Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdNathalie Michiels Laatst gewijzigd meer dan 8 jaar geleden
1
Paragraaf 1 De agrarische revolutie
2
Kenmerkende aspecten bij deze paragraaf: De levenswijze van jagers-verzamelaars Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen LET GOED OP; je hoeft over deze stof alleen heel goed de kenmerkende aspecten te begrijpen over de levenswijze van jagers-verzamelaars over het ontstaan van landbouw over landbouwsamenlevingen.
3
Jagers en verzamelaars: kenmerken De mensheid kent een zeer lange geschiedenis waarbij het middel van bestaan: jagen & verzamelen was. (van 2.5 miljoen jaar geleden tot 11.000 v Chr.) Kenmerken van een jagers-verzamelaars-samenleving -Nomadisch bestaan (rondtrekken) -Rolverdeling (vrouwen bijv. verzamelen, mannen bijv. jagen) -Geen bezit geen tot zeer weinig sociale verschillen -Leven in kleine familiegroepen (+/- 30 personen) -Wel een cultuur (dingen maken en bedenken), maar géén beschaving (omdat men het schrift niet gebruikt). -Voorbeeld van cultuuruitingen van jagers-verzamelaars = grottekeningen, vruchtbaarheidsbeeldjes, gebruik van wapens en werktuigen. Waarschijnlijk hadden deze mensen dus wel een soort van religie. Maar we weten het niet zeker omdat we niet over voldoende bronnen beschikken. -De mensen leven in de pre-historie omdat men het schrift niet gebruik. De historie (of geschiedenis) begint als culturen een schrift gaan gebruiken en daardoor schriftelijke bronnen achterlaten.
4
Landbouwrevolutie Revolutie = grote ingrijpende verandering (allerlei aspecten van de maatschappij veranderen: politiek / economie /sociaal enz.) Wat? De landbouwrevolutie = de (zeer langzame) overgang van jagers- verzamelaarssamenleving naar een landbouwsamenleving. Wanneer? Ong. 11.000 jaar v Chr. Waar? In de vruchtbare halve maan (gebied in het Midden-Oosten). Waarom? Dat weet men niet zeker, misschien door een klimaatverandering.
5
Landbouw en landbouwsamenlevingen: kenmerken -Mensen trekken niet meer rond, maar blijven op een vaste plek wonen (= sedentair bestaan) -Eerst ontdekt men de akkerbouw (11.000 v chr) daarna de veeteelt (7.500 v chr). Akkerbouw en veeteelt vormt samen: landbouw. -Door landbouw ontstaan van overschotten toename van de bevolking + stimulering nieuwe uitvindingen (bijv. opslaan van voedsel = pot) ontstaan van specialisaties /uitvindingen: het wiel, potten, gereedschap e.d. door de specialisaties /vaste plek / overschotten = ontstaan van verschillen tussen mensen (in macht /bezit) = sociale verschillen.
6
Historie en prehistorie? Wanneer is iets prehistorisch en iets historisch? Wanneer een cultuur een schrift gebruikt: dan is er sprake van historie. Er zijn dan namelijk schriftelijke bronnen die bestudeerd kunnen worden om het verleden te reconstrueren. De taak van een historicus is schriftelijke bronnen bestuderen om het verleden te reconstrueren. Nog steeds zijn er mensen die volgens deze definitie in de prehistorie leven: bijv. onontdekte indianenstammen in het Amazonegebied in Brazilië. https://www.youtube.com/watch?v=sLErPqqCC54
7
examenvraag Stel: Bij een opgraving vind je in laag 1: visfuiken, resten van speren, een vuistbijl, resten van vuurplaatsen en in laag 2: resten van een maalsteen en grondsporen van een ploeg. In slechts één van beide lagen was een vaste woonplaats. (2p) Beredeneer in welke laag zich de vaste woonplaats bevond.
8
Antwoord examenvraag Maximumscore 2 Uit het antwoord moet blijken dat de oudste vaste woonplaats zich in laag 2 bevindt, omdat in die laag resten zijn achtergebleven die wijzen op het voorkomen van landbouw (een voorwaarde voor vestiging op een vaste plaats). Opmerking: Alleen als na de keuze van laag 2 een juiste redenering volgt, mogen scorepunten worden toegekend.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.