Het oog
Wat ga je leren? De bouw van het oog Het optisch systeem: hoe het werkt Oogafwijkingen: Bij- en verziendheid
Samenvatting begrippen tot nog toe Bolle lens, brandpunten F op afstand f Voorwerp-, beeldafstand v en b Afbeelden, projecteren, Vergroten, vergroting N = b / v Di- en Convergente lichtbundels, Virtueel beeld bij divergentie
Een variabele bolle lens F
Beeld in oog op zijn kop
Pupil regelt lichtintensiteit beeld
Het oog ziet een virtueel beeld F F P Divergente bundels!!
Reikwijdte oog Vertepunt Verst weg gelegen punt dat je nog scherp kunt zien Nabijheidspunt Dichtsbij gelegen punt dat je nog scherp kunt zien
Aan de slag! Zelf lezen par 2.4, Opgaven maken: 48 – 52, als klaar 53-55
Brillen – Lenssterkte Brillen fungeren als voorzetlens De lenssterkte druk je uit in dioptrie Formule voor de dioptrie (dpt) S: S = 1 / f
Samenvatting Ooglens is bol en adaptief, Netvlies vertaalt beeld tot zenuwsignaal, Pupil bepaalt lichtintensiteit beeld op netvlies, Verte- en Nabijheidspunt bepalen scherptediepte Accomoderen (=wijzigen ooglens bolling) wijzigt F Lenssterkte bril druk je uit in dioptrie S (dpt) S = 1 / f
Huiswerk Lees begrijpend par 2.4 Maak opgaven 48 t/m 57