Hoy es viernes el 30 de octubre Vandaag is het vrijdag 30 oktober

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
En español gustar significa “leuk vinden”
Advertisements

Bienvenidos a la clase de español
Redekundig ontleden Over waarom, wat en hoe....
Ser en Estar Ser = zijn + een eigenschap ( langdurig, altijd)
naamwoordelijk gezegde
Leesvaardigheid (ook te vinden op LaPlaza)
Schrijf dit op:   Op deze site probeer ik zoveel mogelijk info.
Bienvenidos a la clase de español conjugar los siguientes verbos hablar llevar Escribir leer Escuchar aprender vivir 2.
Estar De vertaling van dit werkwoord: (yo) estoy (tú) estás
Basisschool de Wester 9 mei 2014.
Persoonsvorm Saskia Hoekx.
Ser De vertaling van dit werkwoord: (yo) soy (tú) eres
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Ser/Estar/Hay en de Gerundio
H2 Grammatica zinsdelen
Verbos/werkwoorden.
Stappenplan ontleden Enkelvoudige zinnen.
Bezittelijk voornaamwoord
Het hele werkwoord.
Persoonsvorm Saskia Hoekx.
WERKWOORDSPELLING Hoe doe je dat ?.
Franse Les Les 15 Vorige les & huiswerk Extra oefenen meew. Vw.
Franse Les Les 18 Vorige les & huiswerk Zinnen maken / herhalen
Lesson Friday 27th September 3Ke3. Plattegrond Mededelingen  SO cijfers Lesson 6 krijgen jullie maandag  SO’s inhalen en toetsen inhalen na.
Nog een verleden tijd…… De imperfecto. In de pretérito imperfecto zitten weinig onregelmatige werkwoorden. Hier onder de uitgangen van de regelmatige.
Franse Les Les 15 Vorige week Anne chapitre 3 Voyages p. 25/26
Inhoud 1 Grammatica en woordenschat blokken 1 + 2:
6 september : verkort rooster 7 september: 60 min Spaans 2v september.
Vraagzinnen met vraagwoord
Reijn, Bart, Leny, Nick & Bjarny Spaans A5A
Wat gaan we doen vandaag?
LES 1 EIGEN WOORDENLIJST 15 WOORDEN SP/NL INGELEVERD? INTRODUCTIE BOEK Week 37: 7-11 september.
Spaanse werkwoorden met klinkerverandering
Week 23 aug-3 sept Info voor 2 lessen. Les 1 Ophalen kennis 2 e jaar mbv foto presentatie /character-design-by-brett-bean-via.html.
3HD Unidad 3: Y tú, ¿cómo eres? Granada. Programa Start Unidad 3 Filmpje: Granada (3 op reis) Start taak Unidad 3 + eigen woordenlijst.
2 HAVO Unidad 3: Mi casa es tu casa ¿Qué día es hoy? Hoy es miércoles el 2 de diciembre Welke dag is het vandaag? Vandaag is het 2 december.
Hoy es lunes Vandaag is het maandag. Programa Proefwerk bespreken in vorm van SPEL Proefwerk uitdelen Eigen woordenlijst afmaken en inleveren Bron C Bron.
Hoy es miércoles el 28 de octubre Vandaag is het woensdag 28 oktober.
3HD Unidad 3: Y tú, ¿cómo eres? Granada. Programa Inleveren eigen woordenlijst Nakijken opdr. 1 Bron C (maken opdr. 3 en opdr. 8) Bron D (uitleg en maken.
Spaans week 9 les 1 3HD.
Miniles Spaans. Hola, me llamo ….. Vertel hoe je heet: hola, me llamo, ¿Y tú? Wie spreekt er al Spaans?Waarom zou je Spaans leren? Wie is er wel eens.
Nederlands Woensdag 6 januari 2va.
Miniles Spaans. Hola, me llamo ….. Vertel hoe je heet: hola, me llamo, ¿Y tú? Wie spreekt er al Spaans?Waarom zou je Spaans leren? Wie is er wel eens.
WEEK 2: 11 T/M 15 JANUARI Unidad 3: Y tú, ¿cómo eres?
Werkwoordspelling -d of –t?
Wat te leren voor de Grammatica toets Kap2 Duits:.
ESPAÑOL 5 2MA Hoy es viernes el 18 de marzo. PROGRAMA  Lezen uit ‘Pobre Ana’ en de vragen maken10  Start U520  Stencil over Madrid (filmpje)  Bron.
WERKWOORDELIJK GEZEGDE
SPAANS Alles op een rijtje. Wat hebben we inmiddels gedaan? Woordenlijst gemaakt van min. 35 ‘dingen’( bioscoop, ziekenhuis etc) Eerst oefenen met willekeurige.
Grammatica zinsdelen H1 t/m H6
Programa Leestekst (in stilte) Uitleg Bron G/oefenen Zelfstandig werken aan tarea (tijdschrift)
Tot nu toe ken je: De tegenwoordige tijd (ik eet, ik praat etc.) (Yo) como, (Yo) hablo. De toekomende tijd (wat je van plan bent om te gaan doen, morgen.
MI CASA ES TU CASA ¡VAMOS AL INSTITUTO! 2HSP2. PROGRAMA ¿Qué día es hoy? Hoy es miércoles el dos de marzo Unidad 4 herhalen Proeftoets Unidad 4 Spelletjes.
MI CASA ES TU CASA ¡VAMOS AL INSTITUTO! 2HSP2. PROGRAMA ¿Qué día es hoy? Hoy es martes el primer de marzo Leestoets afronden (20 min./22 min. extra tijd)
Engels Alles nog even herhalen hoofdstuk 13 Nu Engels boek B
SO’s en toets SO  maandag 3 november Leren: TB blz. 16  alleen de persoonlijke voornaamwoorden TB blz. 21 helemaal! Dus ook de Frases clave!!! TB blz.
Profesora: Edna Trilleros
Wedekerend ww en vnw Wederkerig vnw
Persoonlijk voornaamwoord
Vraag stellen A. Zonder vraagwoord
Leesvaardigheid (ook te vinden op LaPlaza)
De zelfstandige naamwoorden van Groep 3
Introductieles Spaans  ¡Bienvenido! Mart de Weerd // September 2017
Aan elkaar of los? Schrijven zonder fouten
formar (yo) canto  (yo) bebo  (yo) vivo  (yo) llevo una camisa  (Tú) bailas  (tú) llamas  (él) toca la guitarra  (ella) baila salsa 
Vergelijkingen oplossen
Los verbos : SER (zijn) ESTAR (zich bevinden) LLEVAR (dragen)
blok 1 les 4: samen praten samen leren
Twee gezegdes Er bestaan twee gezegdes:
WOORDSOORTEN HAVO-2.
Transcript van de presentatie:

Hoy es viernes el 30 de octubre Vandaag is het vrijdag 30 oktober Spaans Hoy es viernes el 30 de octubre Vandaag is het vrijdag 30 oktober

Programa Inleveren eigen woordenlijst LEER (lezen) tekst 2 Bron D Bron G

Bron D Vraagwoorden Je kunt in het Spaans een vraag stellen door: Een vraagwoord (wie, wat etc.) te gebruiken aan het begin van de zin Een omgekeerd vraagteken aan het begin van de zin te zetten en een gewoon vraagteken aan het einde van de zin ¿Quieres beber algo?/Quieres beber algo.

Vraagwoord Betekenis Dónde Waar Cuándo Wanneer Cómo Hoe Cuánto/cuánta/cuántos/cuántas Hoeveel Por qué Waarom Quién/quiénes (mv) Wie Qué + werkwoord Wat Qué + zelfst. Nw Welke Cuál/cuáles + SER

Qué (wat) gebruik je als het woord dat erachter staat: - een werkwoord is - een zelfstandig naamwoord is (de, het) Cuál/cuáles (wat) gebruik je als het woord dat erachter staat: - een vorm heeft van het werkwoord SER (vaak ES of SON)

Opdrachten maken Opdracht 14 en 15

Werkwoorden met een klinkerwisseling In het Spaans hebben sommige werkwoorden een klinkerwisseling. De E van de stam van het werkwoord verandert dan in de yo, tú, él, ella, usted en ellos, ellas, ustedes-vorm in IE. DUS: empezar -> stam empez (2e e verandert) perder -> perd -> e wordt ie Preferir -> prefer (2e e verandert)

Persoonlijk vnw EMPEZAR (beginnen) PERDER (verliezen) PREFERIR (liever willen) Yo (ik) empiezo Pierdo Prefiero Tú (jij) empiezas Pierdes Prefieres Él, ella, usted (hij, zij, u (ev) empieza Pierde Prefiere Nosotros (wij) empezamos Perdemos Preferimos Vosotros (jullie) Empezáis Perdéis Preferís Ellos, ellas, ustedes (zij, zij, u (mv)) Empiezan Pierden Prefieren

Ezelsbruggetje? Empezamos Empezáis empiezan Empiezo Empiezas empieza

Opdrachten maken Oefening 24

Toetsen Week 45 les 2 (4 november): SO Unidad 2 Leren: eigen woordenlijst, vaste woordenlijst t/m sano/sana, Bron D, Bron G