Past simple Als je over iets wilt praten dat in het verleden is gebeurd en ook is afgelopen, dan gebruik je de past simple
-yesterday -this morning -a week ago -last year -in 1995 Vaak wordt daar dan bij verteld wanneer het in het verleden was. Voorbeelden hiervan zijn:
Hoe maak je past simple? -bij regelmatige werkwoorden -(e)d achter het werkwoord te zetten. –> He relaxed on the beach. -bij onregelmatige werkwoorden de bijbehorende vorm te gebruiken. Zie lijst op de website –> He went to a concert.
Als de laatste letter van een werkwoord eindigt met een ‘y’, wordt deze ‘y’ vervangen door ‘ied’. Try- Tried Let op, deze regel geldt alleen wanneer de letter vóór de y een medeklinker is. Wanneer dit niet het geval is, wordt er ‘ed’ achter het werkwoord gezet. Enjoy - enjoyed