In West-Europa ontstaat een Frankisch rijk (5e-6e eeuw)

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Feodalisme en het hofstelsel
Advertisements

Afbeelding: Vorstendom (Rijnland-Palts)
Hofstelsel en leenstelsel
Karel en grote problemen
Hoofdstuk 4 De middeleeuwen 1
H3 Van Mohammed tot Karel de Grote
Hoofdstuk 4 De middeleeuwen 1
Tijd van monniken en ridders
Kerstening van Noordwest-Europa - werkwijze
Christendom in Europa.
De samenleving in de Vroege Middeleeuwen
Het West Romeinse rijk valt uiteen
5.1 Leenheren en leenmannen
Paragraaf 1: Frankrijk in de 18e eeuw
Middeleeuwen: Monniken en Ridders
Machtige heren, halfvrije boeren
Hoofdstuk 3 Extra informatie…
Romeinen in Noord-West Europa
Romeinse Rijk: -goed bestuur -sterk leger Landbouwstedelijke
Kenmerk 7: 07 b De confrontatie tussen de Romeinse en Germaanse cultuur van Noordwest-Europa Les 2: De Germaanse cultuur en opkomst der Franken.
Kenmerk 11 De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd.
Kenmerk 9: De verspreiding van het christendom in geheel Europa Les 1: Clovis, de Kloosters en Tijdvak 3: Vroege Middeleeuwen; de tijd van ridders en.
Kenmerk 11 De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd.
Hoofdstuk VI: De Middeleeuwen Les 2: Karel de Grote
Hoofdstuk VI: De Middeleeuwen Les 1: Germanen
Hofstelsel en horigheid
Hoofdstuk 2.
Europa wordt christelijk
Paragraaf 5.3 De macht van vorsten.
Machtige heren, halfvrije boeren
Hoe was het ook alweer? Oorzaak en gevolg
Hoofdstuk 3 De Romeinen.
Wat moet je weten aan het eind van de les?
DE VROEGE MIDDELEEUWEN
Paragraaf 1.4 Leven van de landbouw.
Romeinen, Germanen en Kelten
Een Christelijke samenleving
Rond 1500 was Europa een standenmaatschappij
Paragraaf 2, leven op een domein
Van gewesten naar eenheidsstaat
Opkomst van machtige vorsten 1.4. Vorsten brengen een scheiding aan tussen Kerk en Staat Tot de dertiende eeuw dachten de meeste Europeanen dat God maar.
Ka11. het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
Het Romeinse rijk verdwijnt in West-Europa
Tijd van Monniken en Ridders
Waarom bekeert Clovis zich tot christendom?
Ontstaan van een decentrale, feodale standensamenleving
Tijd van Monniken en Ridders
H3.1 Hofstelsel en Horigheid
Op naar feodaal Europa (een strijd om macht) (feodaal stelsel = Leenstelsel, adel regeert)
5.1 Leenheren en leenmannen Tijd van monniken en ridders Middeleeuwen
5.1 Leenheren en leenmannen Tijd van monniken en ridders ( ) Middeleeuwen ( )
Monniken en ridders 5.2 De kerstening van Europa
De vroege middeleeuwen
Monniken en ridders 5.3 Machtige heren, halfvrije boeren
Monniken en ridders 5.1 Leenheren en leenmannen
Paragraaf 4.4 Het ontstaan van machtige staten
Romeinse Rijk: -goed bestuur -sterk leger Landbouwstedelijke
De vroege middeleeuwen
Monniken en ridders 5.3 Machtige heren, halfvrije boeren
Monniken en ridders 5.2 De kerstening van Europa
Pruiken en revoluties 4.1 De pruikentijd
Europa wordt christelijk
Thema 1 Geschiedenis als theater
OPKOMST VAN HET CHRISTENDOM
Onze geschiedenis.
Kenmerk 6 & 7 De confrontatie tussen de Romeinse en Germaanse cultuur van Noordwest-Europa Les 17: Het Romeinse Rijk valt uiteen.
KA 12 - Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
Cursus 5.2 : Monniken en Ridders 1 KB Lesweek 1
KA 12 - Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur KA 09 - De verspreiding van het christendom in geheel Europa Les 22: Karel de Grote.
Kenmerk 11 De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd.
Transcript van de presentatie:

In West-Europa ontstaat een Frankisch rijk (5e-6e eeuw) De Merovingers In West-Europa ontstaat een Frankisch rijk (5e-6e eeuw) Merovingische goudmunt, in 2008 voor 3 400 euro te koop aangeboden. Let op de weelderige haardos van de afgebeelde figuur (een vorst?)

Inhoud Thema 1 : Een nieuw Frankisch Rijk in West-Europa Vul tijdens de les je bundel aan waar nodig. Maak zelf notities op de hand-outs. Inhoud Thema 1 : Een nieuw Frankisch Rijk in West-Europa Thema 2 : Hoe leefden de Franken? Thema 3 : Clovis’ bekering tot het christendom (506) Thema 4 : Een gesloten landbouw- economie: het domeinstelsel

Thema 1 : Een nieuw Frankisch rijk in West-Europa (5e-6e eeuw)

West-Europa na de volksverhuizingen (begin 5e eeuw) In het vroegere ‘Belgica secunda’: Salische Franken In het huidige Frankrijk: het Gallo- Romeinse Rijk (Rijk van Syagrius). Elders: Visigoten, Bourgondiërs, Alemannen, Bretoenen, Saksen… Dit waren geen moderne staten (geen politie, geen leger, geen ambtenarij…), maar eerder losse stammenverbanden met een ‘koning’ of ‘hertog’ als leider.

Europa, 5e eeuw

De ‘Franken’ verwerven een groot rijk (5e-6e eeuw) ‘Salische Franken’ Oorspronkelijk gebied: Belgica secunda (rond Doornik) Geleidelijke uitbreiding naar het zuiden en het oosten Dynastie van de Merovingers aan de macht Belangrijkste koning: Chlodovec (Clovis) (ca. 466 – 511) 486 : Clovis verslaat Syagrius en lijft het Gallo-Romeinse rijk in. Geleidelijk aan aanvaarden ook andere Germaanse en Gallo-Romeinse volkeren de Merovingische heerschappij (vrijwillig of na verovering/inlijving) Kaart: het kerngebied van de Salische Franken lag deels in het huidige België.

Het Merovingische Frankenrijk (7e eeuw) Bruin omrand: het rijk bij de dood van Clovis (511) Geel ingekleurd: veroveringen door de zonen van Clovis V: Waarom werd het rijk na Clovis vaak opgesplitst (en weer verenigd)? A: Frankisch erfrecht => bezittingen gelijkmatig over alle zonen verdeeld

Het weten waard… Welke taal spraken de Salische Franken? De Merovingers hadden geen vaste hoofdstad. Waar verbleef het hof dan? Oudnederfrankisch, een voorloper van het Nederlands (dus een Germaanse taal). Waarom spreken de Fransen vandaag dan Frans (een Romaanse taal)? Rondreizend hof (met een groot gevolg) Toch verbleef Clovis het liefst in Parijs

Thema 2 Hoe leefden de Franken?

Hoe leefden de Franken? (1) Dorpsgemeenschap Sibbe = de uitgebreide familiegemeenschap, de clan = kern van de samenleving Man-vrouw : gelijkheid? Of toch niet? Reconstructie van een Frankisch dorp bij Marle (F)

Hoe leefden de Franken? (1) Religie Geloof in natuurgoden (bv. donder, bliksem, zon) Gebeden, offers (ook mensenoffers), magische bezweringen Priesters: waren doorgaans magiërs, kennis van natuurkrachten => vaak ook genezers Moderne voorstelling van de god Thor met zijn hamer ‘mjolnir’

Ook mensenoffers? Veenlijken:Vroeger dacht men dat het om mensen ging die in het moeras waren verdwaald. Tegenwoordig neemt men aan dat sommige personen zijn geofferd. De aanwijzingen hiervoor zijn bijvoorbeeld koorden om de hals en gebroken wervels.

Hoe leefden de Franken? (3) Vrije en onvrije mannen Vrije mannen = de weerbare mannen Leider van een stam Hertog (= militaire leider) of koning Oorspronkelijk verkozen door de vrije mannen (later werd de leidersfunctie soms erfelijk) Taken: bestuur, recht spreken, militaire leider, priester Het ding of thing: zie lager Rechtspraak: zie lager

Het ding (thing) Wat? Wie? Afhankelijk van de stam Germaanse volksvergadering Rechtspraak Overleg over belangrijke beslissingen Wie? Afhankelijk van de stam Of: Alle vrije, weerbare mannen (verplicht) Of: alleen de leider met zijn gevolg + evt. enkele oude wijze mannen Gereconstrueerde ding-plaats in Noord-Duitsland

Germaanse Ding-vergadering, uitgebeeld op de zuil van Marcus Aurelius in Rome (gebouwd in de 2de eeuw n.Chr.)

Het weten waard… De Nederlandse uitdrukking ‘iets in het geding brengen’ is afgeleid van het woord ‘ding’. Mogelijk gaat ook het woord ‘dinsdag’ terug op het ding (de dag van het ding) Het Deense parlement heet “Folketing”, het Noorse heet “Storting”, het Ijslandse “Althing”

Rechtspraak (1) : gewoonterecht Frankisch recht = (1) een gewoonterecht : rechters ‘vinden het recht’, bv. door in het verleden te ‘zoeken’ (precedenten) of door te overleggen met een jury, door volgens hun inzicht te oordelen.  Romeins recht: rechtsregels en straffen lagen bij voorbaat vast (2) Ongeschreven recht  Geschreven (gecodificeerd) Romeins recht (3) Rechtspraak vaak door volksrechters / wijze mannen  Gespecialiseerde rechters in het (laat-)Romeinse Rijk

Rechtspraak (2) : de Salische wet Clovis laat het ongeschreven gewoonterecht neerschrijven (= codificeren). Deze verzameling rechtsregels noemen we “de Salische wet”. ( p. 23 en 24 in de bundel: aandachtig lezen!) De Salische wet Vooral geldstraffen Doodstraf: slechts in drie gevallen Ongelijkheid tussen verschillende categorieën van mensen (Germanen / niet-Germanen; mannen-vrouwen; vrijen-onvrijen) Clovis legt het bestuur en de rechtspraak in handen van de gewezen Romeinse ambtenaren en van bisschoppen en hun medewerkers

De oudste bekende “Nederlandse” zin (staat in de Salische wet) “[Ik] meld : [ik] laat je vrij, laat” De oudste bekende “Nederlandse” zin (staat in de Salische wet) Het handschrift van de Salische wet

Afbeeldingen van Clovis uit latere tijden: wat valt op? Langharige koningen (“les rois chevelus”) http://oldbooks.incognitaterra.org/Merovingiens.php

Thema 3 Clovis’ bekering tot het christendom (506) De doop van Clovis

Clovis laat zich dopen (506) 506 : Clovis laat zich dopen. Zijn onderdanen volgen massaal zijn voorbeeld. Voordelen: Bondgenootschap tussen Frankische koning en de paus: Clovis strijdt tegen heidenen en ketters van andere volkeren Clovis tracht de overwonnen volkeren te kerstenen. Niet makkelijk (zie edict van Childebert I) (bronoef.) Leidt tot een toenadering tussen Franken en Gallo-Romeinen Bisschoppen ingeschakeld in het bestuur

Thema 4 Het domeinstelsel

Tewerkstelling in Europa vandaag Verdeling in sectoren vandaag

Tewerkstelling in Europa rond 600 Verdeling rond 600 De quartaire sector omvat de niet-commerciële dienstverlening. Daarbij gaat het om diensten als openbaar bestuur, defensie, onderwijs, zorg, openbare orde en sociale zekerheid. Deze diensten zijn vooral gericht op het welzijn van de burger, maar faciliteren ook het goed kunnen functioneren van de marktsector.

Ontstaan van het domeinstelsel Europa rond 500: sterk bebost, weinig ontgonnen De schaarse bevolking leeft van de landbouw dorpen : meestal deel van een uitgestrekte villa of van een landbouwdomein, dat eigendom was van een abdij of van een adellijke heer die domeinen vormden een wereld op zich en boden de bewoners een relatieve bescherming een typisch dorp van toen: omgeven door bossen en akkers boerenhutten (uit hout en vlechtwerk van twijgen en stro, bestreken met leem), schuren en opslagplaatsen dieren (ook varkens en runderen) sliepen vaak in de hutten/huizen (=> lichaamswarmte in de winter; minder kans op diefstal)

Ontstaan van de horigheid Invallen, oorlogen, overvallen, chaos : Europa kent na de val van Rome woelige tijden. Gevolg: vrije boeren zoeken bescherming bij lokale krijgsheren. Zij bieden de boeren bescherming in ruil voor gehoorzaamheid. Veel boeren moeten hun grond afdragen aan de heer en voor hem werken => grondbezit en macht van de heren nemen toe. Merendeel van de bewoners = onvrije boeren of horigen. Een horige boer Arbeid op het domein   Vulfardus, een lijfeigene, en zijn vrouw, Ermoara, een vrije, hebben drie kinderen: Vulfricus, Aldeberga en Vulfidis. Vulfardus heeft van ons een vrije mansus van 14 ha bouwgrond, 25 are wijngaard en 43,5 are grasland. Van de militaire dienst koopt hij zich vrij met 10 mudden (hl) wijn. Voor het weiderecht betaalt hij 4 mudden wijn n een varken ter waarde van een solidus (munteenheid). Hij moet voor ons 14 are ploegen in de winter en 10 are in maart. Hij moet snoeien, vervoer en allerlei handwerk verrichten dat men hem opdraagt. Hij moet verder 3 kippen en 15 eieren afstaan en de wijn daarheen voeren waar men hem zegt. Hij moet 100 dekplaten leveren en 12,5 ha grasland van ons bewerken. Uit een domeininventaris van domein Nogent l’ Artaud (rond 823-828): polyptiek van abt Irminon. Inventariseer in een tabel: wie zijn de bewoners, wat krijgen ze, wat moeten ze geven en wat moeten ze doen

Ontstaan van de horigheid Rechten van de horigen Mochten op het domein wonen, er dieren houden en een stuk grond bewerken. Bescherming en hulp in tijden van onlust, ziekte of hongersnood. Plichten van de horigen Cijns (belasting) betalen voor het gebruik van de grond (vaak in natura, bv. een tiende van de oogst). Werk voor de heer verrichten: landbouw en veeteelt + allerlei karweien (= de corvee, de herendiensten of hand-en-span- diensten), bv. weg herstellen, een omheining of een schuur bouwen enz. Mochten niet verhuizen zonder toestemming van de heer. Hun nakomelingen waren ook horigen. Arbeid op het domein   Vulfardus, een lijfeigene, en zijn vrouw, Ermoara, een vrije, hebben drie kinderen: Vulfricus, Aldeberga en Vulfidis. Vulfardus heeft van ons een vrije mansus van 14 ha bouwgrond, 25 are wijngaard en 43,5 are grasland. Van de militaire dienst koopt hij zich vrij met 10 mudden (hl) wijn. Voor het weiderecht betaalt hij 4 mudden wijn n een varken ter waarde van een solidus (munteenheid). Hij moet voor ons 14 are ploegen in de winter en 10 are in maart. Hij moet snoeien, vervoer en allerlei handwerk verrichten dat men hem opdraagt. Hij moet verder 3 kippen en 15 eieren afstaan en de wijn daarheen voeren waar men hem zegt. Hij moet 100 dekplaten leveren en 12,5 ha grasland van ons bewerken. Uit een domeininventaris van domein Nogent l’ Artaud (rond 823-828): polyptiek van abt Irminon. Inventariseer in een tabel: wie zijn de bewoners, wat krijgen ze, wat moeten ze geven en wat moeten ze doen Horigheid = een systeem van wederzijdse rechten en plichten

Een gesloten landbouweconomie Landbouw werd vaak bedreven met de blote handen (weinig dieren) en primitieve werktuigen als eggen, (eenvoudige) ploegen, spannen en sikkels. Van wol werden kledingstukken gemaakt, leer werd gelooid, en ijzeren werktuigen werden gemaakt in smederijen. → de boeren moesten dus hun handen uit de mouwen steken en beheersten samen alle stielen die op het domein nodig waren; het domein = zelfbedruipend of autarkisch. (gesloten economie) → Dit betekent niet dat er helemaal geen handelsverkeer meer bestond; zout en wijn bijvoorbeeld kwamen van elders.

Verdeling van de gronden van een middeleeuws domein: bossen, gemene gronden, woeste gronden, landbouwland. De hoeve van de heer en de huisjes errond.

Wat hebben we geleerd? 1 : Ontstaan van een Frankisch Rijk in W-Europa Merovingers onder Clovis (ca. 466 – 511) Erfrecht : gelijke verdeling onder alle zonen => versnippering rijk 2 : Hoe leefden de Franken? Sibbe – ding – gewoonterecht – religie Vrije en onvrije mannen Salische wet

Wat hebben we geleerd? 3 : De Franken en het christendom 506 : Clovis bekeert zich tot het christendom => ° verbond tussen kerk en staat 4 : het gesloten domeinstelsel Wat is een domein? Ontstaan van horigheid, met rechten en plichten voor allen Gesloten, autarkische landbouweconomie

Hoe slaagden de Franken erin een groot rijk te creëren en te behouden? = centrale probleemstelling van dit hoofdstuk