stappen Kan met elke groep, ook een beginnende Complimenten geven Toepasbaar bij elke methode Roddelen (niet bij een beginnende groep) Op zichzelf staand Als onderdeel van een methode Metaforen Vragen om verder te komen

18 Creëren van een veilige sfeer
Voorstel ronde met associatie kaarten Wat heb je altijd bij je en waarom Wat is je lievelingseten Waar mogen ze je ‘s nachts voor wakker maken Voorstellen via de vingers van de hand Hersenkrakers Kaart van Nederland en motto van huis

19 5 stappen methode De casus is gekozen.
Inbrenger (IB) geeft toelichting op hoofdlijnen en stelt zijn vraag Deelnemers (DN) stellen verhelderende vragen Open, ter controle, op inhoud, proces, gevoels- en relatie niveau DN formuleren vragen die zij nog meer hebben gehoord. IB bepaalt wat zijn vraag wordt (evt. 2à3) DN geven tips. IB geeft aan waar hij wat mee kan Evaluatie: alle DN geven aan wat zij meenemen

20 Complimenten geven Een extra stap in meerdere methodieken in te lassen is: complimenten geven Dit kan bij de evaluatie of tussendoor, voor de ronde tips bijvoorbeeld Let wel: complimenten moeten Authentiek zijn, anders kun je beter zwijgen Niet overdreven zijn Een compliment is vlakbij Een compliment kan gaan over iets dat de ander zegt Wat vertel je dat duidelijk / openhartig ….

21 Roddelmethode Casus is gekozen
Casus inbrenger (IB) vertelt kort zijn verhaal Deelnemers (DN) vragen verhelderende vragen DN geven “hun” vraag aan IB. IB beslist IB trekt zich terug maar blijft er wel bij Let op dat IB zich veilig blijft voelen! DN gaan “roddelen” over IB Balans tussen openheid en respect IB neemt weer deel en vertelt wat hem raakt Evaluatie

22 Metaforen Metaforen zijn beeldend, verhullend en tegelijk onthullend
Soms draagt een inbrenger zelf een metafoor aan Bedoeling is dat deelnemers er ook zo veel mogelijk horen Kunst is binnen de metafoor te blijven en pas later weer een verbinding naar de realiteit van de inbrenger te maken

23 Intervisie met metaforen
Casus inbrenger (IB) vertelt kort zijn verhaal Deelnemers (DN) vragen verhelderende vragen DN brengen al hun gehoorde metaforen in IB en DN diepen metafoor uit die IB kiest Blijf binnen de metafoor Metafoor vervolgens gezamenlijk vertalen naar de vraag van IB IB (met DN samen) ontwikkelt een nieuwe aanpak Evaluatie

24 Vragen om verder te komen
Casus is gekozen. Gespreksbegeleider bewaakt dat al deze vragen worden gesteld: Waar hoop je op Welk verschil zou dat maken Wat houdt je tegen dit nu al te doen Wat werkt al in de goede richting Wat zou je 1e – kleinste - stap in die richting kunnen zijn Wat heb je daarbij van de ander (en) nodig Kan bij meerdere methodieken worden toegepast