Loutering of vergaan van de aarde Ankerlezing Gouda 19 september 2016 Voorthuizen 29 september 2016 Barend Kamphuis 1.

Presentatie over: "Loutering of vergaan van de aarde Ankerlezing Gouda 19 september 2016 Voorthuizen 29 september 2016 Barend Kamphuis 1."— Transcript van de presentatie:

1 Loutering of vergaan van de aarde Ankerlezing Gouda 19 september 2016 Voorthuizen 29 september 2016 Barend Kamphuis 1

2 Madame de Pompadour ‘Na ons de zondvloed’ 2

3 2 Petrus 3: 6-7 6… de toenmalige wereld is vergaan, verzwolgen door het water. 7Maar de tegenwoordige hemelen en aarde zijn … ten vure bewaard tegen de dag van het oordeel …’ 3

4 Drie ‘werelden’ 1.De ‘toenmalige wereld’: vóór de zondvloed WATER 2.De ‘tegenwoordige hemelen en aarde’ VUUR 3.‘Nieuwe hemelen en een nieuwe aarde’ (2 Petrus 3: 13) 4

5 ‘Nieuwe hemelen en een nieuwe aarde’ Discontinuïteit: nieuw = anders. Vernietigend vuur Continuïteit: nieuw = vernieuwd. Louterend vuur 5

6 Discontinuïteit 2 Petrus 3: 10 ‘De dag de HEREN zal komen als een dief. Op die dag zullen de hemelen met gedruis voorbijgaan en de elementen door vuur vergaan, en de aarde en de werken daarop gedaan zullen gevonden worden’ (NBG Vertaling 1951). 6

7 2 Petrus 3: 10 ‘de hemelen’ vergaan knetterend ‘de elementen’ (hemellichamen?) gaan in vlammen op ‘de aarde en de werken daarop’ zullen gevonden worden? 7

8 2 Petrus 3: 10 vervolg Laatste woord omstreden: ‘zullen gevonden worden’ (18 handschriften) ‘zullen niet gevonden worden’ (2 oude vertalingen) ‘zullen platgebrand worden’ (475 handschriften) weggelaten (15 handschriften) Statenvertaling: ‘zullen verbranden’ 8

9 Gods vernietigend oordeel over de zonde Genesis 6: 5: ‘Toen de HERE zag, dat de boosheid des mensen groot was op de aarde en al wat overleggingen van zijn hart voortbrachten te allen tijde slechts boos was …’ Openbaring 6: 10 (het vijfde zegel): ‘Tot hoelang, o heilige en rechtvaardige Heerser, oordeelt en wreekt Gij ons bloed niet aan hen, die op de aarde wonen?’ Openbaring 9: 21 (de zesde bazuin): ‘zij bekeerden zich niet van hun moorden, noch van hun toverijen, noch van hun hoererij, noch van hun dieverijen’ 9

10 Conclusie: discontinuïteit ‘Mijn koninkrijk is niet van deze wereld’ (Johannes 18: 35) De graankorrel moet sterven (Johannes 12: 24) ‘Vlees en bloed kunnen het koninkrijk Gods niet beërven’ (1 Korinthiërs 15: 50) Geen horizontalisme 10

11 Toch: continuïteit Christus herstelt het koninkrijk (Handelingen 1: 6) De schepping wordt bevrijd (Romeinen 8: 21) Ons vernederd lichaam zal veranderen (Filippenzen 3: 21) Geen dualisme 11

12 Vormen van dualisme Docetisme: Christus heeft een schijnlichaam Gnostiek: Schepping is afval van God Spiritualisme: het gaat alleen maar om het geestelijke 12

13 Tegen dualisme: scheppingsgeloof Schepping en zondeval onderscheiden (Genesis 1-3) Christus is in het vlees gekomen (1 Johannes) God is de Schepper van alle zichtbare en onzichtbare dingen (Nicea) God blijft getrouw (2 Timoteüs 2: 13) 13

14 Conclusie: Continuïteit De werkelijkheid van Christus’ opstanding (Thomas) Een christen gelooft aan ‘het leven na het leven na de dood’ (Tom Wright) Continuïteit is het grote wonder 14

15 Loutering of vergaan? Leven door de dood heen Continuïteit door discontinuïteit Loutering door vergaan 15

16 ‘Zoals het was in de dagen van Noach …’ (Matteüs 24: 37) ‘Na ons de zondvloed …’? ‘Waakt dan!’ (Matteüs 24: 42) ‘Vol verwachting …’ (2 Petrus 3: 12) 16