Leervaardigheden in het vak nask1 Vaardigheden die je helpen het examen met succes te behalen.

Presentatie over: "Leervaardigheden in het vak nask1 Vaardigheden die je helpen het examen met succes te behalen."— Transcript van de presentatie:

1 Leervaardigheden in het vak nask1 Vaardigheden die je helpen het examen met succes te behalen

2 Inhoud van de les Les doelen Uitleg leervaardigheden Massa, volume en dichtheid In groepjes aan de slag Opgaven bespreken Afsluiten les dmv een digitale tool

3 Lesdoelen Je werkt deze les aan informatie uit bronnenmateriaal selecteren, verwerken en bewerken rekenvaardigheden binnen natuurkunde toepassen natuurkundige grootheden met symbool en de bijbehorende eenheden met afkorting gebruiken, in dit geval dichtheid, massa en volume natuurkundige apparatuur herkennen berekeningen uitvoeren en redeneringen opzetten gebruikmakend van formules Samenwerken met klasgenoten

4 Leervaardigheden

5 Dichtheid Op welk principe berust de werking van een lava lamp?

6 Wat is zwaarder het hout of het suiker? Ga staan als je denkt dat het hout zwaarder is Ga staan als je denkt dat het suiker zwaarder is Ga staan als je denkt dat er geen verschil is massa is Welk verschil zie je?

7 Stel ik geef twee leerlingen elk een voorwerp. Eén is van goud, de ander is van hout. Welk voorwerp is zwaarder? Dat kan je niet weten. Wat weet je namelijk niet?

8 Waarom is een stof eigenlijk zwaarder dan een ander? Moleculen hebben massa De tussenruimte NIET Dus hoe dichter de moleculen op elkaar zitten Hoe zwaarder de stof, daarom is een stof is vaste fase zwaarder dan in vloeistof en gas fase.

9 Vast, vloeibaar, gas

10 Je hebt een blokje beton en een blokje koper. Hoe bepaal je welke stof lichter is? Waarom kun je niet gewoon wegen? Je moet eerst de grootte van de blokjes gelijk maken. beton koper 32 g126 g

11 Je kunt de stoffen in gelijke stukken hakken. Deze kun je dan eerlijk vergelijken.

12 2 cm 4 cm 3 cm 32 g126 g 2 x 2 x 2 = 8 cm³ Moet je snijden om eerlijk te vergelijken?. 4 x 3 x 3 = 36 cm³ volumecm³81 massag324 volumecm³361 massag1263,5 De dichtheid is 4 gram voor elke kubieke centimeter De dichtheid is 3,5 gram voor elke kubieke centimeter dichtheid = 4 g/cm³dichtheid = 3,5 g/cm³

13 Dichtheid I Geeft aan hoe dicht een stof op elkaar zit. Ofwel: De hoeveelheid massa per volume-eenheid bijvoorbeeld: g/cm³ of g/cl of kg/m³

14 Zinken, zweven en drijven

15 Dichtheid II

16 Volume bepalen bij een onregelmatig voorwerp

17 In groepjes aan de slag Per twee groepjes krijg je twee / drie opgaven die je in groepje maakt De opgaven worden op het bord besproken Ieder groepje legt waarom zij aan een antwoord zijn gekomen Afhankelijk van de antwoorden komen we gezamenlijk tot een antwoord Jullie hebben 5 – 10 minuten om de vragen te maken

18 Afsluiting

19