Zingen Vers 1 (Melodie 1) Er is geen plaats, er is geen plaats, Gezang 55: 1, 2, 3 en 4 Vers 1 (Melodie 1) Er is geen plaats, er is geen plaats, Zacheüs is te klein. Maar haastig klimt hij in een boom, om er toch bij te zijn.
Zingen Vers 2 (Melodie 2) Daar zit die kleine tollenaar, Gezang 55: 1, 2, 3 en 4 Vers 2 (Melodie 2) Daar zit die kleine tollenaar, daar zit hij, hoog en droog. De mensen kunnen hem niet zien, maar Jezus kijkt omhoog.
Zingen Vers 3 (Melodie 1) Zacheüs, waarom schuil je weg, Gezang 55: 1, 2, 3 en 4 Vers 3 (Melodie 1) Zacheüs, waarom schuil je weg, zo angstig als een muis? Zacheüs, kom vlug uit je boom en breng mij in jouw huis.
Zingen Vers 4 (Melodie 2) Zacheüs gaat met Jezus mee, Gezang 55: 1, 2, 3 en 4 Vers 4 (Melodie 2) Zacheüs gaat met Jezus mee, de mensen zijn verrast, Zacheüs is een tollenaar, en Jezus is zijn gast.