Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
HET VISIOEN VAN DANIEL 8
3
Testimonies to Ministers, p
Testimonies to Ministers, p. 113 “Overweeg de omstandigheden van de Joodse natie toen de profetieën van Daniël werden gegeven.”
4
Omstandigheden in de tijd van Daniël
“In het derde jaar van de regering van Jojakim, de koning van Juda, kwam Nebukadnezar, de koning van Babel, naar Jeruzalem en belegerde het. En de Heere gaf Jojakim, de koning van Juda, in zijn hand, en een deel van de voorwerpen van het huis van God. Hij bracht die naar het land Sinear, naar het huis van zijn god. Hij bracht de voorwerpen naar de schatkamer van zijn god.” Daniël 1: 1, 2
5
“Toen deed Hij de koning van de Chaldeeën tegen hen optrekken, die hun jongemannen in het huis van hun heiligdom met het zwaard doodde. Hij spaarde de jongemannen, de meisjes, de ouderen en de stokouden niet. God gaf hen allen in zijn hand. Alle voorwerpen van het huis van God, de grote en de kleine, de schatten van het huis van de HEERE en de schatten van de koning en zijn vorsten: dat alles bracht hij naar Babel.” 2 Kronieken 36: 17, 18
6
“Zij verbrandden het huis van God, en braken de muur van Jeruzalem af
“Zij verbrandden het huis van God, en braken de muur van Jeruzalem af. Ook alle paleizen van Jeruzalem verbrandden zij met vuur, zodat alle kostbare voorwerpen ervan te gronde werden gericht. En wie overgebleven was van het zwaard, voerde hij weg naar Babel, en zij werden hem en zijn zonen tot slaven, tot het koninkrijk van Perzië ging regeren.” 2 Kronieken 36: 19, 20
7
Het koningschap was niet meer
Het koninkrijk was niet meer De tempel was verwoest Het volk was onderworpen en in ballingschap
8
Waar hielden de profetieën van Daniël zich vooral mee bezig?
Het verloren koninkrijk Het verloren koningschap Het verwoeste heiligdom Het volk in ballingschap
9
De overeenkomst met onze toestand
Door Adam zijn wij het koningschap verloren Zijn hele koninkrijk is gevallen De tempel van de Heilige Geest is verontreinigd Wij zijn verbannen uit het paradijs
10
God beloofde het uiteindelijke herstel
Het herstel van het koninkrijk - Daniël 2: 44 Het herstel van het koningschap - Daniël 7: 13, 14, 27 Het herstel van het heiligdom - Daniël 8: 14, 26 De verlossing van het volk - Daniël 12: 1
11
Het visioen van Daniël 8 Daniël 8: 1, 2 In dit visioen worden de wereldrijken voorgesteld door offerdieren. Het visioen heeft als onderwerp valse en ware godsdienst.
12
De ram stelt de koningen van Medië en Perzië voor
Daniël 8: 3, 4, 16, 20
13
De geitenbok stelt de koning van Griekenland voor
Daniël 8: 5-8, 21
14
De grote horen is de eerste koning van Griekenland
Daniël 8: 5, 8, 21, 22
15
De vier horens zijn vier koninkrijken
Daniël 8: 8, 22
16
De kleine horen die uitzonderlijk groot werd is Rome
Daniël 8: 9, 10, 23, 24
17
De activiteiten van de uitzonderlijk grote horen
Daniël 8: 11, 12,
18
Het werk van de kleine horen
Vers 9. Hij (het Romeinse Rijk) werd buitengewoon groot naar het zuiden (Egypte), naar het oosten, (Griekenland, Turkije etc.) en naar het sieraadland (Israël). Vers 10. Hij werd groot tot aan het leger van de hemel (dat is de toenmalige gemeente van God). Hij liet sommige van de sterren (de leiders) en van het leger (het volk) ter aarde vallen en vertrapte ze.
19
Vers 11. Hij maakte zich groot tot aan de Vorst van dat leger (Christus, de Messias). Door hem (dat is nog steeds het Romeinse rijk) werd het steeds terugkerende offer (dat is de heidense godsdienst) ontnomen. Zijn heilige woning werd neergeworpen. (de stad Rome, waar het Pantheon was, de tempel van alle goden werd verworpen. De keizer verliet Rome en bouwde een nieuwe hoofdstad: Constantinopel).
20
Vers 12. Een leger werd overgegeven vanwege de afvalligheid tegen (in) het steeds terugkerende offer. (Keizer Constantijn nam het initiatief om het heidendom te verenigen met het christendom). Hij wierp de waarheid (ware godsdienst) ter aarde. Hij deed het en het gelukte.
21
Parallelteksten “Dan zullen er uit hem (Rome)krachtige armen voortkomen. Die zullen het heiligdom en de vesting ontheiligen en het steeds terugkerende offer wegnemen en de verwoestende gruwel opstellen.” Daniël 11: 31
22
“Van de tijd af dat het steeds terugkerende offer weggenomen zal worden en de verwoestende gruwel opgesteld zal zijn, zijn het duizend tweehonderdnegentig dagen.” Daniël 12: 11
23
Er zijn dus twee fasen in de Romeinse horen
Het heidense Rome in het steeds terugkerende offer in afvalligheid (heidendom) Het pauselijke Rome in de verwoestende afvalligheid
24
De uitleg van de tweede fase
Daniël 8: 25
25
De eerste vraag in Daniël 8
“Toen hoorde ik een heilige spreken, en een heilige zei tegen de Ongenoemde Die sprak: Hoelang zal het visioen van het steeds terugkerende offer en de verwoestende afvalligheid gelden…” Daniël 8: 13 “Ik zag in dat visioen… ik zag nu in dat visioen dat ik bij het Ulaikanaal was. Ik sloeg mijn ogen op, en ik zag, en zie, er stond een ram…” Daniël 8: 2, 3
26
Hoelang zal het visioen gelden?
Hoelang duurt de tijd van: De ram De geitenbok De vier horens die daaruit voortkwamen De kleine horen die zich uitzonderlijk groot maakte
27
Met andere woorden, hoelang duren:
Medo-Perzië Griekenland De vier koningen in het verdeelde Griekenland Het heidense Rome en het pauselijke Rome
28
Het antwoord op de vraag: Hoelang?
Daniël 8: 14, 16, 17, 19, 26
29
De lengte van het visioen moet overeenkomen met de inhoud van het visioen
30
Het tweede deel van de vraag
“En hoelang zal zowel het heiligdom als het leger overgegeven worden om vertrapt te worden?” Daniël 8: 13
31
Het antwoord voor beide vragen
“Hij zei tegen mij: Tot tweeduizend driehonderd avonden en morgens. Dan zal het heiligdom in rechten hersteld worden.” Daniël 8: 14
32
Wat is het ware heiligdom?
De tabernakel in de woestijn De tempel van Salomo, Zerrubabel en Herodus Het heiligdom in de hemel Gods kinderen en de gemeente zijn de tempel van de Heilige Geest
33
Het doel van de ware heiligdomsdienst
34
Op de Grote Verzoendag werd het heiligdom gereinigd (hersteld)
35
Want op deze dag wordt voor u verzoening gedaan om u te reinigen
Want op deze dag wordt voor u verzoening gedaan om u te reinigen. Van al uw zonden wordt u voor het aangezicht van de HEERE gereinigd... En de priester die men gezalfd en gewijd heeft om in de plaats van zijn vader als priester te dienen, moet de verzoening doen, als hij de linnen kleren, de heilige kleren, heeft aangetrokken. Zo moet hij het heilige heiligdom verzoenen. De tent van ontmoeting en het altaar moet hij verzoenen en hij moet voor de priesters en voor heel het volk van de gemeente verzoening doen. Leviticus 16: 30-33
36
Het hemelse heiligdom “Maar toen is Christus verschenen, de Hogepriester van de toekomstige heilsgoederen. Hij is door de meerdere en meer volmaakte tabernakel gegaan, die niet met handen is gemaakt, dat is: die niet van deze schepping is. Hij is niet door bloed van bokken en kalveren, maar door Zijn eigen bloed voor eens en altijd binnengegaan in het heiligdom en heeft daardoor een eeuwige verlossing teweeggebracht.” Hebreeën 9: 11, 12
37
De werkelijkheid in de hemel
“Ook de tabernakel en ook al de voorwerpen voor de eredienst besprenkelde hij op dezelfde manier met het bloed. En bijna alles wordt volgens de wet door bloed gereinigd, en zonder het vergieten van bloed vindt er geen vergeving plaats. Het was dus noodzakelijk dat de afbeeldingen van de dingen die in de hemelen zijn, hierdoor gereinigd werden, maar de hemelse dingen zelf door betere offers dan deze…
38
… Want Christus is niet binnengegaan in het heiligdom dat met handen gemaakt is en dat een tegenbeeld is van het ware, maar in de hemel zelf, om nu voor het aangezicht van God te verschijnen voor ons, en dat niet om Zichzelf dikwijls te offeren, zoals de hogepriester elk jaar in het heiligdom binnengaat met bloed dat niet van hemzelf is. Want dan had Hij vanaf de grondlegging van de wereld dikwijls moeten lijden. Maar nu is Hij bij de voleinding van de eeuwen eenmaal geopenbaard om de zonde teniet te doen door Zijn offer.” Hebreeën 9: 21-26
39
Het goede nieuws van Daniël 8
“Hij zei tegen mij: Tot tweeduizend driehonderd avonden en morgens. Dan zal het heiligdom in rechten hersteld worden.” “Wat betreft het visioen van de avond en de morgen, wat gezegd is, dat is de waarheid.” Daniël 8: 14, 26
40
“En u, houd het visioen geheim, want er komen nog vele dagen vóór het gebeuren zal. Ik, Daniël, kon niet meer en was enige dagen ziek. Daarna stond ik op en deed ik weer mijn werk voor de koning. Ik was verbijsterd over het visioen, maar niemand merkte het.” Daniël 8: 26, 27
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.