Het Sinterklaasspel SINT Jammer, dit is niet Sinterklaas. Jammer, dit is niet Sinterklaas. Jammer, dit is niet Sinterklaas. Jammer, dit is niet Sinterklaas.

Presentatie over: "Het Sinterklaasspel SINT Jammer, dit is niet Sinterklaas. Jammer, dit is niet Sinterklaas. Jammer, dit is niet Sinterklaas. Jammer, dit is niet Sinterklaas."— Transcript van de presentatie:

1

2 Het Sinterklaasspel

3 SINT

4 Jammer, dit is niet Sinterklaas. Jammer, dit is niet Sinterklaas. Jammer, dit is niet Sinterklaas. Jammer, dit is niet Sinterklaas.

5 Goed zo! Dit is Sinterklaas. Goed zo! Dit is Sinterklaas. Goed zo! Dit is Sinterklaas. Goed zo! Dit is Sinterklaas.

6 PIET

7 Jammer. Dit is niet zwarte piet. Jammer. Dit is niet zwarte piet. Jammer. Dit is niet zwarte piet. Jammer. Dit is niet zwarte piet.

8 Goed zo! Dit is zwarte piet! Goed zo! Dit is zwarte piet! Goed zo! Dit is zwarte piet! Goed zo! Dit is zwarte piet!

9 BOEK

10 Jammer. Dit is niet het boek van Sinterklaas. Jammer. Dit is niet het boek van Sinterklaas. Jammer. Dit is niet het boek van Sinterklaas. Jammer. Dit is niet het boek van Sinterklaas.

11 Goed zo. Dit is het boek van Sinterklaas. Goed zo. Dit is het boek van Sinterklaas. Goed zo. Dit is het boek van Sinterklaas. Goed zo. Dit is het boek van Sinterklaas.

12 MIJTER

13 Jammer. Dit is niet de mijter van Sinterklaas. Jammer. Dit is niet de mijter van Sinterklaas. Jammer. Dit is niet de mijter van Sinterklaas. Jammer. Dit is niet de mijter van Sinterklaas.

14 Goed zo! Dit is de mijter van Sinterklaas. Goed zo! Dit is de mijter van Sinterklaas. Goed zo! Dit is de mijter van Sinterklaas. Goed zo! Dit is de mijter van Sinterklaas.

15 MANTEL

16 Jammer. Dit is niet de mantel van Sinterklaas. Jammer. Dit is niet de mantel van Sinterklaas. Jammer. Dit is niet de mantel van Sinterklaas. Jammer. Dit is niet de mantel van Sinterklaas.

17 Goed zo! Dit is de mantel van Sinterklaas. Goed zo! Dit is de mantel van Sinterklaas. Goed zo! Dit is de mantel van Sinterklaas. Goed zo! Dit is de mantel van Sinterklaas.

18 KRUIS

19 Jammer. Dit is niet het kruis van Sinterklaas. Jammer. Dit is niet het kruis van Sinterklaas. Jammer. Dit is niet het kruis van Sinterklaas. Jammer. Dit is niet het kruis van Sinterklaas.

20 Goed zo! Dit is het kruis van Sinterklaas. Goed zo! Dit is het kruis van Sinterklaas. Goed zo! Dit is het kruis van Sinterklaas. Goed zo! Dit is het kruis van Sinterklaas.

21 STAF

22 Jammer. Dit is niet de staf van Sinterklaas. Jammer. Dit is niet de staf van Sinterklaas. Jammer. Dit is niet de staf van Sinterklaas. Jammer. Dit is niet de staf van Sinterklaas.

23 Goed zo! Dit is de staf van Sinterklaas. Goed zo! Dit is de staf van Sinterklaas. Goed zo! Dit is de staf van Sinterklaas. Goed zo! Dit is de staf van Sinterklaas.

24 PEPERNOOT

25 Jammer. Dit is geen pepernoot. Jammer. Dit is geen pepernoot. Jammer. Dit is geen pepernoot. Jammer. Dit is geen pepernoot.

26 Goed zo! Dit is een pepernoot. Goed zo! Dit is een pepernoot. Goed zo! Dit is een pepernoot. Goed zo! Dit is een pepernoot.

27 SCHOORSTEEN

28 Jammer. Dit is geen schoorsteen. Jammer. Dit is geen schoorsteen. Jammer. Dit is geen schoorsteen. Jammer. Dit is geen schoorsteen.

29 Goed zo! Dit is een schoorsteen. Goed zo! Dit is een schoorsteen. Goed zo! Dit is een schoorsteen. Goed zo! Dit is een schoorsteen.

30 ROE

31 Jammer. Dit is geen roe. Jammer. Dit is geen roe. Jammer. Dit is geen roe. Jammer. Dit is geen roe.

32 Goed zo! Dit is een roe. Goed zo! Dit is een roe. Goed zo! Dit is een roe. Goed zo! Dit is een roe.

33 ZAK

34 Jammer. Dit is geen zak. Jammer. Dit is geen zak. Jammer. Dit is geen zak. Jammer. Dit is geen zak.

35 Goed zo! Dit is de zak van Sinterklaas. Goed zo! Dit is de zak van Sinterklaas. Goed zo! Dit is de zak van Sinterklaas. Goed zo! Dit is de zak van Sinterklaas.

36 PAARD

37 Jammer. Dit is niet het paard Americo. Jammer. Dit is niet het paard Americo. Jammer. Dit is niet het paard Americo. Jammer. Dit is niet het paard Americo.

38 Goed zo! Dit is het paard Americo. Goed zo! Dit is het paard Americo. Goed zo! Dit is het paard Americo. Goed zo! Dit is het paard Americo.

39 SCHOEN

40 Jammer. Dit is niet een schoen. Jammer. Dit is niet een schoen. Jammer. Dit is niet een schoen. Jammer. Dit is niet een schoen.

41 Goed zo! Dit is een schoen. Goed zo! Dit is een schoen. Goed zo! Dit is een schoen. Goed zo! Dit is een schoen.

42 WORTEL

43 Jammer. Dit is geen wortel. Jammer. Dit is geen wortel. Jammer. Dit is geen wortel. Jammer. Dit is geen wortel.

44 Goed zo! Dit is een wortel. Goed zo! Dit is een wortel. Goed zo! Dit is een wortel. Goed zo! Dit is een wortel.

45 BARET

46 Jammer. Dit is geen baret. Jammer. Dit is geen baret. Jammer. Dit is geen baret. Jammer. Dit is geen baret.

47 Goed zo! Dit is een baret.

48 EINDE