Terugblik BS 1 en 2 Biologie is de studie van organismen (levende wezens)

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
HET ONTSTAAN DER SOORTEN
Advertisements

Ecologie VWO 5.
Ecosystemen Hoofdstuk 3.
Examentraining Biologie
Inleiding in de biologie
Thema 3: Ecologie.
Ordening: Indeling in de 4 rijken
Thema 12.2 en 12.3 Concurrentie Biotisch Predator Voedsel Abiotisch.
Concurrentie Biotisch Predator Voedsel Abiotisch.
Systematiek De eerste die probeerde een systematische indeling te maken was Aristoteles ( voor Christus). Bijna alle wetenschappers uit zijn tijd.
Ordening: Indeling in de 4 rijken
Het ontstaan der soorten
LEVENSKENMERKEN.
Waar haal je de energie vandaan?
Basisstof 1: Invloeden uit het milieu Basisstof 2: Voedselrelaties
Voedselrelaties.
Basisstof 3: Kringlopen Basisstof 4: Piramides Basisstof 5: Populaties
Periode 1 Biologie Lesstof voortgangtoets 1.1
Havo 5 Bas 1: Wat is stofwisseling Bas 2: Enzymen.
Thema 5: Erfelijkheid en evolutie
413 – ECOLOGIE.
Concurrentie Biotisch Predator Voedsel Abiotisch.
Hoe werkt deze digitale methode? 1
Organisatieniveaus Sikkelcelanemie Hoofdstuk 3 (Cellen)
B. Stof 3 Hoofdthema’s in de Biologie
Module Ecologie PP5 Ecosystemen..
Bouw, functie, onderdelen, transport
THEMA 2 CELLEN Basisstof 1: Weefselonderzoek
Hoofdstuk 11: Ecostromen
Organen en Cellen 1.
Nectar Hoofdstuk 20: Evolutie
HAVO 4 Thema 1: Inleiding in de biologie Boek: Biologie voor jou Deel: HAVO A.
Zelfstandigheidproject 3 VWO
Basisstof 6: Niveaus in de biologie
13.3 Soorten veranderen Evolutie.
SLO ● nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Een nieuw programma biologie! Ange Taminiau Malmberg nascholingsbijeenkomsten Den Bosch, 23 januari.
7 Ecologie ©JasperOut.nl.
Stofwisseling Thema 1.
Ecologie Thema1.
12.2 Stofwisselingsprocessen Autotroof: Organismen die uit anorganische moleculen hun benodigde organische moleculen kunnen maken Naam van dat proces:
Leerdoelen, leerlijnen en leeractiviteiten
Biosfeer.
Charles Darwin 5 Evolutietheorie.
Concurrentie Biotisch Predator Voedsel Abiotisch.
Voedselketen Consument 1e orde Consument 2e orde Consument 3e orde
3 DOMEINEN Uit door endosymbiose Par. 5 blz. 112) ontstaan cellen hebben zich de huidige organismen ontwikkeld die we kunnen onderbrengen in 3 domeinen:
Welkom.
Les 6 Replicatie: voortplanting en genomics
Hoofdthema’s in de biologie
Organen en cellen Thema 1.
Bouw, functie, onderdelen, transport
Ecologie' 17 .
Cellen Bouwstenen van het leven
Ecologie Hoofdstuk 6.
Biologie   studie van het leven Wat is leven? Een unieke ordening van moleculen (ligt vast in DNA) Stofwisselingsprocessen (enzymen) Zelf kunnen.
Thema 3 ecologie.
Ecologie Hoofdstuk 6.
413 – ECOLOGIE.
Concurrentie Biotisch Predator Voedsel Abiotisch.
12.2 Stofwisselingsprocessen
Voedselketen Consument 1e orde Consument 2e orde Consument 3e orde
Concurrentie Biotisch Predator Voedsel Abiotisch.
B. Stof 2 Prokaryoten B. Stof 3 Eukaryoten
Organen en cellen.
Biologie 2.6 Gezondheid 2.5. Voeding 1.4. Organisme 2.4. Regeling
Voedselketen Consument 1e orde Consument 2e orde Consument 3e orde
Transcript van de presentatie:

Terugblik BS 1 en 2 Biologie is de studie van organismen (levende wezens)

Terugblik BS 1 en 2 Alle organismen vertonen levensverschijnselen, o.a.: Voortplanting Stofwisselingen (Alle chemische reacties in een organisme, enzymen versnellen (katalyseren) deze reacties) Groeien Ontwikkelen

Terugblik BS 1 en 2 Elk organisme heeft een levensloop (begint met geboorte eindigt met dood). Elke soort (organisme die zich onderling kunnen voortplanten en vruchtbare nakomelingen krijgen) heeft een levenscyclus.

Terugblik BS 1 en 2 Biologie speelt een belangrijke rol op het gebied van: Voeding en voedselzekerheid Gezondheid Duurzame ontwikkeling Energie Veiligheid

Terugblik BS 1 en 2 Organisatieniveaus. Op elk hoger organisatieniveau ontstaan nieuwe emergente eigenschappen. (Een emergente eigenschap verschijnen nieuwe eigenschappen. Emergente eigenschappen zijn niet waarneembaar op een lager organisatieniveau) Molecuul  Organel  Cel  Weefsel  Orgaan  Orgaanstelsel  Organisme  Populatie  Levensgemeenschap  Ecosysteem  Biosfeer

Terugblik BS 1 en 2 Cel Prokaryote cellen (cellen zonder celkern, DNA ligt los in de cel). Eukaryote cellen (cellen met celkern, DNA ligt in de celkern). Alleen Eukaryote cellen bevatten organellen. De meeste organellen zijn omgeven door een membraan.

Terugblik BS 1 en 2 Orgaan: Een deel van een organisme met een specifieke bouw en functie. Bijv. een blad, een paddenstoel, een lever, etc. Ecosysteem: Een min of meer begrenst gebied met bepaalde eigenschappen waarbinnen de abiotische (uit levenloze natuur) en biotische factoren (uit de levende natuur) een eenheid vormen. Bijv: een meer, een bos, een koraalrif.

Hoofdthema’s in de Biologie Zelfregulatie Zelforganisatie Interactie Reproductie Evolutie

Zelfregulatie Cellen, organismen en ecosystemen zijn in staat zichzelf in stand te houden door zelfregulatie. Bijv. het herstel van schade, het verdedigen tegen indringers en schadelijke stoffen. Zelfregulatie komt o.a. tot stand door hormonen, zenuwen, zintuigen en via transport van stoffen.

Heterotroof - Autotroof Autotrofe organismen maken hun eigen voedsel door zonlicht vast te leggen in chemische energie d.m.v. fotosynthese. Heterotrofe organismen verbruiken de chemische energie die door autotrofe organismen is vastgelegd. Dit is een energiestroom en kringloop van stoffen die ook op het niveau van biosfeer waarneembaar is.

Zelforganisatie Biologische eenheden (bv. Organisme) zijn in staat zich zelf te organiseren tot biologische eenheden van een hogere orde (bv. Populatie). In de door zelforganisatie ontstane structuren van biologische eenheden is ordening waar te nemen. Filmpje In de geordende structuren is een verband te zien tussen vorm en functie.

Interactie Op elk niveau (elke organisatie niveau) vind interactie plaats. Bv. Tussen moleculen onderling of verschillende organismen.

Reproductie De meeste biologische eenheden kunnen zichzelf reproduceren. Bv. Doormiddel van celdeling of voortplanting

Evolutie Door geslachtelijke voortplanting en mutaties ontstaat genetische variatie door verscheidenheid in genotypen. Natuurlijke selectie speelt een hoofdrol binnen de evolutie. Wanneer populaties van elkaar gescheiden raken kan reproductieve isolatie ontstaan. Evolutie leidt tot biodiversiteit. De evolutieleer is voor het eerst beschreven door Charles Darwin