Vormleer: vlakke figuren – driehoeken en cirkels 5L week 6: ‘Vormleer: vlakke figuren – driehoeken en cirkels’ Meetkunde 5L week 6: Vormleer: vlakke figuren – driehoeken en cirkels vlakke figuren niet - veelhoeken veelhoeken cirkels driehoeken vierhoeken ...hoeken vijfhoeken
Elke driehoek heeft precies drie zijden. 5L week 6: ‘Vormleer: vlakke figuren – driehoeken en cirkels’ driehoeken Elke driehoek heeft precies drie zijden. Elke driehoek heeft precies drie hoeken. Elke zijde is een lijnstuk. cirkels Elk punt van de cirkel ligt even ver van het middelpunt ervan
Welke eigenschappen hebben de zijden? 5L week 6: ‘Vormleer: vlakke figuren – driehoeken en cirkels’ Welke eigenschappen hebben de zijden? driehoeken met drie verschillende zijden zijn ongelijkbenig (ongelijkzijdig) driehoeken met twee gelijke zijden zijn gelijkbenig driehoeken met drie gelijke zijden zijn gelijkzijdig
Welke eigenschappen hebben de hoeken? 5L week 6: ‘Vormleer: vlakke figuren – driehoeken en cirkels’ Welke eigenschappen hebben de hoeken? driehoeken met één rechte hoek zijn rechthoekige driehoeken driehoeken met één stompe hoek zijn stomphoekige driehoeken driehoeken met drie scherpe hoeken zijn scherphoekige driehoeken
Rubriceren naar de hoeken en zijden 5L week 6: ‘Vormleer: vlakke figuren – driehoeken en cirkels’ Rubriceren naar de hoeken en zijden gelijkzijdige scherphoekige driehoeken hebben drie even lange zijden drie scherpe hoeken
Rubriceren naar de hoeken en zijden 5L week 6: ‘Vormleer: vlakke figuren – driehoeken en cirkels’ Rubriceren naar de hoeken en zijden gelijkbenige scherphoekige driehoeken hebben twee even lange zijden drie scherpe hoeken
Rubriceren naar de hoeken en zijden 5L week 6: ‘Vormleer: vlakke figuren – driehoeken en cirkels’ Rubriceren naar de hoeken en zijden gelijkbenige rechthoekige driehoeken hebben twee even lange zijden één rechte hoek
Rubriceren naar de hoeken en zijden 5L week 6: ‘Vormleer: vlakke figuren – driehoeken en cirkels’ Rubriceren naar de hoeken en zijden gelijkbenige stomphoekige driehoeken hebben twee even lange zijden één stompe hoek
Rubriceren naar de hoeken en zijden 5L week 6: ‘Vormleer: vlakke figuren – driehoeken en cirkels’ Rubriceren naar de hoeken en zijden ongelijkbenige scherphoekige driehoeken hebben drie verschillende zijden drie scherpe hoeken
Rubriceren naar de hoeken en zijden 5L week 6: ‘Vormleer: vlakke figuren – driehoeken en cirkels’ Rubriceren naar de hoeken en zijden ongelijkbenige rechthoekige driehoeken hebben drie verschillende zijden één rechte hoek
Rubriceren naar de hoeken en zijden 5L week 6: ‘Vormleer: vlakke figuren – driehoeken en cirkels’ Rubriceren naar de hoeken en zijden ongelijkbenige stomphoekige driehoeken hebben drie verschillende zijden één stompe hoek
hoogtelijnen [KN], [LP] en [MQ] 5L week 6: ‘Vormleer: vlakke figuren – driehoeken en cirkels’ hoogtelijnen driehoek DEF hoogtelijn [EG] de hoogte van DEF is .... cm L M K D E F G Q P N driehoek KLM hoogtelijnen [KN], [LP] en [MQ]
• de cirkel (schijf) U middelpunt O straal [OS] diameter [UT] O S T 5L week 6: ‘Vormleer: vlakke figuren – driehoeken en cirkels’ de cirkel (schijf) O • S U T middelpunt O straal [OS] diameter [UT]
5L week 6: ‘Vormleer: vlakke figuren – driehoeken en cirkels’ driehoek ABC A B C driehoek ABC is een ongelijkbenige rechthoekige driehoek
5L week 6: ‘Vormleer: vlakke figuren – driehoeken en cirkels’ driehoek DEF D E F driehoek DEF is een gelijkbenige scherphoekige driehoek
5L week 6: ‘Vormleer: vlakke figuren – driehoeken en cirkels’ driehoek GHI G I H driehoek GHI is een gelijkzijdige scherphoekige driehoek
5L week 6: ‘Vormleer: vlakke figuren – driehoeken en cirkels’ driehoek JKL K J L driehoek JKL is een ongelijkbenige stomphoekige driehoek
5L week 6: ‘Vormleer: vlakke figuren – driehoeken en cirkels’ driehoek RST R T S driehoek RST is een ongelijkbenige scherphoekige driehoek
5L week 6: ‘Vormleer: vlakke figuren – driehoeken en cirkels’ driehoek UVW R T S driehoek UVW is een gelijkbenige rechthoekige driehoek
5L week 6: ‘Vormleer: vlakke figuren – driehoeken en cirkels’ driehoek XYZ X Y Z driehoek XYZ is een gelijkbenige stomphoekige driehoek
een gelijkbenige stomphoekige driehoek MNP 5L week 6: ‘Vormleer: vlakke figuren – driehoeken en cirkels’ een gelijkbenige stomphoekige driehoek MNP een hoogtelijn in die driehoek M N P
2. een cirkel met middelpunt O 1. een straal van [OQ] 3 cm 5L week 6: ‘Vormleer: vlakke figuren – driehoeken en cirkels’ 2. een cirkel met middelpunt O 1. een straal van [OQ] 3 cm O Q