Er bloeit iets op! Kerstproject 2015
Op U, mijn Heiland, blijf ik hopen. Verlos mij van mijn bange pijn! Zie, heel mijn hart staat voor U open en wil, o Heer, uw tempel zijn. O Gij, wien aard' en hemel zingen, verkwik mij met uw heil'ge gloed. Kom met uw zachte glans doordringen, o zon van liefde, mijn gemoed!
Vervul, o Heiland, het verlangen, waarmee mijn hart uw komst verbeidt! Ik wil in ootmoed U ontvangen, mijn ziel en zinnen zijn bereid. Blijf in uw liefde mij bewaren, waar om mij heen de wereld woedt. O, mocht ik uwe troost ervaren: doe intocht, Heer, in mijn gemoed!
LUISTER!
Er is een licht ontstoken waar alles donker is. Er is een bloem ontsproten waar grond bevroren is En blad voor blad ontluikt een roos van Gods genade Licht in de duisternis
Ziel, mijn ziel, aanvaard uw luister, treed te voorschijn uit het duister om u met het licht te sieren en uw zaligheid te vieren. God wil in Zijn welbehagen u als gast aan tafel vragen, God, wien hemelen niet binden, in uw hart een herberg vinden.
Heer’, Wien liefde heeft bewogen neer te dalen uit den hoge, Die gewillig hebt Uw leven in de dood voor ons gegeven, en Uw kostbaar bloed doen vloeien, dat wij daaruit zouden bloeien, en Uw lieflijke geschenken altijd liefelijk gedenken.
Jezus, ware levensspijze, laat mij op de rechte wijze eten 't brood van Uw genade tot genezing, niet tot schade, Laat mijn ziel Uw liefde ervaren, die Gij eens zult openbaren, als ik zal zijn aangezeten en het brood met U zal eten.
Welkom in deze dienst Dienst van dankzegging en nabetrachting Heilig Avondmaal
Gaat, stillen in den lande, uw Koning tegemoet, de intocht is ophanden van Hem die wondren doet. Gij die de Heer verwacht, laat ons voor alle dingen Hem ons hosanna zingen. Hij komt, Hij komt met macht.
Vat moed, bedroefde harten, de Koning nadert al. Vergeet uw angst en smarten, daar Hij u helpen zal. Er is weer nieuwe hoop: Hij noemt u zijn beminden, in 't woord laat Hij zich vinden, in avondmaal en doop.
Juicht nu, trots al uw zorgen, de Koning komt met macht. Ons, in zijn hart geborgen heeft Hij zo rijk bedacht. Nu zullen angst en pijn en toorn ons nooit meer schaden. God wil, in zijn genade, dat wij zijn kind'ren zijn.
Gij schenkt met volle handen, die zelf de armoe draagt. Gij maakt uzelf te schande, die steeds naar zondaars vraagt. Wij willen, groot en klein, die 't al van U ontvingen, U ons hosanna zingen en eeuwig dankbaar zijn.
Hart, onrustig, vol van zorgen, vleugellam geslagen ziel, hoop op God en wees geborgen. Hij verheft wie nederviel. Eens verschijn ik voor den Heer, vindt mijn ziel het danklied weer: Hij, mijn God, Hij heeft mijn leven altijd aan de dood ontheven.