Thema 6: Regeling Basisstof 6 en 7.

Presentatie over: "Thema 6: Regeling Basisstof 6 en 7."— Transcript van de presentatie:

1 Thema 6: Regeling Basisstof 6 en 7

2 Het zenuwstelsel Indeling op grond van werking
Animale zenuwstelsel staat onder invloed van de wil verzorgd bewuste reacties en reflexen centra liggen voornamelijk in grote hersenen Autonome zenuwstelsel staat niet onder invloed van de wil voor onbewuste functies van organen regelt allerlei lichaamsfuncties o.a.hartslag, spijsvertering,ademhaling, nieren etc centra in hersenstam Hormoonstelsel veel invloed op

3 Autonome zenuwstelsel
Bestaat uit: 1) orthosympatisch deel 2) parasympatisch deel Naar ieder orgaan (doelwitorgaan) gaat een orthosympatische zenuw en een parasympatische zenuw (= dubbele innervatie) Deze hebben een tegengestelde werking

4 Orthosympatisch zenuwstelsel
Stimuleert organen die met activiteit te maken hebben + versnelling ademhaling + versnelling hartslag + verhoging dissimilatie (verbranding om energie vrij te maken) - remt (vertraagt) spijsvertering

5 Orthosympatische deel wordt vanuit het ruggenmerg (4) via de grensstrengen (5) naar de organen geleid. Zowel links als rechts v.d. wervelkolom liggen deze ganglia

6 Parasympatisch zenuwstelsel
Zwevende zenuwen ontspringen uit hersenstam + stimuleert spijsverteringsorganen + bevordert assimilatie (vormen organische stoffen voor opbouw lichaam)  voor rust en herstel lijf - remt (vertraagt) hartslag en ademhaling

7

8 Autonome zenuwstelsel

9 Spieren Glad spierweefsel
In huid en wand van buisvormige / holle organen (o.a. darm, bloedvat, urinebuis) O.i.v. autonoom zenuwstelsel Werkt traag / niet snel vermoeid Dwarsgestreept spierweefsel Bestaat uit spiervezels Vooral skeletspieren (en enkele huidspieren) O.i.v. animale zenuwstelsel Werkt snel / snel vermoeid

10

11 6 = Motorisch eindplaatje (axon van motorische zenuwcel geeft hier impuls door)

12 Bouw spierfibril Animatie spier
Mitochondriën maken m.b.v. O2 energie (ATP) uit glucose afkomstig uit het bloed of van de omzetting van glycogeen in glucose in de spier. Hoe komt een spier aan ATP als er een O2 tekort is en waar in de spier vindt dit plaats?

13 Antagonisten

14 Trainen Kracht ( explosiviteit) Spieren krijgen meer spiervezels
(meer filamenten in spierfibril) Uithouding:  Doorbloeding van spier verbeteren, minder snelle verzuring