De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

H7 Kunst voor de burger De gouden eeuw in de Nederlanden

Verwante presentaties


Presentatie over: "H7 Kunst voor de burger De gouden eeuw in de Nederlanden"— Transcript van de presentatie:

1 H7 Kunst voor de burger De gouden eeuw in de Nederlanden

2 inleiding 16e eeuw De Spaanse koning heerst over de Zuidelijke en Noordelijke Nederlanden. Katholieke koning Protestantse burgers (naar vrijheid hunkerend) de val van Antwerpen. Amsterdam wordt de grootste havenstad. 1588 Holland, Zeeland en vijf anderen provincies verenigen zich in een onafhankelijke republiek.

3 Amsterdam wordt een belangrijke handelsstad.
inleiding Amsterdam wordt een belangrijke handelsstad. Veel immigranten met kennis en handelscontacten. Ambachtslieden en intellectuelen volgen. 1600  1/3 Amsterdammers is immigrant.

4 inleiding De republiek bloeide op vier verschillende gebieden: Politiek Economie Sociaal Cultureel

5 Frans Hals, de meester van de snelle toets
Twee belangrijke bevolkingsgroepen verenigt. De regentes en koopman op hun huwelijksportret. Frans Hals Huwelijksportret van Isaac Massa en Beatrix van der Laen Ca. 1622

6 Schilder, herbergier, kunsthandelaar en zijdewever
Johannes Vermeer Links Schilderconst (1670) Rechts muziekles ( ) Schilder, herbergier, kunsthandelaar en zijdewever

7 Overvloed en matigheid
Calvijn verzet zich tegen de overdadige weelde van de katholieke kerk. Vanaf 1541 verspreid Calvijn zijn ideeën. Het calvinisme zorgt voor verandering in de Nederlandse samenleving. Pieter Saerendam St Bavo te Haarlem Pieter Saerendam St Odulphus te Assendelft

8 Overvloed en matigheid
Vanuit de kansel roept de dominee op tot… De drie goddelijke deugden: geloof hoop liefde De vier kardinale deugden: rechtvaardigheid kracht voorzichtigheid matigheid

9 Overvloed en matigheid
Schilderijen en beelden hebben ze in overvloed; gebouwen en tuinen zijn extravagant tot op het dwaze af. (…) In heel Europa zult u geen wwonhuizen vinden van zo’n weelderige luister als de vele huizen van kooplieden en andere herenhuizen in Amsterdam. B. De Mandeville Het schilderijen kabinet Jacob de Formentrou

10 Overvloed en matigheid
Emanuel de Witte, familie in een interieur 1678

11 Examenvraag Op deze twee schilderijen zie je vrouwen die huis en haard schoonhouden. De historicus Simon Schama ziet deze behoefte om alles smetteloos schoon te houden als een tegenwicht voor de snel verworven rijkdom van de burgerij. Hij gaf zijn boek over de Nederlandse Gouden Eeuw dan ook de titel Overvloed en onbehagen. Breng het onbehagen uit deze titel in verband met de heersende moraal in die tijd. Leg vervolgens uit hoe het grondige schoonhouden van huis en haard daaruit kan worden verklaard.

12 Examenvraag De antwoorden moeten de volgende strekking hebben: • De heersende moraal werd bepaald door de calvinistische leer, die materiële welvaart afkeurde omdat het een bron van verleidingen was: daarom ontstond moreel onbehagen (dat werd gecompenseerd door uitgaven aan vrome doelen, omdat welvaart verantwoord moest worden aangewend) 1 • Het huishouden werd ‘gemoraliseerd’: door huis en haard schoon te houden, hield de deugdzame huisvrouw de omgeving figuurlijk schoon van zonden en/of een net huishouden vormde een tegenwicht voor zondige verlokkingen van de weelde / wereldse ijdelheid 1

13 Rijke burgerij  verstrekt opdrachten
Iedereen koopt kunst Rijke burgerij  verstrekt opdrachten Lagere klassen  kopen kant en klaar Alledaagse onderwerpen Kleine afmetingen Jan Steen Sint Nicolaas feest

14 Burgerlijke kunst, raadsel en bedrog
Het toneel van de wereld Jan Steen “Homo bulla” De mens is een zeepbel “Siltich oestersap” wekt de lust op volgens Jacob Cats Emblemata boeken helpen de schilderijen te ontrafelen.

15 Burgerlijke kunst, raadsel en bedrog
Jan Steen Zoals de oude zongen 1665 Je ziet op het schilderij van Jan Steen 'Zoals de Ouden zongen' een gezellig tafereel. Op zich lijkt er niks aan de hand, maar kijk eens naar de details: schelpen van oesters en mosselen (lust), een vogelkooitje met het deurtje open (de man heeft een afspraakje buitenshuis), een jongen die pijp leert roken (symbool voor gemeenschap), overmatige hoeveelheden wijn (roesmiddel) en druiven (kiemkracht), een papegaai (koppig dier - rood staat voor onzedelijkheid). Een vogel in het algemeen was symbool van het verlangen om in hoger sferen te komen of had een seksuele bijbetekenis.

16 Burgerlijke kunst, raadsel en bedrog
5 genres in de schilderkunst; Historie stuk een schilderij waarop een verhaal uit de klassieke oudheid, de bijbel of de geschiedenis is afgebeeld Genrestuk een schilderij met een al dan niet gefantaseerd tafereel uit het dagelijks leven. Drank , feesten het huiselijk leven vormen het onderwerp. De afgebeelde personen zijn meestal niet bestaand. Er zit vaak een verborgen boodschap in. Bijvoorbeeld Jan Steen Stilleven schilderij waarop levenloze of dode voorwerpen in een compositie zijn afgebeeld. Subgenre vanitas stilleven over de vergankelijkheid van ons bestaan. Landschap een schilderij met het landschap als voornaamste onderwerp. Portret een schilderij met een persoon/personen als voornaamste onderwerp.

17 Wat buuten maat bestaat, in onmaats qaat vergaat
Burgerlijke kunst, raadsel en bedrog Johannes van der Beeck Drinkgerei met breidel, allegorie op de matigheid. 1614 Wat buuten maat bestaat, in onmaats qaat vergaat Allegorie: abstracte begrippen zoals deugden en ondeugden worden zichtbaar gemaakt door ze als personen of te laten zien of op een andere wijze in de voorstelling te verpakken.

18 Pieter Claesz. Vanitas stilleven 1629

19 Selfies in de gouden eeuw
Rembrand van Rijn Judith Leyster

20 Examenvraag In de zeventiende eeuw waren ook vrouwen actief als kunstenaar. Meestal deden zij dat als aangenaam tijdverdrijf. Judith Leyster, van wie je een zelfportret ziet, vormt hierop een uitzondering. Zij was in haar tijd de enige vrouwelijke meester-schilder van de stad Haarlem. (3p) Bespreek drie manieren waarop een meester-schilder inkomsten kon verwerven. Waarschijnlijk zien we hier haar meesterstuk, waarmee ze aantoonde dat ze de kwaliteiten had om meester schilder te worden bij de st Lucas gilde. (3p) Noem drie aspecten waardoor je kunt aannemen dat dit haar meesterstuk was.

21 Examenvraag maximumscore 3 • Door opdrachten: overheden of kapitaalkrachtige burgers verleenden opdrachten 1 • Door verkoop: de schilder kon (zich specialiseren in een bepaald genre en) zijn werk op de vrije markt / aan verzamelaars / bij loterijen verkopen (de kwaliteit en/of de zeldzaamheid van het werk bepaalde de inkomsten ervan) 1 • Door lesgeven: een meester-schilder leidde leerlingen op die daarvoor leergeld betaalden 1 maximumscore 3 De antwoorden moeten de volgende strekking hebben (drie van de volgende): − Een meester-schilder kan een karakter weergeven en Leyster portretteert zichzelf als een opgewekte vrouw vol zelfvertrouwen en/of in een nonchalante/ontspannen pose (ze leunt achterover en kijkt de toeschouwer met een glimlach recht in het gezicht). − Een meester-schilder is bekwaam in het uitbeelden van details en/of stofuitdrukking zoals hier bijvoorbeeld te zien is in de kraagrand en/of heeft (tegelijkertijd) een vlotte kwaststreek (die in de zeventiende eeuw zeer bewonderd werd), te zien in bijvoorbeeld de rok en de mouw. − Een meester-schilder geeft aan in welk genre hij excelleert en Leyster schildert vooral (vrolijke gezelschappen en) musicerende mensen: op de ezel staat het schilderij van een vrolijke man met een viool. − Leyster toont de status van een meester-schilder door zichzelf in rijke kleding af te beelden, waarmee ze laat zien dat ze van haar werk kan leven.

22 Tulpengekte en Delftsblauw
Ambrosius Bosschaert, Vaas met vier tulpen, ca. 1615 Adriaen Kocks, Tulpenvaas 1690/1700 Tulpen, afkomstig uit Turkije, waren bijzonder zeldzaam en kostbaar, vooral gevlamde tulpen. Met de handel in tulpen werden enorme winstmarges behaald. Op veilingen ging één bol van de hand voor de prijs van een grachtenpand. Handelaren, rijke burgers en arbeiders beleenden hun vermogen om te speculeren op de tulpenmarkt. Na 1636 stortte de handel in.

23 Delfts porselein is een imitatie van Chinees porselein (beschilderd met een half-doorzichtig blauw laagje). De techniek was door Italiaanse, Spaanse en Antwerpse pottenbakkers overgenomen. Behalve vazen en serviezen waren de tegeltjes geliefd. Eind 17e eeuw had het Delftse aardewerk dezelfde status als het originele Chinese porselein.

24 Een nieuw stadhuis In 1640 werd besloten het bouwvallige, weinig representatieve stadhuis van Amsterdam te vervangen. Uit diverse ontwerpen koos men het meest ambitieuze: dat van Jacob van Campen. Het gebouw werd tevens een monument voor de onafhankelijkheid (Vrede van Münster 1648). De eerste bouwfase kwam gereed in 1655. Bijzonder was de 13 jaar durende medewerking van de Vlaamse beeldhouwer Quellijn.

25 Een nieuw stadhuis Het paleis op de dam is classicistisch; geïnspireerd op klassieke voorbeelden, maar van na de renaissance. Jacob van Campen is kenner van de klassieke (bouw)kunst (Groote tour Italië). Klassieke symmetrie en harmonie sluiten goed aan bij het strenge calvinisme

26 Het Stadhuis had allerlei doeleinden:
Een nieuw stadhuis De burgerzaal Het Stadhuis had allerlei doeleinden: stedelijke Wisselbank, met een kluis in de kelder de boeyen of gevangeniscellen stedelijke rechtbank (de ‘Vierschaar’) bestuursgebouw voor stadsambtenaren; raadskamers, burgemeesterskamers handelsbeurs en verzekeringskantoor ontmoetingsplaats voor burgers; de Burgerzaal was een soort overdekt plein

27 Een nieuw stadhuis De Vierschaar (rechtszaal) Salomonsoordeel

28 5 juni 1648, de vrede wordt getekend.
Vrede, macht en handel Tableaux; bewegingloze voorstelling door mensen waarin een verhaal of gebeurtenis wordt uitgebeeld. Meestal een verhaal uit de klassiekeoudheid, de Bijbel of een historische gebeurtenis. 5 juni 1648, de vrede wordt getekend. Feest in de stad, tableaux worden gepresenteerd.

29 ‘t gezegende Amsterdam, omheind met waterscharen,
Een nieuw stadhuis ‘t gezegende Amsterdam, omheind met waterscharen, Zwaait nu als keizerin de zoete en zoute baren, De gaffel van Neptuin. Haar hoofd is met een kroon Van stevens geperruikt. De faam beschrijdt haar troon, En steekt haar loftrompet. ‘t Gerecht, de kracht der stede, De vrijheid, d’oude Tucht, de Godsdienst en de Vrede Bekleden haar rechterzij. De Nering, d’Overvloed, De Rijkdom, d’Eendracht en de trouw, oprecht van moed, Heeft ze aan haar linkerhand. (…) Jan Vos. De moeder der Vrede, 1648

30 Zeven klassieke vrije kunsten; Grammatica (taalkunde)
Toneel van de wereld De wereld is een speeltoneel, elck speelt zijn rol en krijgt zijn deel. Zeven klassieke vrije kunsten; Grammatica (taalkunde) Dialectica ofwel logica (logisch redeneren) Retorica (welbespraaktheid, hoe een betoog op te zetten) Aritmetica: rekenkunde (getal) Geometria: meetkunde (ruimte) Musica: harmonieleer (tijd) Astronomia: kosmolie (ruimte in tijd) Toneel is in handen van de rederijkers, klassiek geschoolde burgers die de retorica beoefenen.

31 Tableaux vivants (begeleid met tekst).
Toneel van de wereld Bij stedelijke ontvangsten en gebeurtenissen spelen de rederijkers een belangrijke rol. Optochten Spektakelstukken Tableaux vivants (begeleid met tekst). Triomfboog ter ere van de komst van Maria de Medici

32 Amsterdamse schouwburg 1658
Toneel van de wereld Samenvatting animatie Daan Schuurmans over Amsterdamse schouwburg 1658 Trailer Het toneel speelt Joost van den Vondel bedenkt het woord schouwburg

33 Toneel van de wereld Genres in de schouwburg: Treurspel of tragedie: toneelspel met ernstige inhoud, bestaat uit een proloog en drie tot vijf bedrijven. Klucht: komisch toneelstuk over het dagelijks leven, het verhaal en de gesproken taal zijn vaak grof en volks. Klassieke of bijbelse vertellingen Blijspel of komedie: vorm van drama dat zich vooral van de tragedie onderscheidt door een andere kijk op mens en wereld, door een zekere toegeeflijke glimlach. Lichte intrige, een oppervlakkige karaktertekening en een goede afloop. ‘t kan verkeren’

34 Organisten verzorgen concerten op vaste tijdstippen.
Vertier en muziek ‘De Orghelen, gelijck se voor een tijd geduldet waren, alsoo met den eersten, ende op allervoeglyckste moesten weggenomen worden’ Toccata in C Jan Pieterszoon Sweelinck Na de reformatie zijn de orgels en de kerktoren met beiaards stedelijk bezit geworden. Het kerkgebouw krijgt ook deels een andere functie, het is een ontmoetingsplek. Organisten verzorgen concerten op vaste tijdstippen.

35 Vertier en muziek Stedelijke musici (o.a. organisten) zijn verplicht muzielessen te geven aan het collegium musicum.

36 Vertier en muziek Tafarelen van muscicerende mensen waren populaire onderwerpen in de cultuur van de zeventiende eeuw. De burgers konden er hun eigen muziekpraktijk in herkennen zoals het spelen en zingen in huiselijke kring en in de kroeg. (2p) bespreek nog twee aspecten van het muziekleven van de zeventiende eeuwse burgerij. Liedboeken zoals op de afbeelding, werden in duizendvoud gedrukt. Deze boeken bevatten meestal alleen liedteksten en geen muzieknotatie. (1p) leg uit waarom in deze liefboeken geen muzieknotatie nodig was.

37 • Veel burgers leerden een instrument bespelen als onderdeel van hun opvoeding 1
• Gegoede burgers maakten vaak muziek in een collegium musicum (onder leiding van beroepsmusici) (De muziek is relatief eenvoudig, want) drie van de volgende: − (melodie) de melodie kent veel herhalingen en/of heeft een kleine omvang of verloopt in kleine stappen (intervallen). − (ritme) het ritme bestaat uit veel gelijke notenwaarden/een beperkt aantal notenwaarden/heeft weinig variatie en/of het ritme van de muziek volgt het ritme van de tekst. − (toonhoogte) de zangmelodieën bewegen (voornamelijk) parallel / de samenklank is homofoon / de baspartij speelt voornamelijk grondtonen. − (tempo) het tempo is matig snel. per juist antwoord Omdat de liederen vaak gezongen werden ‘op de wijze van’, dus op de melodie van een ander lied dat men al kende (en de meeste mensen waren het muziekschrift niet machtig).


Download ppt "H7 Kunst voor de burger De gouden eeuw in de Nederlanden"

Verwante presentaties


Ads door Google