Materialen. Papieren Het papier waar je de kaartjes op plakt De kaartjes die je moet uitknippen en moet opplakken. De achterkant voor het papier waar.

Presentatie over: "Materialen. Papieren Het papier waar je de kaartjes op plakt De kaartjes die je moet uitknippen en moet opplakken. De achterkant voor het papier waar."— Transcript van de presentatie:

1 Materialen

2 Papieren Het papier waar je de kaartjes op plakt De kaartjes die je moet uitknippen en moet opplakken. De achterkant voor het papier waar je de kaartjes op plakt.

3 Stap 1 Knip de kaartjes uit; onthoud waar je welke wegknipt! Plak de kaartjes op bij de kleur van het randje. Kijk goed waar ze moeten!

4 Stap 2 Maak voor elk vakje een gaatje met de prikpen Pak de Splitpennen Duw in elk gat een splitpen Aan de achterkant moet je de stokjes omvouwen zodat ze blijven zitten.

5 Stap 3 Als je alle splitpennen er in hebt zitten dan draai je het papier om. Knip dan draadjes om de splitpennen te verbinden. Kijk goed aan de voorkant welke bij welke hoort. Dit moet echt goed anders brand je lampje straks niet!

6 Stap 4 Knip drie draadjes Elk draadje moet 16 cm lang zijn Strip de draadjes met de striptang

7 Stap 5 Als je de draadjes hebt gestript: maak ze vast aan de batterijhouder. Aan elke kant 1 draadje Maak 1 draadje van de batterijhouder aan het houdertje van het lampje vast; maak het 3 e draadje aan de andere kant van het lampje vast!

8 Stap 6 Als je de draadjes goed hebt vast gemaakt dan ziet het er zo uit!

9 Eindresultaat