Download de presentatie
1
Goederen en voorraadbeheer
Hoofdstuk 2 Goederenopslag Blz. 36 tm 57
2
Introductie Werken in een DC
Hoe vind je het werken in een magazijn (denk je)? Is het werk afwisselend? Welke werkzaamheden zijn kenmerkend voor het werken in een magazijn?
3
2.1: Magazijnen Wanneer goederen binnen zijn gekomen moeten deze “verkoopklaar” gemaakt worden. Omverpakking moet worden verwijderd. Artikelen worden gecontroleerd op aantal en kwaliteit Soms moeten de artikelen nog geprijsd worden Dan gaan de artikelen naar de winkel of naar het magazijn.
4
Functies van het magazijn:
Opslagfunctie (voor artikelen die nog niet in de winkel mogen) Bewaarfunctie (voor al bestelde artikelen) Opslagfunctie (voor piekmomenten) Er worden artikelen klaargezet die terug moeten naar leverancier of DC Er worden artikelen verkoopklaar gemaakt
5
Soorten magazijnen Extern magazijn Intern magazijn - Afdelingsmagazijn
6
Extern magazijn Los van de winkel
Vaak in gebruik i.v.m. (tijdelijk) ruimte tekort Voorbeeld: Wanneer DC als magazijn gebruikt wordt voor de opslag van goederen uit de winkels (seizoensopslag) Magazijn van de leverancier (waar dagelijks de winkelier zijn artikelen uit aanvult) Voordelen Magazijn buiten het centrum is vaak goedkoper Gezamenlijk magazijn met verschillende bedrijven
7
Intern magazijn Bevindt zich binnen de winkel
Bij grote winkels (warenhuizen) heeft iedere afdeling een eigen magazijn
8
Winkels zonder magazijn
Wanneer er bijvoorbeeld dagelijks een levering komt met nieuwe goederen Of wanneer de winkel groot genoeg is om daar alle voorraad te plaatsen (IKEA) Zorg er voor dat je geen “nee-verkoop” hebt! Bestellingen en leveringen moeten goed inbalans zijn.
9
Fysieke winkel met webwinkel
Fulfilment: wanneer je de web-leveringen door een ander bedrijf laat uitvoeren. Fulfilment Voordeel: Minder personeel Minder ruimte Als winkel wegvalt dan gaan de webverkopen gewoon door Fulfilment bedrijfen zijn experts Wel goede afspraken maken met het fulfilment bedrijf (service)
10
Webwinkels zonder fysieke winkel
Wel een webwinkel maar geen fysieke winkel, ook zij kunnen gebruikmaken van fulfilment Als je het toch zelf doet, veiligheid speelt een belangrijke rol: Artikelen niet te hoog stapelen Aan de opslagvoorschriften houden Zware artikelen zo laag mogelijk opslaan Artikelen overzichtelijk opslaag Let op de artikelen die naast elkaar liggen (geen rauw voedsel naast bereid voedsel) Veiligheid in het magazijn Let je hier niet op: DERVING of ONGELUKKEN
11
Kosten mbt het houden van voorraad
De 3-R’s - Rente (voor geinvesteerd geld) - Ruimte (Voor de gehuurde ruimte) - Risico (Voor het risico dat je loopt) Maak opdracht 1 tot en met 3 (blz. 54)
12
2.2: Plaatsing in het magazijn
Drie soorten opslagsystemen Vast locatiesysteem Vrij locatiesysteem Gemengd locatiesysteem
13
Vast locatiesysteem Vast locatiesysteem
Je slaat de artikelen op een vaste locatiesysteem op in het magazijn Voordeel Structuur Nadeel Je bent niet zo flexibel om grote hoeveelheden in te kopen wanneer deze goedkoper zijn dan anders
14
Manieren om het vast locatiesysteem in te delen
In assortimentsgroepen (familygrouping) Volgens winkelindeling (presentatie) Verdeling slowmovers (voor) en fastmovers (achter) Volgens aard van het artikel (fysieke eigenschappen zoals: gewicht, grootte, vorm, kwetsbaarheid, zie symbolen op omverpakking) Basisassortiment (deze moeten altijd op voorraad zijn)
15
Symbolen op verpakkingen
16
Vrije locatiesysteem Hierbij kun je artikelen op elke willekeurige plek opslaan. Maak gebruik van een locatiescode Voordeel: iedere vrije ruimte wordt nu benut Nadeel: duurt soms lang voor je een artikel hebt gevonden
17
Gemengde locatiesysteem
Aantal artikelen op een vaste plek Overige artikelen op een vrije plek Bijv. Basisartikelen op een vaste plek En de rest op een vrije plek
18
Artikelen die telkens van plek weizigen zijn:
Actie artikelen (tijdens de actie vooraan in de winkel) Seizoensartikelen (tijdens de kerst vooraan, rest van het jaar achterin het magazijn) Rage artikelen (Zijn kort in de mode, dus op een plek waar je ze makkelijk kunt pakken)
19
Opslagmethode /opslagcondities
Zoals: In een magazijn stelling Op vlonders of pallets Koel of vriescel Op de vloer (fietsen) Buiten (kratten met….. ) Juwelen e.d.: in afgesloten ruimte in een magazijn Maken: opdracht 4 tot en met 7 (blz. 54)
20
2.3: aandachtspunten bij goederenopslag
Bij het opslaan houd je rekening met de volgende artikelkenmerken: Aantal Grootte Gewicht Kans op diefstal Eigenschappen Omzetsnelheid
21
Aantal Kennis hebben van de maximaal aantal (niet te veel kosten) artikelen op voorraad en de minimum aantal (geen nee verkoop) artikelen op voorraad Hoeveel is maximum of minimum? Maximum en minimum
22
Grootte Vaak in een vakstelling Schroefjes bij de dhz-zaak
Kantoorartikelen (paperclips, nietjes, pennen, gummen) Op de grond of op een pallet Wasmachines Fietsen Kratten
23
Gewicht Zware artikelen: onderin een schap
Lichte artikelen: kunnen wat hoger
24
Kans op derving Dozen en kratten goed opstapelen (niet omvallen)
Artikelen op de juiste manier in het mazgazijn plaatsen, zodat de niet bederven of beschadigd raken)
25
Eigenschappen Kleding (hanggoederen, of opgevouwen),
foodartikelen (met een lage of korte houdbaarheid datum), speelgoed (seizoen, vorm), flessen in kratten, los of dozen met wijn) Koelcel of vriescel
26
Omzetsnelheid Aantal keer dat de gemiddelde voorraad van een artikel in een bepaalde periode (maand, jaar) wordt verkocht. Onderscheid in: fastmovers en slowmovers Maak opdracht 8 blz. 54
27
2.4 Fifo- en lifo-systeem Wat is fifo?
Niet alleen in de winkel moet je rekening houden met fifo en lifo maar ook in het magazijn. Fifo: first in first out (vers artikelen) Lifo: last in first out (trend gevoelige artkelen)
28
Fifo De meeste artikelen (versartikelen, zoals: zuivel, brood, vlees maar ook andere etenswaren) vul je op de fifo manier aan in de winkel of in het magazijn.
29
Lifo De artikelen die als laatste binnen zijn gekomen moeten ook als eerste vanuit het magazijn de winkel in. Of zelf gelijk de winkel in ipv eerst nog in het magazijn op te slaan. Ook vaak artikelen die in een folder staan moeten gelijk de winkel in.
30
Wetgeving Heeft te maken met de opslag van gevaarlijke stoffen (PGS15)
PGS = publicatiereeks gevaarlijke stoffen Heb je gevaarlijke stoffen in het magazijn doe moet je weten hoeveel je er van mag opslaan en hoe je het moet opslaan.
31
NVWA Nederlandse voedsel en warenautoriteit.
Zij beoordelen de veiligheid van producten die consumenten kunnen kopen. Ook hierbij moet je rekening houden met de veiligheid (geen schoonmaakmiddelen naast vlees) NVWA
32
2.5: Transport- en hulpmiddelen
Worden gebruikt om het personeel te ontlasten bij het transporteren van goederen. Belangrijk: gebruik ze op de juiste manier! - Lading mag niet vallen - Bespaar het bukken en tillen
33
Extern transport Vervoer dat buiten plaatsvindt.
Vervoer van buiten naar binnen…. - kooiwagens - moterpalletstrucks - Verschillende soorten heftrucks
34
Soorten heftrucks Kooiaap heftruck Vorkheftruck Reachheftruck
35
Intern transport Voor vervoer binnen de winkel Steekwagen Rolcontainer
Etagewagen Winkelwagentje Hondje Magazijn wagen
36
Wat je gaat gebruiken…. Hangt af van de volgende factoren
- afstand die je moet afleggen - gewicht van de artikelen - zijn de artikelen breekbaar of niet - zitten de artikelen in dozen of staan ze op pallets. - de hoeveelheid die de klant in een keer koopt. Maak opdracht 9 tot en met 11
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.