All Right 1thv Unit 3 Grammar 4.2 Question tags (aangeplakte vragen)

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Grammar Chapter 4 – G3 Aangeplakte vragen = Question tags.
Advertisements

1.There’s Tim! Look, he's wearing his new jeans. 2.What are you doing? We are doing our homework. Je gebruikt de present continuous voor iets dat nu aan.
You do remember, don’t you?
Let me tell you about Let me tell you about Let me tell you about Study this example: Alex is a bus driver, but now he is in bed asleep. So: He is not.
Instructie grammatica
In het Nederlands antwoord je vaak heel kort:
Question Tags unit 6 gr 2.1.
Present simple Unit 1, lesson 1. Jij loopt elke dag naar school. You walk to school every day. Duncan loopt elke dag naar school. Duncan walks to school.
Unit 2 grammar 4.1 wederkerende voornaamwoorden
Everything you need to know for your test in the test week!
RWW unit 6 Passive-de lijdende vorm Vergelijk deze zinnen:
Interrogative sentences
Present simple & continuous
Lots of, a lot of, much, many little, few
Woordvolgorde met woorden van tijd
Grammar Chapter 3 – G3 One en Ones.
Vragen met have en have got (= hebben)
Ontkenningen met to be Een ontkenning betekent dat iets niet zo is. Iam not/ ‘m notfond of homework. Youare not/ aren’tfunny. My fatheris not/isn’tat home.
Vragen stellen Vormen van ‘to be’ kunnen de enige werkwoorden in de vraagzin zijn. Ben ik je beste vriend? Am I your best friend?
Past Simple Onvoltooid verleden tijd Regelmatige werkwoorden:
Year 1 Grammar 4.1 NL: ik ENG: “I” is overal met een hoofdletter.
Definities: Present Simple en Past Simple
Vorige keer: Verleden tijd: (To be) I am in London. I was in London.
Grammar 4.2 Will, shall & to be going to
Question-tags toch? is het niet? nietwaar? hè? is het wel?
A LL R IGHT 1 THV U NIT 5 GRAMMAR 4.1 EN 4.2. M AAK DE VOLGENDE ZINNEN VRAGEND ! I am your best friend. She is at home. We are late. I can help you.
All right 1thv unit 7 gr 2.1 en 2.2.
grammar 3.1 en 3.2 the present perfect
All Right 3hv Unit 1 Grammar 4.1
All Right! 1 thv Unit 4 grammar 2.1 and 2.2.
Woordvolgorde Bepaling van tijd.
The future  vorm 1: een voorspelling doen  Will + hele ww : I will see you soon  Let op: will + not = won't  Shall + hele ww: Shall I help you? 
English Class 2G 1st of December 2010 It’s nice to be important, but it’s more important to be nice.
Jeans Hij draagt een nieuwe spijkerbroek! Ik vind hem leuk! He’s wearing a new jeans! I like it! He’s wearing new jeans. I like them!
De aktieve tijd Nehalennia VMBO 2 M. Jeras.  I sit in the classroom  Of:  I am sitting in the classroom.
Question tags.
Present Continuous Deel 1: Functie & Vorm
Present Simple Tegenwoordige Tijd.  Om aan te geven dat iets nu een gewoonte is. Er zijn een aantal woorden die aangeven dat het om een gewoonte gaat.
Future Tenses by Nathalie French ©. Just like in Dutch, we can talk about things that take place in the present, the past or the future
The Future Hoe spreek je over toekomstige activiteiten in het Engels?
Time management Howdoyouset priorities?. Priorities:thingsthatyouthinkare important.
Allesvoorengels.nl. 1. Wat betekenen aangeplakte vragen? 2. Aangeplakte vragen na am, is, are, can, could, will, have 3. Aangeplakte vragen na andere.
02_05_2009 mama dank je voor wie ik ben dank je voor alle dingen die ik niet ben vergeef me voor de onuitgesproken woorden en voor de keren.
Allesvoorengels.nl. 1. Wat betekenen de werkwoorden (to) be en can? 2. Hoe maak je korte antwoorden met (to) be en can? 3. Oefeningen allesvoorengels.nl.
Present perfect (voltooid tegenwoordige tijd). De present perfect simple bestaat uit een vorm van have + voltooid deelwoord. He has refused I have just.
Present continuous De tegenwoordige tijd met –ing vorm.
Grammar – period 2.
De Onvoltooid Verleden Tijd
Bijwoorden van tijd allesvoorengels.nl.
Toekomende tijd: met “going to”
Ontkenningen in de Present Simple (t.t.)
Present simple Grammar.
Woordvolgorde in Engelse bevestigende en vragende zinnen.
Korte vragen aan het eind van de zin
Chapter 4 Going out Grammar Stepping Stones 2 kgt.
Vragen in de Present Simple (t.t.)
Chapter 6 Sounds cool! Grammar Stepping Stones 2 t/hv.
Chapter 1 Looking back Grammar Stepping Stones 2 t/hv.
New Interface Grammar: Unit 1.
Chapter 1 Body and mind Grammar Stepping Stones 3gt
FUTURE TENSE Will/won’t Going to Present continuous FORMULA
Toekomende tijd: met “will”
Vmbo leerwegen en profielen -vmbo in beeld -voorstellen -vmbo-uitstroom -vmbo-beelden -leerwegen -profielen -vragen.
NEW INTERFACE UNIT 2 : GRAMMAR
Chapter 3 Who dares? Grammar Stepping Stones 3 havo
Chapter 2 What’s up? Grammar Stepping Stones 2 t/hv.
Present Perfect Wat is de present perfect?
Chapter 1 Looking back Grammar Stepping Stones 2 t/hv.
Chapter 6 Sounds cool! Grammar Stepping Stones 2 t/hv.
Present Simple vs Present Continuous
Transcript van de presentatie:

All Right 1thv Unit 3 Grammar 4.2 Question tags (aangeplakte vragen)

Met een ‘question tag’ vraag je bevestiging: We zijn te laat, of niet? We are late, aren’t we? We zijn niet te laat, of wel? We aren’t late, are we?

Je gebruikt am/is/are (evt. plus not) om de question tag te maken, met daarachter I/you/she/he/it/we/they She is late, isn’t she? We are on time, aren’t we? She isn’t late,is she? We aren’t on time,are we?

Let op: I am late, aren’t I? = Ik ben te laat, of niet? I am not late, am I? = Ik ben niet te laat, of wel?

De batterijregel: Als de zin PLUS is, is de tag MIN en andersom!

Bijvoorbeeld: Plus:- Min: I am late, aren’t I? We are hungry, aren’t we? Sue is early, isn’t she? Min:- Plus: I am not late,am I? You aren’t sad,are you? Henry isn’t here,is he?

Nog een paar voorbeelden: Pat and Sam are at home, aren’t they? Nicole is ill, isn’t she? My house is big, isn’t it?

Maak af: Sue and Chris aren’t happy, …? I am late, …? Rick isn’t very nice, …? We aren’t on time, …? You are Bob, …?