De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

H.3. Botsende continenten

Verwante presentaties


Presentatie over: "H.3. Botsende continenten"— Transcript van de presentatie:

1 H.3. Botsende continenten
Geo landbouw in Europa H.3. Botsende continenten

2 Opbouw van de aarde

3

4 Magmastromen in de mantel

5 Opwarmen en afkoelen van magma

6

7

8 H.3 § 1. Botsende continenten
·  Platentectoniek : de aardkorst bestaat uit losse delen ( platen of schollen ) , die ”meedrijven” op de magma- stromen in de mantel. Bij de grenzen tussen de platen ontstaan : - gebergten - aardbevingen - vulkanen Platen kunnen op drie manieren bewegen : 1.  van elkaar af schuiven ( = divergent ← → ) 2.  naar elkaar toe ( = convergent → ← ) 3.  langs elkaar ( = transform ⁄ ⁄ ) ·  Een zeebodemplaat is dunner en zwaarder , een continentale plaat is dikker en lichter !!

9 Verschuiving van de platen + 4 cm. per jaar

10

11 PANGEA

12

13

14

15 · Het uiteenvallen van Pangea.
-  250 miljoen jaar geleden zaten alle continenten aan elkaar vast : Pangea -  200 miljoen jaar geleden spleet dit uiteen in een noordelijk deel (Eurazië ) en een deel dat naar het zuiden dreef ( Afrika ea. ). Hiertussen ontstond de Tethys-zee ( = voorloper van de Middellandse Zee.) - 135 miljoen jaar geleden dreef Afrika weer naar het noorden, waardoor het tegen Eurazië ging botsen. → convergente plaatgrens

16 Subductie

17 · Convergentie = botsende platen ( → ← )
Wat kan er gebeuren als 2 platen op elkaar botsen ? 1.  Zeebodemplaat botst op continentplaat :   De dunnere en zwaardere zeebodemplaat duikt onde de dikkere en lichtere continentale plaat ( = subductie ) en verdwijnt met een hoek van 45 ° in de onderliggende mantel van de aarde. Jong plooiingsgebergte + Vulkanen Trog Continent plaat Oceaan plaat Magma Subductie Aardbevingen

18 Dit heeft grote gevolgen :
- Door wrijving wordt gesteente vloeibaar → magma → vulkanisme . - Op grote diepte ontstaan : aardbevingen . - Op de plek waar de zeebodem onderduikt ontstaat een diepe kloof : trog - Ontstaan jong plooiingsgbergte .

19

20

21 Alpine plooiingsfase : Pyreneeën , Apennijnen , Alpen en Balkangebergte

22 Van de oorspronkelijke breedte van de Tethyszee, zo'n km, bleef nog slechts een 150 tot 200 km over als gebergte.

23 Lechtaler Alpen

24 Kalksteen op 2500 meter hoogte

25

26 2. Continentplaat botst op continentplaat :
Hierbij ontstaat een hoog plooiinggebergte . ( geen subductie ! ) Door botsen van Afrika op Eurazië ontstond ± 60 miljoen jaar geleden in de Alpiene Plooiingsfase een aantal jonge gebergten : - Pyreneeën - Apennijnen - Alpen - de gebergten van de Balkan , Turkije en N-Afrika. Hoog plooiingsgebergte Continent plaat Continent plaat

27 Hierbij werden ook de oude zeebodem-sedimenten van de
Tethys-Zee opgeheven. Deze sedimenten komen nu aan de oppervlakte , bijv. kalksteen hoog in de Alpen ! Afrika blijft noordwaarts schuiven → Middellandse Zee zal verdwijnen en in de plaats daarvan zal een hoog plooiings -gebergte ontstaan met daarin resten van de huidige zeebodem.

28 Jordaanslenk – Rode zee – Rift valley

29

30

31 · Divergentie = platen schuiven uit elkaar ( ← → )
  Waar in het Middellandse zeegebied ? → Arabië scheurt los van Afrika . Deze breuk loopt verder door de Jordaan-slenk , Dode Zee , Rode Zee en de Great Rift Valley door Oost Afrika .

32 Platentektoniek Middellandse zeegebied

33 De botsing van Afrika en Arabië op Azië heeft dus grote gevolgen voor het hele Middellandse zeegebied : 1.  hoge plooiingsgebergten in Turkije en Iran + aardbevingen ! 2.  Turkije en Griekenland worden naar het westen geperst . 3. door N -Turkije loopt een transforme breuk ( = platen schuiven langs elkaar ) . Dit is de Noord-Anatolische breuklijn → zware aardbevingen ! 4.  Vulkanisme ! Door hoge druk bij subductie worden gesteenten vloeibaar = magma . Via een opening ( krater ) of spleet komt dit naar buiten = lava

34 Olympus , Parnassos , Ararat

35

36 Pontisch gebergte ( noord ) + Taurus gebergte (zuid )

37 Noord-anatolische breuklijn

38 Turkije

39

40 Strato – of kegelvulkaan

41 Vesuvius met aan de voet : Napels

42 Vesuvius Vesuvius

43 Bij subductie-zones is de lava dik en taai ! Gevolgen :
Deze dikke, taaie lava koelt af dicht bij de krater → berg groeit omhoog na elke eruptie( = uitbarsting ) . Zo ontstaat een strato- of kegelvulkaan bijv. de Vesuvius bij Napels   ( tekening ! ) B. De dikke lava stolt vaak al in de krater en vormt een prop. De druk in de magma-kamer loopt geleidelijk op , totdat die zo hoog is , dat er een explosieve uitbarsting volgt . Wat kan er naar buiten komen ???

44 Pyroclastische golf

45 Pompeii en Herculaneum

46 Pompeii

47 Herculaneum

48 Wat kan er naar buiten komen ???
▪ pyroclastische wolk : wolk van gloeiende ( soms giftige ) gassen en vaste deeltjes, die met een enorme snelheid van de helling omlaag komt. ▪ Lavastromen ( = vloeibaar gesteente ) ▪ Stenen : grote vulkanische bommen en lapilli ( = kleine steentjes ) ▪ Vulkanische as = vruchtbaar. Daarom wonen vaak veel mensen rondom vulkanen . Als een vulkaan bij een explosieve uitbarsting zichzelf opblaast of in de lege magmakamer stort , ontstaat een caldera ( = een groot gat met de resten van de vulkaanrand er om heen ). bijv. het Griekse eiland Santorini ( tekening ! )

49

50 Santorini

51 Etna op Sicilie

52 Etna

53

54 Stromboli

55 Schildvulkaan : dunne lava vloeit ver weg van de krater → berg groeit in de breedte, bijv. Etna op Sicilië ( tekening ! ) Er zijn drie werkende vulkanen in het M.Z. –gebied : Vesuvius ( bij Napels ) uitbarsting ???? Etna ( op Sicilië ) elke 3 jaar een uitbarsting Stromboli ( eilandje ten noorden van Sicilië ) elk kwartier .

56

57 Bodemerosie ( par. 2 !) Door het vasthouden van water in zowel de bodem als de boomkruinen en het eigen gebruik van liter water per ha. bos per dag → geen overstromingen !

58 Overbegrazing

59 Bodemdegradatie = afname vd. kwaliteit vd. bodem. 
Par Milieuproblemen . Bodemdegradatie = afname vd. kwaliteit vd. bodem. Oorzaak : de mens verwijdert de vegetatie - bos kappen  hout - overbegrazing - land omploegen voor akkerbouw Gevolgen : - verwoestijning - wegspoelen van vruchtbare toplaag door regen - aardverschuivingen ( als grond verzadigd is met water )

60 verzilting

61 Foute irrigatie-methoden

62 Beter is : druppel – of micro- irrigatie !

63 Verzilting = toename vh zoutgehalte in water en bodem
Oorzaken : - binnendringen zout zeewater ( bij overstroming ) - opwellen zout kwelwater ( dringt via de ondergrond naar een lager gelegen gebied , achter duin of dijk ). ( tekening ) - onzorgvuldige irrigatie  water verdampt, zout blijft achter. Oplossing : druppelirrigatie = via slang met openingen krijgt elke plant precies de juiste hoeveelheid water.

64 Afspoeling en geulerosie

65 Löss-gebied in China

66 Erosie = de uitschurende werking van stromend water, wind
of ijs  de geomorfologie ( = landschapsvorm) verandert . - Geulerosie : water schuurt diepe geulen in de helling Afspoeling : water spoelt vruchtbare bodem van de helling af. Gevolg : kale helling zonder planten en losse bodem , die geen water kan vasthouden (“sponswerking“).  bij veel regen stroomt alles direct naar rivier  overstromingen !  tijdens droge periode geen (grond)water naar de rivier  rivier staat droog !

67 Vervuiling door : Toename bevolking aan kusten Middellandse Zee : - hoog geboortecijfer in N-Afrika en West-Azië . - migratie uit droog, bergachtig binnenland naar kustvlakten. - kustvlakten malariavrij gemaakt door DDT. - groei van grote steden  verkeer , afvalberg , rioolwater. Toename industrie : - zware industrie ( hoogovens , petrochemie)  vervuiling. - toename gifstoffen in voedselkringloop ( DDT, dioxine ) - lozing koelwater elektriciteitscentrales  thermische verontreiniging  meer algen , minder zuurstof in water. - olietankers  lozingen , olierampen .

68 Eutrofiering

69

70 3. Toename intensieve landbouw :
- eutrofiering ( = toename voedselrijkdom ) door overdaad aan meststoffen  algengroei  minder zuurstof + minder zelfreinigend vermogen. - bestrijdingsmiddelen  niet afbreekbaar  in voedselketen. - toename waterverbruik + verzilting door irrigatie. Toename toerisme ( 30% van wereldtotaal ) - volbouwen kusten met hotels , campings , voorzieningen . - watergebruik ( zwembaden, golfbanen ) - toename verkeer , seizoensdrukte .

71 Duurzaam gebruik = zodanig omgaan met de natuurlijke omgeving
duurzaamheid Duurzaam gebruik = zodanig omgaan met de natuurlijke omgeving en hulpbronnen , dat ook toekomstige generaties er gebruik van kunnen maken .


Download ppt "H.3. Botsende continenten"

Verwante presentaties


Ads door Google