Klok kijken Hoe laat is het? Quelle heure est-il?

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
ARGOT(S) à gogo.
Advertisements

KLOKLEZEN Wat wil je oefenen ? Klik op jouw keuze UUR HALF UUR
Cours de Français Groupe 1MHa.
Franse Les Les 17 Vorige les/Devoirs Toets vocabulaire P. 26/27
Onze eerstejaars aan het werk tijdens de lessen FRANS Foto’s genomen in 1 MOD a –
wat doet zwarte piet op een dag?
Namen van landen Les noms des pays.
Goedemorgen.
Goedemorgen.
de tijd.
¿ ¿QUÉ HORA ES? HOE LAAT IS HET? ¿Qué hora es? Perdone, ¿tiene hora? Pardon, heeft u de tijd? DE TIJD VRAGEN ( PREGUNTAR LA HORA) No tengo reloj. Nee.
Grammaire chapitre 2 2 havo/vwo.
Grammaire thème 4.
Grammaire thème 6 4 vwo.
Unité 14 Texte 1 Manneken Pis et le Shuttle. Manneken Pis et le Shuttle de hemel* de hemel* een minuut* een minuut* een seconde* een seconde* een week*
Compter en français (tellen in het Frans)
Franse Les Les 16 Anne chapitre 1 à 4 Aujourd’huis nous sommes vendredi le 13 février 2015 QUEL JOUR SOMMES-NOUS?
Grammaire chapitre 3 3 havo.
Franse Les Les 15 Vorige week Anne chapitre 3 Voyages p. 25/26
Franse Les Les 1 Kennismaken La mémoire Dialogue Chanson + texte
Telling the time in English.
Franse Les Les 10 Vorige week Voyages p. 19/20 Les professions Verbes : avoir + faire Petite Marie Vorige week Voyages p. 19/20 Les professions Verbes.
Franse Les Les 5 Vorige les & huiswerk Voyages p. 41/43/44
Franse Les Les 6 Vorige les & huiswerk Toets unité 5
Franse Les Les 4 Vorige les & huiswerk Voyages p. 40/41 Klokkijken
Franse Les Les 6 Vorige les & huiswerk Toets Voyages p. 43/44/45
Het Bijvoeglijk Naamwoord
Franse Les Les 8 Vorige week Voyages p. 20/21 Toets vocabulaire
Franse Les Les 7 Vorige week Voyages p. 18/19 Verbe : avoir + faire
De verleden tijd - imparfait
un un deux deux deux trois trois trois quatre quatre
Het werkwoord être (= zijn)
Gitaar 1 Akkoorden, 2 tonen, 3 melodie als tab+noten 4 melodie als tab, 5 pentatonische toonladder.
Vorige week Unité 3 p.26/27 voor/achter/naast/tussen devoirs Vorige week Unité 3 p.26/27 voor/achter/naast/tussen devoirs Quel jour sommes-nous aujourd’hui?
Klokkijken Hoeveel tijd is er verstreken?
De digitale klok.
 Cherche une palette moins cher.  Voilà, je l’ai déjà.   Zoek een goedkoper doosje.  Kijk, ik heb het al.
Je compte!. Hoe schrijf je 21? B) vingt-et-un C) vingt et un D) vingt un A) vingt-un.
MI CASA ES TU CASA ¡VAMOS AL INSTITUTO! 2HSP2. PROGRAMA ¿Qué día es hoy? Hoy es miércoles el dos de marzo Unidad 4 herhalen Proeftoets Unidad 4 Spelletjes.
Ne me quitte pas Il faut oublier Tout peut s'oublier Qui s'enfuit déjà Laat me niet alleen We moeten vergeten Je kunt alles vergeten wat al vager wordt.
Unité 1 page 15/16 Les nombres TPRS verhaal – mini-histoires Unité 1 page 15/16 Les nombres TPRS verhaal – mini-histoires Nous sommes mercredi le 26 octobre.
Rekenen!!! cito.
Quel jour sommes-nous aujourd’hui ?
Franse Les Les 1 Wat gaan we doen? Qu’est-ce que j’ai fait?
Quel jour sommes-nous aujourd’hui ?
Les 4 havo Leesvaardigheistraining;
Quel jour sommes-nous aujourd’hui ?
In een speeltuin zijn 44 kinderen aan het spelen.
Franse Les – 1e jaar Les 10 Aujourd’hui nous sommes …. Unité 2 page 25
Jacques Brel Ne me quitte pas.....

Quel jour sommes-nous aujourd’hui ?
ORALAIR 100 IR & 300 IR comprimés
Delend lidwoord l'article partitif.
Wat is het grootste getal
LES RÈGLES D’ORTHOGRAPHE
Aanwijzend voornaamwoord
Persoonlijk voornaamwoord
dagje van Brugge naar Gent muziek; Marieke, Jacques Brel
Klokkijken allesvoorengels.nl.
Hoofdstuk 14 Rekenen met tijd. Hoofdstuk 14 Rekenen met tijd.
Hoofdstuk 13 klokkijken. Hoofdstuk 13 klokkijken.
Klokkijken.
Vergelijkingen Minder dan moins + bijvoeglijk naamwoord + que
Klok kijken Hoe laat is het? Quelle heure est-il?
Chapitre 1 Francofolies.
Le passé compose et l’imparfait
Qu’est-ce qu’on va faire?
EGOV SELECT.
Basis 7 Tijd. Basis 7 Tijd Paragraaf B7.1 Wijzers van de klok.
Transcript van de presentatie:

Klok kijken Hoe laat is het? Quelle heure est-il? Het is … uur. Il est … heure(s).

Hele uren Het is één uur. Il est une heure. Het is twee uur. Il est deux heures. Let op: Alleen bij ‘1 uur’ vertaal je ‘uur’ met heure. Als het een ander getal is dan 1, dan vertaal je ‘uur’ met heures.

Halve uren Het is half 2. Il est une heure et demie. Het is half 3. Il est deux heures et demie. Let op: In Frankrijk maken ze de rekensom: heel uur + een half uur voorbeeld 1 uur + een half uur = half 2 2 uur + een half uur = half 3

Let op! 12 uur ‘s middags = midi 12 uur ‘s nachts = minuit Het is 12.00 uur. Il est midi. Het is 0.00 uur. Il est minuit. Het is 12.30 uur. Il est midi et demi. Het is 0.30 uur. Il est minuit et demi.

Kwartieren Het is kwart over 1. Il est une heure et quart. Het is kwart over 6. Il est six heures et quart. Het is kwart voor 1. Il est une heure moins le quart. Het is kwart voor 6. Il est six heures moins le quart. Het is 0.15 uur. Il est minuit et quart. Het is 23.45 uur. Il est minuit moins le quart. Het is 12.15 uur. Il est midi et quart. Het is 11.45 uur. Il est midi moins le quart.

Minuten Het is 8.05 uur. Il est huit heures cinq. Het is 8.10 uur. Il est huit heures dix. Het is 8.15 uur. Il est huit heures quinze. Il est huit heures et quart. Het is 8.20 uur. Il est huit heures vingt. Het is 8.25 uur. Il est huit heures vingt-cinq. Het is 8.30 uur. Il est huit heures trente. Il est huit heures et demie. Let op! In het Frans kun je niet zoiets zeggen als ‘Het is 5 voor half 9.’ In plaats daarvan zeg je ‘Het is 25 over 8.’

Minuten Het is 8.35 uur. Il est neuf heures moins vingt-cinq. Het is 8.40 uur. Il est neuf heures moins vingt. Het is 8.45 uur. Il est neuf heures moins quinze. Il est neuf heures moins le quart. Het is 8.50 uur. Il est neuf heures moins dix. Het is 8.55 uur. Il est neuf heures moins cinq.

Dagdelen ‘s morgens le matin ‘s middags l’après-midi ‘s avonds le soir ‘s nachts la nuit Het is 8 uur ‘s morgens. Il est 8 heures du matin. Het is 8 uur ‘s avonds. Il est 8 heures du soir. Het is 2 uur ‘s middags. Il est 2 heures de l’après-midi. Het is 2 uur ‘s nachts. Il est 2 heures du matin.