Periode 4 Kassawerkzaamheden Kerntaak: kassatransacties afhandelen en/of deze leiden Hoofdstuk: bedienen van het afrekensysteem Par: 3.3 Blz. 478 tm 483.

Presentatie over: "Periode 4 Kassawerkzaamheden Kerntaak: kassatransacties afhandelen en/of deze leiden Hoofdstuk: bedienen van het afrekensysteem Par: 3.3 Blz. 478 tm 483."— Transcript van de presentatie:

1 Periode 4 Kassawerkzaamheden Kerntaak: kassatransacties afhandelen en/of deze leiden Hoofdstuk: bedienen van het afrekensysteem Par: 3.3 Blz. 478 tm 483

2 3.3 Afrekenen Bestaat uit de: - technische afrekentaak - Sociale afrekentaak - Informatieve afrekentaak

3 3.3.1. technische afrekentaak Wat? Gebruiksklaarmaken van het afrekensysteem Artikel scannen Totaalbedrag melden bij de klant (afronden) Geld aannemen en tellen (controleren op echtheid) en apart leggen (geldklip). Eventueel betaling via pinautomaat. Wisselgeld teruggeven dmv terugtellen Kassabon geven (zegels, inpakken) Na sluitingstijd kassalade tellen Bonrollen wisselen contactloosbetalen

4 Uitvoeren van de technische werkzaamheden kun je leren via een kassatraining. Ook kun je hier leren hoe je met storingen om moet gaan. Door: - controleren stekkers, pluggen e.d. - controleren van de kop van de bon printer c - Stof vrij maken van de Leespen of leesvenster - controleren van de accu bij stroomstoring accu.

5 3.3.2 Sociale afrekentaak Correct en netjes met klanten omgaan. De verkoper is het “visitekaartje” van de winkel. Je moet dus goede contractuele vaardigheden bezitten! Soms ook tassen controle uitvoeren (visiteren) Afscheid nemen! Bemiddelen bij meningsverschillen. Kassamedewerker bij de AH

6 3.3.3. Informatieve afrekentaak Informeren over: - garantievoorwaarden - ruimogelijkheden - spaaracties Informatie aan klant, baas of collega’s dit behoort tot informatieve afrekentaak! Hiervoor moet je als verkoper voldoende communicatieve vaardigheden bezitten! Ook luisteren is hierin erg belangrijk! Klanten informeren over spaaracties

7 Kassa-instructie Deze bestaat uit kassaregels (afspraken) die door elke medewerker nagekomen moeten worden. Duidelijke instructie heeft een positieve invloed op de criminele- (fraude) en de niet- criminele (fouten) derving.