Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
Ondervoeding bij ouderen
Een e-learning module voor verzorgenden. In opdracht van:
2
Inleiding Welkom bij de module ondervoeding en risico op ondervoeding.
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang Welkom bij de module ondervoeding en risico op ondervoeding. Je kunt zelf bepalen of je de module in een, twee of meerdere keren doorloopt. Succes met het doorlopen van de module! Voor het doorlopen van de module: Klik in het menu (links) op het onderwerp waar je meer over wilt weten Het groen omrande vakje geeft aan in welk(e) hoofdstuk/paragraaf jij je bevindt Klik op onderstreepte woorden voor meer uitleg Klik op pijltje naar links om terug te gaan, klik op pijltje naar rechts om verder te gaan 1 van 3
3
Doelen Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 2 van 3 Het kennen en herkennen van de risicofactoren voor het ontwikkelen van ondervoeding bij (thuiswonende) ouderen Inzicht in jouw rol in de preventie, herkenning en behandeling van ondervoeding Inzicht in de multidisciplinaire taakverdeling rond het zorgprobleem ondervoeding Samen nadenken over: Wat is de optimale zorg voor de kwetsbare thuiswonende oudere met (risico op) ondervoeding
4
Het probleem ondervoeding
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang Wist je dat: De helft van de ouderen in zorg risico op ondervoeding heeft? 30-40% van de ouderen met thuiszorg zorg ondervoed is? En 15-20% van de ouderen in verpleeg-en verzorgingshuizen? Ondervoeding bij 50% van deze ouderen voorkomen had kunnen worden? Ondervoeding zorgt voor een afname van kwaliteit van leven, vermindering van afweer en slechtere wondgenezing? 3 van 3
5
Kijk op de volgende pagina voor meer uitleg over goede voeding.
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 1 van 1 Ouderen in instellingen zijn zorgafhankelijk. Ook thuiswonende ouderen zijn een kwetsbare groep. Goede voeding is belangrijk. Het levert voldoende energie (calorieën) en voedingsstoffen zoals eiwitten, vetten, koolhydraten, vitamines en mineralen om een goede voedingstoestand te behouden. Dit is nodig voor dagelijks functioneren en de gezondheid. Kijk op de volgende pagina voor meer uitleg over goede voeding.
6
Schijf van vijf - groepen - factoren
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 1 van 1
7
Dagelijkse benodigde hoeveelheden
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang Mannen: 1 van 2 Groente: 250 gram Fruit: 2 porties Broodproducten: 4-6 bruin of volkoren Graanproducten: 4 opscheplepels volkoren graanproducten of 4 aardappelen Vlees, vleesvervangers, vis, eieren of peulvruchten: 1 portie Noten: 15 gram ongezouten Zuivelproducten: 4 porties Kaas: 40 gram Bereidingsvetten: 55 gram smeer- en bereidingsvetten (olie) Vocht: 1,5-2 liter
8
Dagelijkse benodigde hoeveelheden
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang Vrouwen: 2 van 2 Groente: 250 gram Fruit: 2 porties Broodproducten: 3-4 bruin of volkoren Graanproducten: 3 opscheplepels volkoren graanproducten of 3 aardappelen Vlees, vleesvervangers, vis, eieren of peulvruchten: 1 portie Noten: 15 gram ongezouten Zuivelproducten: 4 porties Kaas: 40 gram Bereidingsvetten: 35 gram smeer- en bereidingsvetten Vocht: 1,5-2 liter vocht
9
Een goede warme maaltijd
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 1 van 1 een heel bord: 2 à 3 aardappels, 150 gram groente portie vlees (75 – 100 gram), 150 ml nagerecht (melkproduct) een half bord: 1 à 2 aardappels, 100 gram groente een klein stukje vlees (50 gram) 100 ml nagerecht (melkproduct) een kwart bord: 1 aardappel, een klein beetje groente geen vlees en wel een melkproduct als nagerecht OF een klein stukje vlees en geen nagerecht Genoeg Matig Te weinig
10
Een goede broodmaaltijd
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 1 van 1 een heel bord: 2 boterhammen besmeerd met margarine 2 x vleeswaren / kaas beleg een melkproduct een half bord: 1 boterham met zoet beleg een kwart bord: 1 boterham of beschuit of cracker met zoet beleg geen melkproduct Genoeg Matig Te weinig
11
Belang goede voeding Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang Verkleint de kans op ondervoeding en de gevolgen ervan Kan ziekten voorkomen Verbetert de kwaliteit van leven van een zieke of verzwakte cliënt Voor een goede voedingstoestand is overigens niet alleen goede voeding van belang. Ook beweging is noodzakelijk. De maaltijd heeft een belangrijke communicatiefunctie. Het maaltijdenpatroon geeft structuur aan de dag. Wil jouw cliënt meer weten over goede voeding bij een specifieke aandoening. Raad hem/haar dan dit boek aan. 1 van 1
12
Wanneer is jouw cliënt ondervoed?
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang …hij een BMI lager dan 18,5 heeft (bij ouder dan 65 jaar: lager of gelijk aan 20) COPD:BMI onder 21 …hij meer dan 3 kilo in 1 maand onbedoeld is afgevallen …hij meer dan 6 kilo in 6 maanden onbedoeld is afgevallen …hij een BMI tussen 18,5 en 20 heeft (bij ouder dan 65 jaar tussen 21 en 23). En langer dan 3 dagen niet/nauwelijks gegeten of meer dan een week minder dan normaal. ondervoed als… 1 van 2
13
Ondervoeding Symptomen Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 2 van 2 Door (on)bedoeld gewichtsverlies kan een cliënt ondervoed raken. Er is dan sprake van afbraak van spiermassa (leidt tot verminderde long-en spierkracht) De gevolgen hiervan kunnen ernstig zijn. Een laag BMI is ook ongewenst. Bij ondervoeding krijgt de cliënt te weinig voedingsstoffen en/of is het verbruik te hoog om zijn lichaam te laten functioneren. Let op! Ook cliënten met overgewicht kunnen ondervoed raken bij onbedoeld gewichtsverlies!
14
Oorzaken ondervoeding
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang Fysisch Psychisch Sociaal Medisch Afnemende smaak en geur Depressie Boodschappen doen Kauwproblemen Verminderde mobiliteit (spieren, botten) Angst Mogelijkheid om eten te bereiden Slikproblemen Vertraagde opname voeding Eenzaamheid Financiële status/armoede Ziekte Ontregeling van het verzadigings-gevoel Veranderingen in de levenssituatie Minder dagelijkse dingen kunnen uitvoeren Medicijnen Minder maagzuur Verdriet Alleen eten Alcohol-verslaving Minder vetvrije lichaamsmassa Zwaarmoedigheid Dementie
15
Gevolgen van ondervoeding
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 1 van 1 Verergering onderliggende ziekten Afname kwaliteit van leven (onder andere door uitputting en lusteloosheid) Meer kans op complicaties Multimorbiditeit Meer kans op infecties (door verminderde darmwerking en verlaagde weerstand) Verminderde wondgenezing / grotere kans op decubitus Meer sterftegevallen Gevolgen Afname gewicht spiermassa: afname ADL
16
Symptomen van ondervoeding
Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 1 van 1 1 van 1 Mager uiterlijk Spieratrofie Dof en futloos haar Slechte eetlust Losse huid door weinig onderhuids vet Droge, schilferige en weinig elastische huid Zwarte kringen onder ogen Algemene malaise, moeheid Gespannen huid door oedeem Rode, warme of klamme huid (koorts) Koude, bleke huid en soms blauwe plekken Somber en/of lusteloos
17
Risico op ondervoeding
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 1 van 1 1 van 1 Voorbeeld: Cliënt: 75 kg 1% = 0.75 kg, dus 5 % = 5 x 0.75 = 3,75 kg 10 % = 7.5 kg. Wanneer de cliënt afgelopen half jaar tussen de 3.75 en 7.5 kg is afgevallen dan heeft hij risico op ondervoeding. …onbedoeld gewichtsverlies: 5% in 1 maand of 10% in afgelopen half jaar … BMI tussen de 18,5 en 20 ouder dan 65 jaar: BMI onder 23 COPD: BMI onder 21 … hij langer dan 3 dagen niet of nauwelijks gegeten heeft of meer dan een week minder dan normaal. De cliënt heeft risico op ondervoeding als…
18
Risicogroepen Kwetsbare en / of eenzame ouderen
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 1 van 1 1 van 1 Kwetsbare en / of eenzame ouderen Chronisch en / of ernstig zieken
19
Kijk voor bijbehorende factoren op de volgende pagina’s
Risicofactoren Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 1 van 4 1 van 1 1 van 1 Risicofactoren voor ondervoeding zijn in te delen in 3 groepen: 1. Beperkte voedingsinname 2. Verhoogde behoefte aan energie en voedingsstoffen 3. Verlies aan voedingsstoffen Kijk voor bijbehorende factoren op de volgende pagina’s
20
Beperkte inname - groepen - factoren Kennistekort over goede voeding
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang Kennistekort over goede voeding (slechte kwaliteit kant-en-klare maaltijden) Lichamelijke handicaps Kauw- en slikproblemen (slecht passend gebit) Slechte eetlust, bijv. door aanwezigheid van: Eenzaamheid Angst Roken Depressiviteit Lusteloosheid Misselijkheid Psychosociale problemen 2 van 4 Pijn Vermoeidheid Ziekten (dementie) Slechte maaltijdambiance Medicijngebruik (smaak- verandering en vol gevoel) Alcohol of drugsmisbruik
21
Verhoogde behoefte Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 3 van 4 Verhoogde stofwisseling en /of energiebehoefte als gevolg van: Ziekte (infecties, COPD, kanker, Parkinson, hartfalen) Koorts Verhoogde lichamelijke activiteit (bewegingsdrang bij dementerenden en Parkinson) Roken
22
Verlies van voedingsstoffen
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang (Brand)wonden Decubitus Diarree Braken Nierdialyse Medicijngebruik, bijv. risico op diarree bij antibiotica Problemen met vertering en opname van voedingsstoffen, bij chronische maagdarmaandoeningen 4 van 4
23
Signaleren Symptomen Ondervoeding Risico Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 1 van 1 1 van 1 De verzorgende spoort door te signaleren kenmerken op die duiden op (risico op) ondervoeding. Rapporteer altijd wat je hebt gesignaleerd!! Op deze manier weten jouw collega’s waar ze op moeten letten en welke symptomen bij de cliënt nieuw zijn en welke niet
24
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang Belang van signaleren 1 van 1 1 van 1 Door vroegtijdige signalering en toepassen van interventies (tussenkomst) kan het aantal gevallen van ondervoeding worden gehalveerd! Vroegtijdige signalering en toepassen van interventies leiden tot verbetering van de voedingsinname van cliënten. Hierdoor herstellen ze sneller, verbetert de voedingstoestand, de spierkracht en de kwaliteit van leven. Ook het aantal complicaties neemt af.
25
Thuiswonende ondervoede ouderen bij eerste consult diëtist
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang Thuiswonende ondervoede ouderen bij eerste consult diëtist Thuiswonende ondervoede ouderen bij eerste consult diëtist 1. Bent u onbedoeld afgevallen? 68% 2. Vindt u uw gewicht te laag? 51% 3. Heeft u in de afgelopen maand minder gegeten dan normaal? 4. Heeft u maag- of darmproblemen? 30% 5. Vindt u dat u niet gezond eet? 13% 6. Heeft u hulp nodig bij boodschappen doen en koken? 43% 7. Heeft u last van vermoeidheid? 57% 8. Heeft u pijnklachten? 33% 9. Bent u somber en/of verdrietig? 19%
26
Werkwijze: wanneer probleem?
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang Werkwijze: wanneer probleem? 1 van 1 Als een cliënt de afgelopen week meer dan 3 dagen te weinig heeft gegeten Als een cliënt langer dan een week redelijk eet Als er sprake is van: Lege koelkast Restjes in de koelkast Producten over de houdbaarheidsdatum heen De cliënt problemen heeft met boodschappen doen en / of koken en / of eten Geen eetlust en / of misselijkheid Wat zou je zelf nog kunnen bedenken?
27
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang Werkwijze 1 van 5 Klinische blik: Beoordelen van het uiterlijk van de cliënt. Dit doe je op basis van professionele kennis en inzicht. Het gaat hier om het inschatten van de voedingstoestand van de cliënt. Screenen: Het zoeken naar cliënten met (risico op) ondervoeding. Dit doe je door middel van een screeningsinstrument, bijvoorbeeld de SNAQRC en de SNAQ65+. SNAQ rc en SNAQ 65+ onderstrepen en linken
28
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang Werkwijze Door middel van de klinische blik kun je de symptomen van ondervoeding waarnemen. 2 van 5 De klinische blik is geen betrouwbare manier om ondervoeding vast te stellen. Het kan wel een hulpmiddel zijn. Let op: Ondervoede cliënten hoeven niet altijd een mager uiterlijk te hebben. Een cliënt met overgewicht kan ook ondervoed zijn!
29
Specifieke signalen - groepen - factoren bleke huid, doffe ogen
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang Specifieke signalen 3 van 5 bleke huid, doffe ogen ring is te ruim etenswaren zijn over de datum koelkast is leeg Komt iemand het huis niet uit? Komt iemand somber over? Is iemand opvallend minder gaan eten? Gaan kleren losser zitten? Zit een broekriem te los? Zit een horloge te los?
30
Screening Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 4 van 5 Er zijn in Nederland twee screeningsinstrumenten ontwikkeld voor ouderen in zorg. De SNAQRC is ontwikkeld voor ouderen in verpleeg- en verzorgingshuizen. Klik hier voor de werkwijze. De SNAQ65+ is ontwikkeld voor ouderen in de eerstelijnszorg en de thuiszorg. Klik hier voor de werkwijze. SNAQ rc: link gaat naar dia 24. moet zijn: dia
31
Screening Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 5 van 5 De SNAQRC en SNAQ65+ zijn betrouwbare manieren voor de verzorgende om (risico op) ondervoeding op te sporen: screening. Om de diagnose (risico op) ondervoeding te stellen moet een diëtist (via arts) ingeschakeld worden. De diëtist zal aanvullend onderzoek doen en een diagnose geven over de voedingstoetstand van de cliënt.
32
SNACRC Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 1 van 8 De SNAQRC is ontwikkeld voor ouderen in verpleeg- en verzorgingshuizen. De SNAQRC moet bij opname, MDO en bij veranderingen worden afgenomen. Het resultaat wordt genoteerd in het zorgplan. Het screenen bestaat uit 4 stappen: 1 - Stel drie vragen 2 - Vaststellen BMI 3 - Bepalen totale score 4 - Behandelbeleid vaststellen De uitkomst van stap 1 en stap 2 levert een score op: een rood, oranje of groen bolletje. Bij stap 3 worden deze opgeteld.
33
SNACRC Stap 1 – Stel drie vragen - groepen - factoren
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 2 van 8 Stap 1 – Stel drie vragen Bij minimaal 1 rood bolletje antwoord is rood Bij 2 oranje bolletjes antwoord is rood Antwoord op alle vragen nee? antwoord is groen
34
SNACRC Stap 2 – Vaststellen BMI - groepen - factoren
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 3 van 8 Stap 2 – Vaststellen BMI Draai het schijfje tot de lengte overeenkomt met het lichaamsgewicht. De rode pijl wijst dan naar de BMI. De BMI kan ook berekend worden zonder dit schijfje. Klik hier voor de berekening van de BMI.
35
Stap 3 – Bepalen totale score
SNACRC Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 4 van 8 Stap 3 – Bepalen totale score Tel de score van de vragen en de score van de BMI bij elkaar op. Voorbeeld: Cliënt is in 6 maanden 6 kg afgevallen = rood bolletje Cliënt heeft een BMI van 19 = rood bolletje Rood + rood = rood Rc klein
36
SNACRC Stap 4 – Behandelbeleid vaststellen - groepen - factoren
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 5 van 8 Stap 4 – Behandelbeleid vaststellen Screenen en wegen bij opname en vóór ieder MDO noteren in zorg(leef)plan Geen actie 2-3x per dag tussentijdse verstrekking Globale monitoring van de inname 2-3x per dag tussentijdse verstrekking + verrijken hoofdmaaltijden + globale monitoring van de inname Melden bij arts voor inschakelen diëtetiek ≤ 3 werkdagen na screening diëtist consult ≤ 8 werkdagen na screening start behandeling 5 werkdagen na start van de behandeling evaluatie Rc klein Link brochure: slide nr…. Sterretjes weghalen Wegen 1 x per 1-3 maanden 1 x per maand
37
Gebruik steeds dezelfde weegschaal
Wegen Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang Gebruik steeds dezelfde weegschaal Weeg zonder schoenen Laat cliënt stilstaan Weeg in de ochtend Weeg met een lege blaas Noteer de gegevens
38
SNAC65+ Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 1 van 7 Dit screeningsinstrument is ontwikkeld voor ouderen in de eerstelijnszorg en thuiszorg Het bepalen van de voedingstoestand met de SNAQ65+ bestaat uit 2 tot 4 stappen: 1 - Gewichtsverlies bepalen 2 - Bovenarmomtrek meten 3 - Vragen naar eetlust en functionaliteit (ADL) 4 - Behandelbeleid bepalen Lees goed wat bij elke stap staat beschreven en volg de instructies die op de cliënt van toepassing zijn 65+ verkleinen
39
Ja op één van deze vragen:
SNAC65+ Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 2 van 7 Bent u onbedoeld 4 kg of meer afgevallen in de laatste 6 maanden? Stap 1 – Gewichtsverlies bepalen Nee minder dan 4 kg → naar stap 2 Ja 4 kg of meer → naar stap 4 Als de cliënt niet weet of hij in deze periode is afgevallen, vraag dan of: kleding ruimer is gaan zitten de riem een gaatje strakker moet het horloge ruimer om de pols zit Nee op al deze vragen → naar stap 2 Ja op één van deze vragen: → naar stap 4
40
Stap 2 – Bovenarmomtrek meten
SNAC65+ Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 3 van 7 Stap 2 – Bovenarmomtrek meten
41
Stap 3 – Vraag naar eetlust en stel functionaliteit vast
SNAC65+ Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 4 van 7 Stap 3 – Vraag naar eetlust en stel functionaliteit vast Nee → naar stap 4 Ja + → naar stap 4* Had u afgelopen week een verminderde eetlust? Kunt u een trap van 15 treden op en af lopen zonder te rusten? Als de cliënt geen trap meer loopt, vraag dan of: Kunt u vijf minuten buiten lopen zonder te rusten? of bij rolstolafhankelijke cliënten: Kunt u uw rolstoel vijf minuten aanduwen zonder te rusten? *Alleen als het antwoord op beide vragen oranje scoort bestaat het risico van ondervoeding (dus ja + ja = groen en nee + nee = groen)
42
risico op ondervoeding
SNAC65+ Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang Stap 4 – Behandelbeleid bepalen 5 van 7 niet ondervoed risico op ondervoeding ondervoed geen actie geef informatie over de gevolgen van ondervoeding en het belang van goede voeding adviseer gebruik van volle producten en extra eetmomenten (6x per dag) geef de folder mee overleg indien nodig met huisarts of diëtist geef informatie en advies als bij risico op ondervoeding én overleg met de huisarts verwijs binnen 1 week naar de diëtist Sterretje weg. Link naar brochure
43
SNAC65+ Cliënt is niet ondervoed:
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 1 van 1 Cliënt is niet ondervoed: Geen actie; wel 1 x per 1-3 maanden wegen Cliënt heeft risico op ondervoeding: Geef informatie over de gevolgen van ondervoeding en het belang van goede voeding Adviseer gebruik van volle producten en extra eetmomenten (6x per dag) Geef de folder mee. Klik hier voor de folder. Overleg met de arts: voor eventueel inschakelen diëtist Cliënt is ondervoed: Overleg met arts over inschakelen diëtist Klik hier voor folder?
44
Digitale SNAC65+ www.goedgevoedouderworden.nl/zelftest - groepen
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang CHECK website # pagina? Zie titel
45
Casus 1 Dhr. Pietersen - groepen - factoren
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 1 van 4 Dhr. Pietersen Link naar youtube film: man bijt hond Klik hier boven voor filmpje
46
Casus 1 Dhr. Pietersen (zie film) Leeftijd: 78 jaar Lengte: 1.75 m
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang Dhr. Pietersen (zie film) Leeftijd: 78 jaar Lengte: 1.75 m Gewicht: 62 kg (vorig jaar nog 70 kg) Afgelopen 3 maanden is kleding ruimer gaan zitten en is de eetlust verminderd Klinische blik: kleding zit ruim, heeft een ingevallen gezicht Vragen: Wat heb je gesignaleerd? Bereken de BMI Kies een SNAQ en voer deze uit met de gegevens die je hebt verzameld 2 van 3
47
Casus 1 Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 3 van 3 Stap 1: SNAQ65+ Onbedoeld gewichtsverlies van 8 kg in de afgelopen 6 maanden Heeft geen hulp nodig van andere bij het eten Heeft al een aantal maanden een verminderde eetlust Uitkomst: er is 1 rood bolletje, dus het antwoord is rood Stap 2: Dhr. heeft een BMI van 20 Stap 3: = Stap 4: Dhr. is ondervoed. Klik hier voor de interventies.
48
Casus 2 Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang Dhr. Fransen 66 jaar, wonend in aanleunwoning, eet 1 x per week bij kinderen, depressieve klachten, komt daarvoor regelmatig bij huisarts. Klachten en omstandigheden: Verminderde eetlust , eten smaakt minder door medicatie Voedingstoestand: Gewichtsverlies van 1 kg in de afgelopen zes maanden, continu gering gewichtsverlies afgelopen jaren, 1-2 kg per jaar sinds 3 jaar Bovenarmomtrek: 28 cm Vraag: voor welke SNAQ kies je? 1 van 2
49
Casus 2 Stap 1: SNAQRC Gewichtsverlies is 1 kg in 6 maanden: → stap 2
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang Stap 1: SNAQRC Gewichtsverlies is 1 kg in 6 maanden: → stap 2 Stap 2: Bovenarmomtrek is 28 cm (= >25 cm), geen ondervoeding: → stap 3 Stap 3: alleen verminderde eetlust. De heer Fransen is niet ondervoed en heeft geen risico op ondervoeding → stap 4 Stap 4: Geen behandeling maar: herhalen van screening minimaal één keer per jaar (of vaker als omstandigheden veranderen) weegbeleid afspreken (frequentie in overleg met arts) voedingsadvies i.v.m. continu (gering) gewichtsverlies 2 van 2
50
Positieve gezondheid Definitie:
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang Definitie: Het vermogen van mensen om met de fysieke, emotionele en sociale levensuitdagingen om te gaan en zoveel mogelijk eigen regie te voeren. Het vermogen om met veranderende omstandigheden om te kunnen gaan. Positieve gezondheid is in 2011 ontwikkeld door Machteld Huber: zij ontdekte dat mensen met ziekte ondervinden dat gezondheid te maken heeft met meerdere levensgebieden: de 6 dimensies. 1 van 3 aanvullen
51
6 Dimensies Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 2 van 3 lichaamsfuncties medische feiten, klachten en pijn, energie mentale functies cognitief functioneren, emotionele toestand, zelfrespect, gevoel controle te hebben, zelfmanagement, veerkracht spiritueel zingeving, doelen en idealen nastreven, toekomstperspectief, acceptatie kwaliteit van leven welbevinden, genieten, ervaren gezondheid, lekker in je vel sociaal maatschappelijke sociale vaardigheden, relaties, contacten, geaccepteerd worden, maatschappelijke betrokkenheid, werk dagelijks functioneren
52
Positieve gezondheid Benieuwd naar je eigen gezondheid?
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang Benieuwd naar je eigen gezondheid? 3 van 3
53
Doelen interventies Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang Alle cliënten die tot de geselecteerde risicogroep(en) behoren worden regelmatig volgens afspraak gescreend Ondervoede cliënten worden binnen 1 werkdag verwezen naar de diëtist (lokaal protocollair verwijsbeleid) Optimale voeding op eiwit- en energiebehoefte: 80% van de acute ondervoede patiënten binnen 10 werkdagen 80% van de chronisch ondervoede patiënten binnen 1 maand Binnen 1 maand stabilisatie van de voedingstoestand Gewichtshandhaving / gewichtstoename (armomtrek) Handhaving / verbetering fysiek functioneren
54
Interventies Screenen op (risico) op ondervoeding
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 1 van 4 Screenen op (risico) op ondervoeding Stimuleer tot beweging. Zonder beweging kan de cliënt spieratrofie ontwikkelen. Daarnaast zorgt beweging (wandelen, fietsen) voor meer eetlust. Zorg voor een goede maaltijdambiance Inventariseer de wensen en de behoeften van de cliënt bij opname. Noteer dit in het zorgplan. Herhaal het inventariseren bij iedere evaluatie van het zorgplan. In verzorgingshuis
55
Interventies Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 2 van 4 In alle gevallen van (risico op) ondervoeding is het raadzaam om via de arts een diëtist in te schakelen. De diëtist is gespecialiseerd in het geven van een passend advies aan je cliënt. De arts kan ook andere disciplines inschakelen zoals: een wondconsulent bij decubitus een logopedist bij kauw- en slikproblemen. een ergotherapeut bij lichamelijke handicaps maatschappelijk werk bij andere problematiek
56
Zo voorkom je onduidelijkheden.
Interventies Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang Interventies verzorgende en verpleegkundige 1. SNAQRC : hier te vinden. 2. SNAQ65+ : hier te vinden. 3.. Weeg de cliënt regelmatig. Noteer: met of zonder schoenen. (overleg met arts of diëtist hoe vaak) 4. Stimuleer en motiveer de cliënt extra voeding tot zich te nemen. 3 van 4 Hier vind je …. Geen link Rapporteer altijd welke interventies je bij je cliënt hebt toegepast en waarom!! Zo voorkom je onduidelijkheden.
57
Interventies bij lichamelijke handicaps
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 1 van 1 Help met eten, klik hier voor tips Óf zorg dat de cliënt zelfstandig kan eten (bijvoorbeeld door aangepast bestek) Zorg voor zacht voedsel. In het uiterste geval kan het vlees of de gehele maaltijd gemalen worden.
58
Interventies bij kauw- en slikproblemen
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 1 van 1 Controleer de mond na het eten op restjes, om verslikking te voorkomen Zorg voor zacht voedsel. In het uiterste geval kan het vlees of de gehele maaltijd gemalen worden Vraag via de arts of de logopedist moet worden ingeschakeld
59
Interventies bij slechte eetlust
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 1 van 1 Slechte eetlust door misselijkheid: Laat de cliënt veel drinken (minimaal 1,5 liter), bied vaker op de dag kleine maaltijden aan. Slechte eetlust door maaltijdambiance: Zorg voor keuzevrijheid, rust en een mooie aankleding van de omgeving. Vermijd sterk prikkelende of geurende gerechten. Zorg voor frisse lucht.
60
Interventie bij roken Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 1 van 1 Maak cliënt bewust van het feit dat dit een risicofactor is Adviseer vermindering van het gebruik (of stoppen).
61
Praktische adviezen Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang Per dag: 3 hoofdmaaltijden en meerdere tussenmaaltijden Besmeer brood royaal en gebruik dubbel broodbeleg, neem volle producten Bereid de warme maaltijd met wat extra boter, olie of room Probeer samen met anderen te eten Kies voor energierijke dranken Zorg voor voldoende variatie (warm/koud, zoet/hartig) Zorg voor lichaamsbeweging Eet rustig en kauw goed Interventies in linker balk rood
62
Jouw rol Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang Geef informatie over de gevolgen van te weinig of redelijk eten en het belang van een goede voeding Overleg met huisarts en diëtist Geef een folder mee Bespreek of andere maaltijdvoorziening mogelijk/nodig is Wijs op de website
63
Jouw rol Maak afspraken over: informatie-uitwisseling,
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang Maak afspraken over: informatie-uitwisseling, het signalerings- en weegbeleid en het verwijsbeleid wie de regie heeft en aanspreekpunt is voor de patiënt, diens naasten en mantelzorger beleid, werkwijze en verantwoordelijkheden evaluatie + rapportage van de behandeling Evalueer regelmatig de gemaakte afspraken
64
Multidisciplinaire zorg afstemmen
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 1 van 1 Wie screent en wanneer? Wie heeft de regie binnen de zorg voor de ondervoede patiënt? Wat kan jij als POH, (wijk)verpleegkundige of verzorgende betekenen? Hoe vinden de disciplines elkaar voor informatie overdracht? Wie is de diëtist in de regio?
65
Hulp bij eten Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 1 van 1 Zijn er aanpassingen nodig die een cliënt helpen met eten? Zit of ligt de cliënt goed? Hoe wil de cliënt eten en in welke volgorde? Volg het tempo van de cliënt, toon geduld Ga na of de cliënt goed kan slikken Praat over de hulp die de cliënt ontvangt en hoe hij/zij deze ervaart
66
BMI Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 1 van 2 De Body Mass Index (BMI) is een methode om het gewicht in relatie tot de lengte te berekenen. Bereken de BMI als volgt: Deel het lichaamsgewicht (gewogen zonder schoenen) van de cliënt in kilo’s door zijn lengte in meters. Deel de uitkomst nog een keer door de lengte (meet de lengte; deze neemt af bij het ouder worden) Voorbeeld: Riet weegt 57 kilo en heeft een lengte van 1.65 meter. De verzorgende deelt dan 57 door 1.65 = 34.5. 34.5 deelt de verzorgende weer door 1.65 = 20.9. Riet heeft een BMI van 20.9.
67
BMI Voor ouderen (65+) zonder ziekte geldt: BMI ≤ 20 = ondervoed
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 2 van 2 Voor ouderen (65+) zonder ziekte geldt: BMI ≤ 20 = ondervoed BMI = matig ondervoed/ risico op ondervoeding BMI = goed gewicht/ normaal BMI ≥28 = overgewicht Riet heeft een BMI van 20,9. Riet is matig ondervoed. Een hulpmiddel voor de verzorgende om op te zoeken of de cliënt een juist gewicht heeft is deze BMI-meter. Deze BMI-meter is voor ouderen boven de 65.
68
BMI Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 1 van 2 De Body Mass Index (BMI) is een methode om het gewicht in relatie tot de lengte te berekenen Bereken de BMI als volgt: Deel het lichaamsgewicht van de cliënt in kilo’s (gewogen zonder schoenen) door zijn lengte in meters. Deel de uitkomst nog een keer door de lengte (meet de lengte: deze neemt af bij het ouder worden) Voorbeeld: Riet weegt 57 kilo en heeft een lengte van 1.65 meter. De verzorgende deelt dan 57 door 1.65 = 34.5. 34.5 deelt de verzorgende weer door 1.65 = 20.9. Riet heeft een BMI van 20.9.
69
BMI Voor ouderen (65+) zonder ziekte geldt: BMI ≤ 20 = ondervoed
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang Voor ouderen (65+) zonder ziekte geldt: BMI ≤ 20 = ondervoed BMI = matig ondervoed/ risico op ondervoeding BMI = goed gewicht/ normaal BMI ≥28 = overgewicht 2 van 2 Riet heeft een BMI van 20,9. Riet is matig ondervoed. Een hulpmiddel voor de verzorgende om op te zoeken of de cliënt een juist gewicht heeft is deze BMI-meter. Deze BMI-meter is voor ouderen boven de 65.
70
BMI Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 1 van 2 De Body Mass Index (BMI) is een methode om het gewicht in relatie tot de lengte te berekenen Bereken de BMI als volgt: Deel het lichaamsgewicht van de cliënt in kilo’s (gewogen zonder schoenen) door zijn lengte in meters. Deel de uitkomst nog een keer door de lengte (meet de lengte: deze neemt af bij het ouder worden) Voorbeeld: Riet weegt 57 kilo en heeft een lengte van 1.65 meter. De verzorgende deelt dan 57 door 1.65 = 34.5. 34.5 deelt de verzorgende weer door 1.65 = 20.9. Riet heeft een BMI van 20.9.
71
BMI Voor ouderen (65+) zonder ziekte geldt: BMI ≤ 20 = ondervoed
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang Voor ouderen (65+) zonder ziekte geldt: BMI ≤ 20 = ondervoed BMI = matig ondervoed/ risico op ondervoeding BMI = goed gewicht/ normaal BMI ≥28 = overgewicht 2 van 2 Riet heeft een BMI van 20,9. Riet is matig ondervoed. Een hulpmiddel voor de verzorgende om op te zoeken of de cliënt een juist gewicht heeft is deze BMI-meter. Deze BMI-meter is voor ouderen boven de 65.
72
BMI Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 1 van 2 Voorbeeld: Riet weegt 57 kilo en heeft een lengte van 1.65 meter. De verzorgende deelt dan 57 door 1.65 = 34.5. 34.5 deelt de verzorgende weer door 1.65 = 20.9. Riet heeft een BMI van 20.9. De Body Mass Index (BMI) is een methode om het gewicht in relatie tot de lengte te berekenen Bereken de BMI als volgt: Deel het lichaamsgewicht van de cliënt in kilo’s (gewogen zonder schoenen) door zijn lengte in meters Deel de uitkomst nog een keer door de lengte (meet de lengte: deze neemt af bij het ouder worden)
73
BMI Voor ouderen (65+) zonder ziekte geldt: BMI ≤ 20 = ondervoed
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 2 van 2 Voor ouderen (65+) zonder ziekte geldt: BMI ≤ 20 = ondervoed BMI = matig ondervoed/ risico op ondervoeding BMI = goed gewicht/ normaal BMI ≥28 = overgewicht Een hulpmiddel voor de verzorgende om op te zoeken of de cliënt een juist gewicht heeft is deze BMI-meter. Deze BMI-meter is voor ouderen boven de 65 Riet heeft een BMI van 20,9. Riet is matig ondervoed
74
BMI Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 1 van 2 Voorbeeld: Riet weegt 57 kilo en heeft een lengte van 1.65 meter. De verzorgende deelt dan 57 door 1.65 = 34.5. 34.5 deelt de verzorgende weer door 1.65 = 20.9. Riet heeft een BMI van 20.9. De Body Mass Index (BMI) is een methode om het gewicht in relatie tot de lengte te berekenen Bereken de BMI als volgt: Deel het lichaamsgewicht van de cliënt in kilo’s (gewogen zonder schoenen) door zijn lengte in meters Deel de uitkomst nog een keer door de lengte (meet de lengte: deze neemt af bij het ouder worden)
75
BMI Voor ouderen (65+) zonder ziekte geldt: BMI ≤ 20 = ondervoed
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 2 van 2 Voor ouderen (65+) zonder ziekte geldt: BMI ≤ 20 = ondervoed BMI = matig ondervoed/ risico op ondervoeding BMI = goed gewicht/ normaal BMI ≥28 = overgewicht Een hulpmiddel voor de verzorgende om op te zoeken of de cliënt een juist gewicht heeft is deze BMI-meter. Deze BMI-meter is voor ouderen boven de 65 Riet heeft een BMI van 20,9. Riet is matig ondervoed.
76
BMI Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 1 van 2 Voorbeeld: Riet weegt 57 kilo en heeft een lengte van 1.65 meter De verzorgende deelt dan 57 door 1.65 = 34.5 34.5 deelt de verzorgende weer door 1.65 = 20.9 Riet heeft een BMI van 20.9 De Body Mass Index (BMI) is een methode om het gewicht in relatie tot de lengte te berekenen Bereken de BMI als volgt: Deel het lichaamsgewicht van de cliënt in kilo’s (gewogen zonder schoenen) door zijn lengte in meters Deel de uitkomst nog een keer door de lengte (meet de lengte: deze neemt af bij het ouder worden)
77
BMI Voor ouderen (65+) zonder ziekte geldt: BMI ≤ 20 = ondervoed
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 2 van 2 Voor ouderen (65+) zonder ziekte geldt: BMI ≤ 20 = ondervoed BMI = matig ondervoed/ risico op ondervoeding BMI = goed gewicht/ normaal BMI ≥28 = overgewicht Een hulpmiddel voor de verzorgende om op te zoeken of de cliënt een juist gewicht heeft is deze BMI-meter. Deze BMI-meter is voor ouderen boven de 65 Riet heeft een BMI van 20,9. Riet is matig ondervoed
78
COPD Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 1 van 1 COPD is een verzamelnaam voor onder meer de longziekten chronische bronchitis en longemfyseem. Het is een ongeneeslijke ziekte met ernstige benauwdheid en vermoeidheid als belangrijkste kenmerk. Bijvoorbeeld bij het traplopen, werken of aankleden De longen bevatten kleine ontstekingen die blijvende schade veroorzaken. COPD is niet te genezen Er zijn 4 stadia van COPD: hoe hoger het stadium, hoe meer klachten er zijn
79
Decubitus Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 1 van 1 Decubitus is weefselversterf. Weefselversterf is het beschadigen en afsterven van het weefsel door vervorming van het weefsel. Dit wordt veroorzaakt door druk-, schuif- en wrijfkrachten op het lichaam of een combinatie van deze factoren
80
Decubitus Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 1 van 1 Decubitus is weefselversterf. Weefselversterf is het beschadigen en afsterven van het weefsel door vervorming van het weefsel. Dit wordt veroorzaakt door druk-, schuif- en wrijfkrachten op het lichaam of een combinatie van deze factoren
81
Goede voedingstoestand
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 1 van 1 Een goede voedingstoestand ontstaat wanneer het lichaam over voldoende voedingsstoffen beschikt. Er zijn voldoende reserves in het lichaam aanwezig om extra verliezen op te vangen. Extra verliezen kunnen optreden bij normale belastende situaties, zoals bij griep of een wond
82
Goede voedingstoestand
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 1 van 1 Een goede voedingstoestand ontstaat wanneer het lichaam over voldoende voedingsstoffen beschikt. Er zijn voldoende reserves in het lichaam aanwezig om extra verliezen op te vangen. Extra verliezen kunnen optreden bij normale belastende situaties, zoals griep of een wond
83
SNACRC - groepen - factoren Screeningsuitslag
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 1 van 1 Screeningsuitslag Weeg de cliënt 1 keer per 1-3 maanden Weeg de cliënt 1 keer per maand Verstrek de cliënt 2-3 keer per dag een tussendoortje Motiveer de cliënt, geef een folder Houd de globale inname van de cliënt bij Weeg de cliënt 1 keer per maand op ongeveer hetzelfde tijdstip Verstrek 2-3 keer per dag een tussendoortje. Verrijk de hoofdmaaltijden. Houd de globale inname van de cliënt bij Overleg met arts over inschakelen diëtist
84
SNACRC Screeningsuitslag Weeg de cliënt 1 keer per maand
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 1 van 1 Screeningsuitslag Weeg de cliënt 1 keer per maand Verstrek 2-3 keer per dag een tussendoortje. Verrijk de hoofdmaaltijden. Houd de globale inname van de cliënt bij Overleg met arts over inschakelen diëtist
85
Kwaliteit van leven Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 1 van 1 Kwaliteit van leven is het functioneren van personen op lichamelijk, geestelijk en sociaal gebied en het oordeel van de persoon hierover Kwaliteit van leven wordt bepaald door: Bepaalde beperkingen die iemand als gevolg van zijn gezondheid heeft (objectief) Het oordeel dat iemand heeft over (aspecten van) zijn gezondheid (subjectief) Het gaat dus bijvoorbeeld niet alleen over het aantal treden dat de cliënt kan traplopen in een bepaald tijdsbestek, maar ook over hoe hij/zij dit ervaart
86
Kwaliteit van leven Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 1 van 1 Kwaliteit van leven is het functioneren van personen op lichamelijk, geestelijk en sociaal gebied en het oordeel van de persoon hierover Kwaliteit van leven wordt bepaald door: Bepaalde beperkingen die iemand als gevolg van zijn gezondheid heeft (objectief) Het oordeel dat iemand heeft over (aspecten van) zijn gezondheid (subjectief) Het gaat dus bijvoorbeeld niet alleen over het aantal treden dat de cliënt kan traplopen in een bepaald tijdsbestek, maar ook over hoe hij/zij dit ervaart
87
Kwaliteit van leven Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 1 van 1 Kwaliteit van leven is het functioneren van personen op lichamelijk, geestelijk en sociaal gebied en het oordeel van de persoon hierover Kwaliteit van leven wordt bepaald door: Bepaalde beperkingen die iemand als gevolg van zijn gezondheid heeft (objectief) Het oordeel dat iemand heeft over (aspecten van) zijn gezondheid (subjectief) Het gaat dus bijvoorbeeld niet alleen over het aantal treden dat de cliënt kan traplopen in een bepaald tijdsbestek, maar ook over hoe hij/zij dit ervaart
88
Kwaliteit van leven Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 1 van 1 Kwaliteit van leven is het functioneren van personen op lichamelijk, geestelijk en sociaal gebied en het oordeel van de persoon hierover Kwaliteit van leven wordt bepaald door: Bepaalde beperkingen die iemand als gevolg van zijn gezondheid heeft (objectief) Het oordeel dat iemand heeft over (aspecten van) zijn gezondheid (subjectief) Het gaat dus bijvoorbeeld niet alleen over het aantal treden dat de cliënt kan traplopen in een bepaald tijdsbestek, maar ook over hoe hij/zij dit ervaart
89
Maaltijdambiance Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 1 van 2 Maaltijdambiance is de sfeer van de omgeving waarin de maaltijd wordt gegeten Maaltijdambiance heeft te maken met: de manier waarop je het eten opdient de manier waarop je de tafel dekt de aanwezigheid van andere cliënten het aanwezige personeel
90
Maaltijdambiance: tips
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 2 van 2 Vaste tijdstippen voor de maaltijden Gedekte tafel: kleed, porselein, glazen, kan, bloemen Cliënten zelf laten opscheppen Afspraken over tafelgebruiken, zoals start en stilte Geen storingen door: uitdelen van medicijnen, bezoek, arts, schoonmaak Wel of juist geen familie Aanwezigheid van tafelgenoten
91
Maaltijdambiance Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 1 van 2 Maaltijdambiance is de sfeer van de omgeving waarin de maaltijd wordt gegeten Maaltijdambiance heeft te maken met: de manier waarop je het eten opdient de manier waarop je de tafel dekt de aanwezigheid van andere cliënten het aanwezige personeel
92
Maaltijdambiance: tips
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 2 van 2 Vaste tijdstippen voor de maaltijden Gedekte tafel: kleed, porselein, glazen, kan, bloemen Cliënten zelf laten opscheppen Afspraken over tafelgebruiken, zoals start en stilte Geen storingen door: uitdelen van medicijnen, bezoek, arts, schoonmaak Wel of juist geen familie. Aanwezigheid van tafelgenoten
93
Maaltijdambiance Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 1 van 2 Maaltijdambiance is de sfeer van de omgeving waarin de maaltijd wordt gegeten Maaltijdambiance heeft te maken met: de manier waarop je het eten opdient de manier waarop je de tafel dekt de aanwezigheid van andere cliënten het aanwezige personeel
94
Maaltijdambiance: tips
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 2 van 2 Vaste tijdstippen voor de maaltijden Gedekte tafel: kleed, porselein, glazen, kan, bloemen Cliënten zelf laten opscheppen Afspraken over tafelgebruiken, zoals start en stilte Geen storingen door: uitdelen van medicijnen, bezoek, arts, schoonmaak. Wel of juist geen familie. Aanwezigheid van tafelgenoten
95
MDO Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 1 van 1 Een multidisciplinair overleg (MDO) is een overleg waarbij meerdere disciplines aanwezig zijn. Welke disciplines dit zijn is afhankelijk van de setting en de problematiek van de zorgvrager.
96
MDO Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 1 van 1 Een multidisciplinair overleg (MDO) is een overleg waarbij meerdere disciplines aanwezig zijn. Welke disciplines dit zijn is afhankelijk van de setting en de problematiek van de zorgvrager.
97
Multimorbiditeit Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 1 van 1 Multimorbiditeit is het tegelijkertijd hebben van twee of meer ziekten
98
Nierdialyse Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 1 van 1 Bij nierdialyse wordt de functie van de nieren gedeeltelijk overgenomen door een machine. De nieren zuiveren het bloed van allerlei afvalstoffen. Als de nieren slecht functioneren, wordt het bloed niet goed gezuiverd. Het bloed moet dan kunstmatig gezuiverd worden. Kunstmatig zuiveren wordt hemodialyse of peritoneaal dialyse genoemd Dialysepatiënten zijn vaak vermoeid en kunnen een slechte eetlust hebben. Zij hebben een verhoogde kans op (risico op) ondervoeding
99
Nierdialyse Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 1 van 1 Bij nierdialyse wordt de functie van de nieren gedeeltelijk overgenomen door een machine. De nieren zuiveren het bloed van allerlei afvalstoffen. Als de nieren slecht functioneren, wordt het bloed niet goed gezuiverd. Het bloed moet dan kunstmatig gezuiverd worden. Kunstmatig zuiveren wordt hemodialyse of peritoneaal dialyse genoemd Dialysepatiënten zijn vaak vermoeid en kunnen een slechte eetlust hebben. Zij hebben een verhoogde kans op (risico op) ondervoeding
100
Oedeem Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 1 van 1 Vocht op plaatsen in het lichaam waar vocht normaal niet of nauwelijks aanwezig is. Het kan in één bepaald deel, één orgaan of in het hele lichaam voorkomen Druk 10 seconde met een vinger op de huid waar oedeem zit Als er vervolgens een kuiltje in de huid achterblijft, is er sprake van oedeem Overige verschijnselen: Toename van het lichaamsgewicht Benauwdheid ‘s Nachts regelmatig plassen
101
Screenen Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 1 van 1 Screenen op ondervoeding is het zoeken naar cliënten met (risico op) ondervoeding. Dit doe je door middel van een screeningsinstrument.
102
Spieratrofie Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 1 van 1 Als spieren niet gebruikt worden ontstaat spieratrofie. Het volume van de spieren vermindert. Spieren worden slapper en dunner en dat kan leiden tot verdere bewegingsbeperking Spieratrofie kan worden veroorzaakt door: Bedrust Verlamming Spieratrofie kan voorkomen worden door: Goed bewegen Regelmatig veranderen van houding Spieroefeningen Inname van voldoende energie en eiwit Arm of been in gips Te lage inname aan energie en eiwit
103
Spieratrofie Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 1 van 1 Als spieren niet gebruikt worden ontstaat spieratrofie. Het volume van de spieren vermindert. Spieren worden slapper en dunner en dat kan leiden tot verdere bewegingsbeperking Spieratrofie kan worden veroorzaakt door: Bedrust Verlamming Spieratrofie kan voorkomen worden door: Goed bewegen Regelmatig veranderen van houding Spieroefeningen Inname van voldoende energie en eiwit Arm of been in gips Te lage intake aan energie en eiwit
104
Algemene info Titel: Gezond eten voor senioren Auteur: Georgie Dom
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 1 van 1 Titel: Gezond eten voor senioren Auteur: Georgie Dom Uitgever: Voedingscentrum en Consumentenbond Jaar: 2013 opzoeken
105
Folder voedingscentrum
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 1 van 1
106
Folder voedingscentrum
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 1 van 1
107
Folder voedingscentrum
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang 1 van 1
108
Literatuurlijst - groepen - factoren
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang Achterberg, Th. van, Bours, G.J.J.W., Eliens, A.M. & Stijbol, N.C.M. (2008). Effectief verplegen 1. Handboek ter onderbouwing van het verpleegkundig handelen. Dwingeloo: Kavanah Arcares (2001). Multidisciplinaire richtlijn verantwoorde vocht- en voedselvoorziening voor verpleeghuisgeïndiceerden. Utrecht: Arcares: brancheorganisaties verpleging & verzorging Asseldonk, G.A.E.G., Duinen, J.J. van, Former-Boon, M., Nuland, R. van. (2007). Zakboek ziektegerelateerde ondervoeding bij volwassenen. Houten: Bohn Stafleu van Loghum Astma Fonds (2011). Wat is COPD? Geraadpleegd op 17 mei 2011, van Dito, J.C., Stavast, T., Zwart, D.E. (2008). Basiszorg. Basiswerk niveau 3. Boek 1. Houten: Bohn Stafleu van Loghum Dom, G. (2009). Voeding en uw gezondheid. Ziekten voorkomen en behandelen. Den Haag: Consumentenbond. Halfens, R.J.G., Schols, J.M.G.A., Meijers, J.M.M., Nie, N.C. van, Neyens, J.C.L., Rijcken, S. (2010). Landelijke Prevalentiemeting Zorgproblemen Rapportage resultaten. Maastricht: Datawyse/ Universitaire Pers 1 van 3
109
Literatuurlijst - groepen - factoren Inleiding
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang Nationaal Kompas Volksgezondheid (2011). Wat is kwaliteit van leven en hoe wordt het gemeten? Geraadpleegd op 12 april 2011, van Nierdialyse ( ). Wat is nierdialyse. Geraadpleegd op 15 april 2011, van Stegeman, N. (2009). Voeding bij gezondheid en ziekte. (5de druk). Houten: Noordhoff Uitgevers Groningen. Stuurgroep ondervoeding (2011). Folder voor cliënten met risico op ondervoeding. Geraadpleegd op 11 april 2011, van Stuurgroep ondervoeding (2011). Format voor een klinische les. Geraadpleegd op 11 april 2011, van Stuurgroep Ondervoeding. (2009). Richtlijn Ondervoeding. Amsterdam: Stuurgroep Ondervoeding 2 van 3
110
Literatuurlijst - groepen - factoren Inleiding
Symptomen Ondervoeding Risico Signaleren Goede voeding Interventies Begrippen Algemene info Inleiding Gevolgen - groepen - factoren Werkwijze Belang Stuurgroep ondervoeding (2011). Meet en weet wat je cliënt eet. Geraadpleegd op 11 april 2011, van Stuurgroep ondervoeding (2011). SNAQ 65+. Geraadpleegd op 8 april 2011, van Stuurgroep ondervoeding (2011). SNAQ RC. Geraadpleegd op 8 april 2011, van Transferpunt Vaardigheidsonderwijs. (2004). Werkcahier voeding, niveau 5. Skillslab-serie voor verpleegkundige beroepsvaardigheden. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. UKON Kennisplein (2011). Voeding en gezondheid. Geraadpleegd op 8 april 2011, via zorgthema vocht en voeding. Document: ‘Gezonde voeding’ 3 van 3
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.