Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdDina Peeters Laatst gewijzigd meer dan 8 jaar geleden
1
Les 1 Huiswerk was: HST 9 helemaal af.
2
HST 10 aan de PC Om meer op eigen tempo te kunnen werken, gaan we HST 10 zelfstandig aan de computer maken. Je doet dit in tweetallen, want samen weet je meer dan alleen. Is er een oneven aantal in de klas, dan is er ook een groepje van 3. Voor de duidelijkheid: je krijgt GÉÉN ‘standaard’ klassikale uitleg meer van de docent. Begrijp je iets niet? Steek dan je vinger op. Op deze manier leer je om de stof jezelf eigen te maken. (Ter voorbereiding op de bovenbouw).
3
In hoofdstuk 9 werden de afschrijvingskosten als voorbeeld genoemd voor constante kosten. In hoofdstuk 10 gaan we verder kijken naar wat afschrijving dan precies is.
4
Vaste activa Weet je het nog?! Productiemiddelen die langer dan één jaar achter elkaar in een onderneming kunnen worden gebruikt. Blijven deze hun waarde behouden? Nee, deze worden elk jaar minder waard. Bijvoorbeeld een nooit gebruikte IPhone 4 is minder waard dan een 1 jaar oude IPhone 6. Het model en de techniek van de 4 is verouderd. De waardevermindering van vaste activa ten gevolge van economische slijtage noemen we afschrijving.
5
Gebruik werkblad hst 10 en maak de introductievragen
6
Je gaat nu met behulp van de PowerPoint oefenopgave 1 + 2 + 3 maken.
7
Oefenopgave 1 Een machine kost € 100.000,- om aan te schaffen, na 10 jaar krijgt het bedrijf er nog € 10.000,- voor terug. Hoeveel wordt de machine per jaar minder waard? Met andere woorden, wat zijn de afschrijvingskosten per jaar? A. afschrijvingskosten = aanschafwaarde – eindwaarde / levensduur 100.000 – 10.000 = € 9.000 per jaar 10 B. Dan spreken we over vaste/constante kosten.
8
Oefenopgave 2 Lees de vraag in je werkblad van hst 10. A. De jaarlijkse afschrijving waardevermindering is: € 90.000 / 5 = € 18.000,-. B. De jaarlijkse afschrijving in procenten van de aanschafwaarde is: € 18.000/ € 90.000 x 100% = 20%
9
Oefenopgave 3 Aanschafwaarde€90.000,00 Afschrijving einde 1 e jaar20%-18.000,00* (Boek)waarde na 1 jaar/begin 2 e jaar€72.000,00 Afschrijving einde 2 e jaar20%-18.000,00* (Boek)waarde na 2 jaar/begin 3 e jaar€54.000,00 Afschrijving einde 3 e jaar20%-18.000,00* (Boek)waarde na 3 jaar/begin 4 e jaar€36.000,00 Afschrijving einde 4 e jaar20%-18.000,00* (Boek)waarde na 4 jaar/begin 5 e jaar€18.000,00 Afschrijving einde 5 e jaar20%-18.000,00* (Boek)waarde na 5 jaar€0,00 * Er zijn 5 jaren, geen restwaarde en een aanschafwaarde van € 90.000. ( € 90.000 – 0) / 5 = € 18.000. (Gegevens uit oefenopgave 2)
10
Werkblad tot en met pagina 5 en opgave 1 t/m 3 in het M&O boekje.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.