Evolutie.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Basisstof 6 Evolutie.
Advertisements

Argumenten voor evolutie
Evolutie Thema 6.
HET ONTSTAAN DER SOORTEN
Diversiteit & Natuurlijke Selectie
competitie of concurrentie
2.3 Evolutietheorieën Historisch overzicht Leestekst – Inleiding
Evolutie en informatieoverdracht
Ambivalent gedrag.
EVOLUTIE en INFORMATIEOVERDRACHT
Hoe het idee groeide Natuurwetenschappen werden gedomineerd door het christelijk denken. Bijbel bevatte alle kennis.
Evolutietheorie.
Tussentijdse evaluatie
Charles Darwin en de evolutietheorie
Creationisme  Evolutie theorie
Evolutie Thema 6.
Evolutie Duurt miljoenen jaren.
Darwins Idee Dennis Uit de Weerd.
Hoe populaties evolueren En Hoe rekenen we hieraan
“Nothing in biology makes sense except in the light of evolution“
Hardy-Weinberg animatie
Het ontstaan der soorten
Aanpassen of uitsterven
Ontstaan van soorten Naar de vragen
Paragraaf 3.4 Stabiliteit van DNA.
Aanpassen of uitsterven
Vorige keer…. Genotype/Fenotype
Vorige keer…. De evolutietheorie gaat uit van: - Verandering in genotypen - Natuurlijke selectie - Het ontstaan van nieuwe soorten Mutanten binnen een.
Basisstof 1: De evolutietheorie
Thema 5: Erfelijkheid en evolutie
Is de evolutietheorie des duivels oorkussen?
B. Stof 3 Hoofdthema’s in de Biologie
W.M. de Jong, INI-Research Grenzen aan de Evolutie, oktober 2015 Grenzen aan de Evolutie.
Erfelijkheid.
Het ontstaan van soorten
Ordening en Evolutie ‘Het is een teken van een geschoolde geest als iemand kan nadenken over een gedachte zonder ze te aanvaarden’  Aristoteles.
Terugblik BS 1 en 2 Biologie is de studie van organismen (levende wezens)
Nectar Hoofdstuk 20: Evolutie
26.4 Evolutie Meer dan tweeduizend jaar geleden: Griekenland
Darwinisme en de Nazi-Holocaust Door Cédric De Ruyck.
DNA-technologie 1 Virus plaatst zijn eigen DNA (of RNA) in het DNA van de gastheercel, waardoor deze de bouwstenen van het virus kan maken.DNAbouwstenen.
Darwin Charles Darwin ( ) 1831: 5-jarige wereldreis “The Beagle” 1859: “The origin of species” Uitgangspunt boek: Biologische/evolutionaire.
Thema 5: Evolutie (en ordening) = biodiversiteit B
B. Stof 4 Evolutie Darwin Charles Darwin ( )
13.3 Soorten veranderen Evolutie.
HET SCHEPPINGSVERHAAL VERSUS DE EVOLUTIETHEORIE DEBAT 5VWO, VRIJDAG 3 APRIL 2009.
TumoriGENESIS or EVOLUTION? Oneindig replicatieverm ogen Weefsel invasie & metastase Ongevoelig voor anti-groei signalen Niet afhankelijk van groei signalen.
Wat is evolutie ?. Charles Darwin (1809 – 1882)
Evolutie is waar Feiten waaruit evolutie blijkt. Mensen die evolutietheorie aanvaarden.
Charles Darwin Evolutietheorie. een geleidelijke ontwikkeling waarbij uit eenvoudig gebouwde soorten nieuwe ingewikkelder gebouwde soorten ontstaan.
De evolutietheorie VMBO – 2 kader Thema: Erfelijkheid en Evolutie Basisstof 4.
Evolutieleer Charles Darwin. Charles Darwin ( )
Examentrainer 1 Inleiding in de biologie ©JasperOut.nl.
Evolutie Thema 5 basisstof 1,2 en 3 Evolutietheorie
Charles Darwin 5 Evolutietheorie.
Evolutieleer Natuurwetenschappen.
Hoofdthema’s in de biologie
Hoofdstuk 1 Jagers en Boeren.
Thema 5: : Evolutie (en ordening) ook wel biodiversiteit genoemd B
Natuurlijke selectie.
Charles Darwin en de evolutietheorie
Naturalis 6 Deel 2 Thema 3 EVOLUTIE.
Evolutie-simulatiepractica in de bovenbouw
Thema 5, evolutie.
Hoe is menselijke taal ontstaan?
Transcript van de presentatie:

Evolutie

Evolutiegedachte versus creationisme Evolutieleer: doel: oplossen van  feitenprobleem  stamboomprobleem  causaal probleem evolutietheorieën

3.1 Wat is een soort? Zilvermeeuw (Larus argentatus) Kleine mantelmeeuw (Larus fuscus) muilezel muildier

3.2 Argumenten voor evolutie  Fossielen

Evolutiereeks van het paard Fossiele overgangsvormen: Archaeopterix

 Embryologische aanwijzingen Wet van Haeckel: ontogenese is herhaling van fylogenese

rudimentaire organen

 Anatomische aanwijzingen Homologe organen

Analoge organen

 Geografische aanwijzingen

 Mutaties

 Moleculaire en biochemische aanwijzingen

3.3 Evolutietheorieën  Lamarckisme De Lamarck (1744 –1829) Oefening  ONTWIKKELING Milieuverandering behoefte Niet gebruik  DEGENERATIE Overerving eigenschappen

 Darwinisme Darwin (1809 – 1882)

Vaststellingen: Aantal individuen van een soort blijft  constant ondanks groot aantal nakomelingen Individuen van eenzelfde soort vertonen variaties SELECTIETHEORIE: Struggle for life Survival of the fittest Mechanisme = NATUURLIJKE SELECTIE

3 sleutelbegrippen: MUTATIE NATUURLIJKE SLECTIE ISOLATIE  neodarwinisme Soort B Soort A 3 sleutelbegrippen: MUTATIE NATUURLIJKE SLECTIE ISOLATIE Soort C

Voorbeeld: Eiland A wordt bewoond door een vogelsoort. De individuen van de populaties vertonen kleine verschillen. < Door een storm bijvoorbeeld komen een aantal vogels op eiland B terecht.

Eiland B heeft een andere bodem dan eiland A Eiland B heeft een andere bodem dan eiland A. (donkere rotsen) Een groot deel van de geelkleurige nakomelingen worden opgegeten omdat ze teveel opvallen. (natuurlijke selectie) Enkele grijze jongen overleven

De omstandigheden op beide eilanden verschillen De omstandigheden op beide eilanden verschillen. Zo krijgen de vogels op eiland B een langere snavel en langere poten om in de poeltjes naar voedsel te zoeken, terwijl de vogels op eiland A korte en stevige snavels krijgen. (zaden als voedsel)

Na duizenden jaren daalt de zeespiegel waardoor beide populaties opnieuw met elkaar in contact komen. De verschillen zijn echter te groot, zodat ze elkaar niet meer als soortgenoten herkennen. Er zijn 2 nieuwe soorten ontstaan

Soorten isolatie:  geografische isolatie seizoenisolatie anatomische isolatie ecologische isolatie ethologische isolatie