Hoofdstuk 10 Paragraaf 1: Goed geregeld. Wat gaan we doen vandaag?  Bespreken eerste deel paragraaf 1  Maken paragraaf 1.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Het hormoonstelsel Thema 6 Basisstof 8 blz
Advertisements

Je lichaam in balans suikerbalans waterbalans.
Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
Thema 1 Stofwisseling Basisstof 4 K4
Hoofdstuk 4 Voeding.
Noodzaak van uitscheiding
Samenhang tussen stelsels
Aanvoer bloed (zuurstofrijk) Afvoer bloed Afvoer
Het hormoonstelsel 4 havo.
Thema 16 Hormoonregulatie
Eilandjes van langerhans en bijnieren
Overzicht van de stofwisseling
Lever 10.5.
Paragraaf 10.3 Cellen in Bad.
Paragraaf 10.4 Leven is regelen.
Uitscheidingsstelsel
Voeding en vertering 5 Havo.
Thema 4: Waarneming en Regeling
Les 4 het hormoonstelsel
Hoofdstuk 8 Paragraaf 4 Paragraaf 5.
Regeling door Hormonen
Paragraaf 4 Bloed stroomt
Hoofdstuk 9 Paragraaf 1 Alles werkt.
Hoofdstuk 9 Paragraaf 3. Wat gaan we doen vandaag?  Bespreken eerste deel paragraaf 3  Filmpje  Maken paragraaf 3.
Hoofdstuk 8 Paragraaf 1.
Hoe vervoert je verteringsstelsel voedsel
Hoofdstuk 4: Voeding HAVO 4.
10.1 Goed geregeld Hst 10 Gezondheid 3 VWO.
Het hormoonstelsel.
Hormoonklieren = endocriene klieren
Johan Bugel Campus Winschoten. Hoeveelheid bloed Johan Bugel Campus Winschoten  Man 5 liter  Vrouw 4,5 liter.
Dikke darm en de lever.
Het uitscheidingsstelsel
Lever en Nieren Les 1 di 2de uur ’11 Uitleg lever en nieren en opdracht Les 2 wo 3de uur ’11 Uitleg bloedonderzoek formulier, maken.
Diabetes.
De eilandjes van Langerhans en de bijnieren
Quiz: de voedingsstoffen
Inwendig milieu – zit in bloed en cellen
Hormoontest.
Hoofdstuk 9 Paragraaf 3.
Antwoorden college 3 Noem de 5 structuren/ruimten waar de keelholte mee in verbinding staat. Neusholte, mond, luchtpijp, slokdarm, buis van Eustachius.
Voedingsstoffen Bouwstoffen
Hoofdstuk 2 Paragraaf
H10 Gezondheid.
Voeding en Vertering 2 VMBO – KGT Thema 2.
Opslag, uitscheiding en bescherming
Diëten H 5.1 Ruststofwisseling Waar hangt dit van af? lichaamsgewicht
Digestie anatomie en fysiologie
Excretie of uitscheiding
Hoe zat het ook al weer? 5/10 minuten voor het voorbereiden van de volgende begrippen: Monosaccharide/disaccharide/polysaccharide Glycogeen Insuline/glucagon.
Diabetes.
Voeding Kenmerken van voeding.
Het hormoonstelsel Thema 6 Basisstof 8 blz
Vertering van voedingsstoffen
LF3 Periode 1 Hormoonstelsel
Koolhydraten.
Voeding en vertering.
Thema 8 Opslag, uitscheiding en bescherming
Opdrachten 1 t/m 5: Bekijk het filmpje  (volg tot 12:05 min.).
4H ICT-les 6.5 Lever Nodig: pc met internet, oortjes, boek, Binas, aantekeningenschrift, pen … … (uit darm) lever … … (naar 12v-darm) … Aantekening over.
Thema 9 : je lichaam werkt
dierlijke cel en een plantaardige cel
Spijsvertering Bijgewerkt
Thema 2 Voeding en vertering
Transcript van de presentatie:

Hoofdstuk 10 Paragraaf 1: Goed geregeld

Wat gaan we doen vandaag?  Bespreken eerste deel paragraaf 1  Maken paragraaf 1

Homeostase  Alles in je lichaam schommelt rond een evenwicht  Je lichaam reageert op veranderingen  Teveel van een bepaalde stof  opslag van de stof of uitscheiding van de stof  Te weinig van een bepaalde stof  honger of dorst, aanmaak stof

Uitscheiding  Longen scheiden koolstofdioxide uit  Nieren maken van teveel water, mineralen, zouten, vitamines en afvalstoffen urine  Huid maakt zweet dat bestaat uit zouten en water  Darmen scheiden overtollige stoffen uit de voeding uit

Diabetes Mellitus  3IxlW9w 3IxlW9w

Glucose  Koolhydraat dat het lichaam kan omzetten in energie door het te verbranden  Glucose krijg je binnen via je voeding  Teveel aan glucose sla je op als glycogeen in je lever en spieren

Alvleesklier  Je alvleesklier heeft 2 functies:  Verteringssappen maken (vertering koolhydraten en eiwitten)  Maken van het hormoon insuline en glucagon

Insuline  Als je een te hoog bloedsuikergehalte hebt (teveel aan glucose) geeft je alvleesklier insuline af  Insuline zet glucose om in glycogeen  Glycogeen sla je op in je spieren en je lever  Je bloedsuikerspiegel daalt weer (wordt normaal)

Glucagon  Als de bloedsuikerspiegel te laag wordt geeft de alvleesklier glucagon af  Glucagon zet glycogeen uit de lever en spieren om in glucose  De glucose komt in het bloed en de bloedsuikerspiegel stijgt

Huiswerk maandag  Paragraaf 1 af