S YMPTOMEN EN BEHANDELING VAN OUDERE PALLIATIEVE PATIËNTEN MET KANKER Van Lancker, A., Beeckman, D., Van Den Noortgate, N., Verhaeghe, S., Van Hecke, A.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
De coachende rol van de psycholoog in een palliatief support team (in een ziekenhuis ) Studiedag Federatie Palliatieve zorg Vlaanderen Sint-Niklaas,
Advertisements

Gebruikerscommissie Rebecca Verhofstede
Palliatieve zorgen bij kinderen (met kanker)
Vrijwilligers vóór ouderen, tegen sociaal onrecht
De invloed van dementie op pijn: een vergeten gebied
Zorg voor autonomie van ouderen met een psychiatrische achtergrond in het verzorgingstehuis Lambert Liza.
Kwetsbaarheid bij ouderen frailty
Suïcide en schizofrenie, risicofactoren en implicaties voor behandeling M. De Hert & J. Peuskes.
Effecten van consultatieteams voor palliatieve zorg in het ziekenhuis
Pediatrische hemato-oncologie en stamceltransplantatie
“Prostaatkanker, de behandeling en dan?”
Resultaten bevraging voorzieningen “participatie ouders”
Jongeren met visuele beperking: persoonlijk netwerk en welbevinden
Kwaliteit van leven en klachten na prostaatkanker; resultaten uit de regio Dr. Floortje Mols.
Anorexia en Boulimia Nervosa
Gebruikerscommissie Gaëlle Vanbutsele
Sterven doe je niet ineens maar af en toe een beetje en alle beetjes die je stierf, 't is vreemd maar die vergeet je. Het is je dikwijls zelf ontgaan,
Het Zorgprogramma voor de geriatrische patiënt
Presentatie bij Lezing prof.dr. H. Swaab
Reflecties vanuit de medische praktijk
E-learning module Palliatieve zorg
Psychotherapie bij ouderen
Voedingsonderzoek met als doel het evalueren van de maaltijden en formuleren van adviezen op het internaat KA2 te Hasselt met overwegend leerlingen topsportschool.
Angst in de palliatieve fase
Postanoxische encephalopathie
Pijn in de palliatieve zorg
Sarah Bal & Marlies Tierens, Universiteit Gent
Angststoornissen bij kinderen met autismespectrumstoornissen
De vangnetpopulatie in de Ziektewet: kenmerken en risicofactoren voor langdurig verzuim Het onderzoek.
Zorgbelang Zuid-Holland Veiligheid door de patiënt bekeken 25 april 2012 Erik Visser, Regiomanager Zorgbelang Zuid Holland.
Autismespectrumstoornis
Focus op motivatie en communicatie
Kwetsbare ouderen zonder thuiszorg
Doel onderzoek : ALGEMEEN : De kwaliteit van leven in de verschillende zorggroepen. Is er een verband tussen : veranderingen in fysieke, psychische en.
IMAGO ZORG CONSUMENTEN 2013
Die ziekte in mijn familie krijg ik die later ook?
“Tijdig spreken over levenseinde”
Verstandelijke beperking
Kwaliteit van leven en coping bij broers en zussen van kinderen met kanker Tijdschrift voor Kindergeneeskunde Jaargang 71 nr. 3 Iris Willen 1BaoD.
Zorg op maat voor kankerpatiënten; het voorkomen van nadelige effecten
Gedragsproblemen bij mensen met een beperking.
Niet alles wat kan, hoeft
Netwerk Palliatieve Zorg Westhoek-Oostende  Informeren, Sensibiliseren, Vorming  Registreren  Partners samenbrengen Medewerkers  Algemeen Coördinator.
Rolinda Claassen-Janssen fysiotherapeut Rivas / Rijndam
Moeders in Detentie Richting aan Re-integratie Amersfoort, 12 november 2014.
Bewegen en gezondheid Bruno Reynders. Gezondheid  WHO 2011 : Gezondheid is het vermogen van mensen zich aan te passen en eigen regie te voeren, in.
Camille Coussée 1 BaTP B2 DEPRESSIE PREVENTIE.  Betekenis: voorkomen van een ziekte  Doel:  meer kwaliteit van leven  mensen minder/korter ziek 
Nierdialyse bij geriatrische patiënten Voordracht voor Maatschappelijk werkenden Catharina Ziekenhuis Eindhoven,
Seksualiteit Het bespreekbaar maken van seksualiteit in het contact met de cliënt als onderdeel van de hulpverlening.
Niertransplantatie in het LUMC Procedures voor ontvangers en donoren.
Zelfmanagement Deel 3: Serious soaps over ouderen Verpleegkundige.
Zorg op maat voor depressieve ouderen van levensbelang. Hannie Comijs.
Vroegtijdig signaleren van misselijkheid en braken verbetert de kwaliteit van leven van zorgvragers met kanker Tineke Scheerhoorn, Marijke Kuperus Conclusie.
1 Medische Heroïne-Unit (MHU). 2 De MHU biedt: Gecontroleerde heroïnebehandeling onder medisch toezicht aan 20 patiënten Methadonverstrekking aan ca.
DAG TEGEN KANKER OP 18 SEPTEMBER 2014 Aandacht voor mensen met kanker in ons ziekenhuis.
De seksuele start Timing en kenmerken van de eerste keer, en verbanden met de latere seksuele loopbaan Dra. Katrien Symons Prof. Dr. Mieke Van Houtte Dr.
CoRPS Center of Research on Psychology in Somatic diseases De rol van persoonlijkheid bij het lichamelijk en psychisch welzijn van melanoom patiënten.
Optimalisering van de zorg voor thuisverblijvende cliënten met een psychische problematiek Referentiewerk en intervisie als ondersteuning en deskundigheidsbevordering.
Kanker en werk Basiskennis over kanker en de mogelijke gevolgen.
 Wie zijn wij?  Waar hebben wij dit gedaan?  Wat hebben wij gedaan?  Tandheelkunde en fysiotherapie?
18-/18+ of transitiepsychiatrie? Ambities ggz: pleidooi voor een levensloopbenadering Adolescentie is de psychologische ontwikkeling van de jongere naar.
Het (meervoudig) gebruik van tabak, alcohol en illegale drugs in Vlaanderen Tabaksgebruik.
Palliatieve zorg: jouw zorg?! Passende zorg!
Vakgroep Gezondheidswetenschappen
Finding ways to promote STI testing among the Afro-Caribbean community
Het effect van een preventieve behandeling van latente tuberculose-infectie op de levenskwaliteit van de patiënt LIEN JESPERS VUB, 4de Master HAGK Prof.
Toepassing van geneesmiddelen
Congres ‘Nare jeugdervaringen’
Ongelijkheid in de zorg bij kwetsbare kinderen
Groeihormoon-stoornis..
Transcript van de presentatie:

S YMPTOMEN EN BEHANDELING VAN OUDERE PALLIATIEVE PATIËNTEN MET KANKER Van Lancker, A., Beeckman, D., Van Den Noortgate, N., Verhaeghe, S., Van Hecke, A. (2015). Symptomen en behandeling van oudere palliatieve kankerpatiënten. Universiteit Gent: Universitair Centrum voor Verpleegkundige en Vroedkunde.

STUDIE 400 oudere palliatieve (niet-terminale) kankerpatiënten namen deel aan de studie Een palliatieve patiënt was gedefinieerd als: Een persoon die lijdt aan ongeneeslijke kanker, op basis van behandelingsmogelijkheden, algemene toestand van de patiënt, multipathologie en patiëntenpreferenties. Er is geen mogelijkheid tot genezing en de patiënt komt niet meer in aanmerking voor een curatieve behandeling. Stabilisatie van ziekte is mogelijk Patiënten waren opgenomen op geriatrische en niet-geriatrische afdelingen van zeven ziekenhuizen in Vlaanderen Gemiddelde leeftijd: 75.7 jaar Levensduur: 77.4% had een levensverwachting van maanden (versus jaren) 2

BELANGRIJKSTE SYMPTOMEN Volgens mate van voorkomen Volgens mate van ernst Droge mond77.0%Psychische pijn92.4% Fysiek moe69.3%Psychisch moe90.1% Gebrek aan energie65.8%Gebrek aan wilskracht89.4% Gebrek aan eetlust58.0%Gebrek aan energie87.3% Moeite met verplaatsen55.8%Fysiek moe85.1% Kortademigheid53.3%Fysieke pijn83.5% Moeite met zelfzorg52.0%Neerslachtigheid81.3% Piekeren51.8%Piekeren80.5% Fysieke pijn49.3% Psychisch moe46.0% 3

BELANGRIJKSTE SYMPTOMEN Patiënten ervaren gemiddeld 14 symptomen. Alle patiënten ervaren minimaal 1 symptoom en kunnen tot 31 symptomen ervaren Psychische symptomen worden als lastiger ervaren 4 Aanbeveling Wees bedacht op psychische symptomen. Bevraag systematisch symptomen op fysiek, psychisch, sociaal, functioneel en existentieel/spiritueel vlak. Voor de bevraging kan gebruik worden gemaakt van de ‘Leidraad voor Symptoomassessment bij oudere palliatieve patiënten met kanker’ (zie bijlage). Symptomen kunnen a.d.h.v. een gesprek bevraagd worden.

GROEPERING VAN SYMPTOMEN Oudere palliatieve kankerpatiënten ervaren veelal gelijktijdig verschillende symptomen als gevolg van het verouderingsproces, de ziekte en de context. Er werd via analyses nagegaan welke symptomen samen voorkomen. 5

GROEPERING VAN SYMPTOMEN 6

BELANGRIJKSTE SYMPTOMEN Symptomen binnen eenzelfde groep (cirkel) hebben meer kans om samen voor te komen Bepaalde symptoom groepen (cirkels) zijn nauwer met elkaar verbonden (cirkels die elkaar raken) en hebben meer kans om samen voor te komen Mogelijks heeft het effect van een behandeling op één symptoom binnen een groep (cirkel) ook een invloed op de andere symptomen binnen dezelfde groep 7 Aanbeveling Bevraag de patiënt bij identificatie van een symptoom binnen een groep (cirkel) specifiek naar de andere symptomen in de groep Bij tijdgebrek: geef de prioriteit aan het identificeren van de andere symptomen binnen dezelfde groep (cirkel) en de aanverwante groep (cirkel die raakt).

PATIËNTEN PROFIELEN Drie groepen kunnen onderscheiden worden o Groep 1: symptoomvrij o Groep 2: fysieke last o Groep 3: psychische en fysieke last Patiënten met een geriatrisch risicoprofiel hebben een hoger risico op het ervaren van symptomen en voornamelijk psychische symptomen (groep 3) Het ervaren van psychische symptomen gepaard met fysieke symptomen (groep 3) heeft een negatieve invloed op functionaliteit en het leven als zinvol ervaren. 8

PATIËNTEN PROFIELEN 9 Aanbeveling Wees bedacht op ouderen met een geriatrisch risico profiel en hun hogere kans op het ervaren van zowel fysieke als psychische symptomen. Voor het bepalen van het geriatrisch risicoprofiel kan gebruik worden gemaakt van een gevalideerd instrument dat reeds voorhanden is in het ziekenhuis zoals het Geriatrisch Risico Profiel (GRP), risicoscreening ≥ 75 jaar, … Wees bedacht op de invloed van psychische symptomen op functionaliteit en het leven als niet zinvol ervaren

BEHANDELING FYSIEKE, FUNCTIONELE EN SOCIALE ASPECTEN De focus bij de behandeling van oudere palliatieve kankerpatiënten ligt momenteel eerder op fysieke, functionele en sociale aspecten. Nog een groot deel van de patiënten met fysieke symptomen wordt niet behandeld. De focus ligt sterk op de behandeling van pijn, maar 22% werd niet behandeld. Een derde van de patiënten die last hadden van obstipatie als gevolg van inname van sterke opioïden kregen geen laxativa en een derde van de patiënten die last hadden van misselijkheid en braken als gevolg van chemotherapie kregen geen anti-emetica. Iets meer dan de helft van de patiënten met functionele afhankelijkheid en sociale problemen werden doorverwezen naar de sociale dienst en iets minder dan 50% werd doorverwezen naar een kiné. 10

BEHANDELING FYSIEKE SYMPTOMEN 11 SymptoomType behandelingWel behandelingGeen behandeling* Moe (fysiek)Steroïden123 (44.4)154 (55.6) Gebrek aan eetlustDiëtist113 (48.7)119 (51.3) KortademigheidZuurstof52 (24.5)160 (75.4) KortademigheidKine68 (31.9)145 (68.1) Pijn (fysiek)Pijnmedicatie152 (77.6)44 (22.4) Pijn (fysiek)Antidepressiva38 (19.4)158 (80.6) Pijn (fysiek)PST51 (25.9)146 (74.1) GewichtsverliesDiëtist50 (30.3)115 (69.7) SlaapstoornisSlaapmedicatie64 (39.5)98 (60.5) SlaapstoornisAnxiolytica43 (26.5)119 (73.5) SlaapstoornisSlaapmedicatie of anxiolytica 81 (50.0) SlaapstoornisPijnmedicatie106 (65.4)56 (34.6) ObstipatieLaxativa75 (49.7)76 (50.3) Slijmen luchtwegenKiné34 (25.8)98 (74.2) MisselijkheidAnti-emetica57 (54.8)47 (45.2) BrakenAnti-emetica30 (62.5)18 (37.5) * Aantal participanten die geen behandeling kregen desondanks ze een symptoom als aanwezig rapporteerden

BEHANDELING PSYCHISCHE SYMPTOMEN EN EXISTENTIËLE ASPECTEN Slechts een beperkt aantal patiënten werden gevolgd door het PST (26%), een psycholoog (17.5%) of pastoraal werker (16%). Ongeveer 50% van patiënten met psychische en existentiële problemen werden niet doorverwezen naar een hulpverlener. De behandeling van psychische en existentiële symptomen werd vooral aangepakt door middel van doorverwijzing naar een hulpverlener in vergelijking met een medicamenteuze behandeling. De psycholoog werd vooral ingeschakeld bij jongere patiënten en patiënten met een partner. Patiënten doorverwezen naar het PST ervaarden meer symptomen dan niet doorverwezen patiënten 12

BEHANDELING PSYCHISCHE SYMPTOMEN EN EXISTENTIËLE ASPECTEN 13 SymptoomType behandelingWel behandelingGeen behandeling* PiekerenAntidepressiva of anxiolytica88 (45.5)119 (57.5) PiekerenPsycholoog, PST of pastorale105 (50.7)102 (49.3) NeerslachtigheidAntidepressiva of anxiolytica66 (45.5)79 (54.5) NeerslachtigheidPsycholoog, PST of pastorale77 (53.1)68 (46.9) Moe (psychisch)Psycholoog, PST of pastorale89 (48.4)95 (51.6) GespannenPsycholoog, PST of pastorale65 (48.9)68 (51.1) Gebrek aan wilskrachtPsycholoog, PST of pastorale47 (39.8)71 (60.2) Pijn (psychisch)Antidepressiva of anxiolytica50 (44.2)63 (55.8) Pijn (psychisch)Psycholoog, PST of pastorale64 (56.1)50 (43.9) EenzaamheidAntidepressiva of anxiolytica52 (50.5)51 (49.5) EenzaamheidPsycholoog, PST of pastorale46 (44.7)57 (55.3) EenzaamheidSociale dienst58 (56.3)45 (43.7) AngstAntidepressiva of anxiolytica45 (50.6)44 (49.4) AngstPsycholoog, PST of pastorale50 (56.2)39 (43.8) KwaadheidAntidepressiva of anxiolytica38 (48.7)40 (51.3) KwaadheidPsycholoog, PST of pastorale42 (53.8)36 (46.2) Leven als onzinvol ervarenAntidepressiva of anxiolytica50 (44.2)63 (55.8) Leven als onzinvol ervarenPsycholoog, PST of pastorale49 (43.4)64 (56.6) * Aantal participanten die geen behandeling kregen desondanks ze een symptoom als aanwezig rapporteerden

CONCLUSIE 14 Oudere palliatieve kankerpatiënten worden geconfronteerd met een verscheidenheid aan symptomen (gemiddeld 14 symptomen/patiënt) en psychische symptomen worden vaker door patiënten als erg lastig beoordeeld Veel aandacht gaat naar het verhelpen van fysieke, functionele en sociale klachten, waarbij vooral fysieke pijn ruime aandacht krijgt.

CONCLUSIE 15 Aanbevelingen Sensibiliseren van hulpverleners dat oudere palliatieve kankerpatiënten nog onvoldoende behandeld worden voor hun symptomen. Immers, nog steeds een groot deel van de patiënten kreeg geen behandeling desondanks ze aangeven dat een symptoom aanwezig was. Sensibiliseren van hulpverleners omtrent de hoge frequentie en intensiteit van symptomen waarmee oudere palliatieve kankerpatiënten geconfronteerd worden. Educatie omtrent het systematisch bevragen van symptomen bij patiënten waarbij ook de nodige aandacht gaat naar de psychische en existentiële symptomen. Hierin kan de ‘Leidraad voor Symptoombeoordeling bij oudere palliatieve patiënten met kanker’ gebruikt worden.

CONCLUSIE 16 Aanbevelingen Het is aangewezen bij identificatie van een symptoom binnen een groep (cirkel - zie dia Groepering van symptomen) de patiënten bijkomend specifiek te bevragen naar de andere symptomen in de groep. Bij tijdgebrek geeft de hulpverlener best prioriteit aan het identificeren van de andere symptomen binnen dezelfde groep (cirkel) en de aanverwante groep (cirkel die raakt).

CONCLUSIE 17 Aanbevelingen Aanmoedigen van hulpverleners met betrekking tot het vroegtijdig consulteren van het palliatief support team. En dus niet alleen bij patiënten met een beperkte prognose. Ook de consultatie van een psycholoog (en niet enkel bij jongere patiënten en patiënten met een partner) of pastoraal werker kan overwogen worden daar meer dan de helft van de patiënten die het leven als niet zinvol ervaren momenteel niet doorverwezen worden naar een psycholoog, pastoraal werker of het palliatief support team.

CONCLUSIE 18 Aanbevelingen Sensibiliseren van hulpverleners omtrent de identificatie van patiënten met een geriatrisch profiel gezien hun hoger risico op het ervaren van symptomen. Verdere educatie / sensibilisering over zorg aan en behandeling van symptomen bij oudere patiënten waarbij de focus niet enkel op de fysieke en functionele aspecten ligt is aangewezen.

CONTACT Voor bijkomende vragen kan contact opgenomen worden met het Universitair Centrum voor Verpleegkundige en Vroedkunde Aurélie Van Lancker 19