GELOOF AAN DE GODEN Thema’s uit de godsdienst- geschiedenis van de antieke wereld Dr. F.G. Naerebout
College-thema’s 1Inleiding: religie en religies 2Cosmologie: bovennatuurlijke wezens [Deities and demons; Monotheism and polytheism] 3Cosmologie: mythe [Cosmology: time and history; Myth; Theology, theodicy, philosophy; Myth and sacred narrative ] 4‘Heilige’ tijd en ruimte [Sacred times and spaces] 5(On)reinheid [Pollution, sin and atonement; Sin, pollution and purity] 6Ziekte en dood [Illness and other crises; Death, afterlife and other last things] 7Intermediairs [Religious personnel] 8Tekst(en) [Religion and writing; Sacred texts and canonicity] 9Offer [Sacrifice, offerings, and votives] 10Divinatie [Divination and prophecy] 11Mysterieculten [Mysteries] 12Magie [Magic] 13Synthese Bij de elf thema’s staat aangegeven welke delen van het boek relevant zijn voor het betreffende thema: indien gewenst kan men met de colleges meelezen. NB: dit overzicht omvat niet alle te lezen pagina’s. Men dient de lectuur ook zelf te plannen.
Polytheïsme heeft een openheid / grenzenloosheid die veel positieve consequenties heeft, maar die niet alleen maar makkelijk is. ALTERNATIEVEN: monotheïsme, monolatrie (een echt alternatief ?), henotheïsme, atheïsme us: de overgrote meerderheid van de mensen in de oudheid was polytheïst; deze mensen leefden in “a world full of gods”. Die veelheid aan bovennatuurlijke wezens was tegelijk geruststellend en verontrustend, behulpzaam en verwarrend
Polytheïsme versus monotheïsme Zijn de bekende monotheïsmen wel monotheïstisch? Of slechts polytheïsmen met een aangepaste hiërarchie? Zijn de bekende polytheïsmen wel polytheïstisch? Of eenheid in veelheid? Wat dacht de gemiddelde antieke gelovige? Monolatrie en henotheïsme zijn oplossingen voor de polytheïst die het allemaal teveel wordt – maar monolatrie en henotheïsme zijn geen monotheïsme!
Atheïsme Wie kan zich permitteren niet aan de goden te geloven? Wie komt je dan helpen? Niet Diagoras of Prodikos… Eindresultaat: de overgrote meerderheid van de mensen in de oudheid was polytheïst; deze mensen leefden in “a world full of gods”.
College-thema’s 1Inleiding: religie en religies 2Cosmologie: bovennatuurlijke wezens [Deities and demons; Monotheism and polytheism] 3Cosmologie: mythe [Cosmology: time and history; Myth; Theology, theodicy, philosophy; Myth and sacred narrative] 4‘Heilige’ tijd en ruimte [Sacred times and spaces] 5(On)reinheid [Pollution, sin and atonement; Sin, pollution and purity] 6Ziekte en dood [Illness and other crises; Death, afterlife and other last things] 7Intermediairs [Religious personnel] 8Tekst(en) [Religion and writing; Sacred texts and canonicity] 9Offer [Sacrifice, offerings, and votives] 10Divinatie [Divination and prophecy] 11Mysterieculten [Mysteries] 12Magie [Magic] 13Synthese Bij de elf thema’s staat aangegeven welke delen van het boek relevant zijn voor het betreffende thema: indien gewenst kan men met de colleges meelezen. NB: dit overzicht omvat niet alle te lezen pagina’s. Men dient de lectuur ook zelf te plannen.
Cosmologie: mythologie & theologie Mythologie = het expliciet-maken van een wereldbeeld in woord en beeld
Mythen zijn overgeleverde historische verhalen met een meer dan individueel belang die een bepaald wereldbeeld helpen vormen en bewaren, en eventueel aan ritueel gekoppeld zijn. →Verhalen in mondelinge overlevering, in geschreven teksten (ook ‘literatuur’), in afbeeldingen, enzovoort: alle media. → Mythen zijn dus geen tekstgenre! Ze zijn ook geen religieuze teksten, in de zin van teksten die binnen de religie een rol spelen (cf rituele dimensie).
Voorbeelden van mythologische stof in visuele presentatie: De heldendaden van Herakles / Theseus Homeros: Odysseia / Ilias Vergilius: Aeneis
Thematiek: cosmogonie, antropogonie, eschatologie, geschiedenis van goden en helden. Explicatie van kosmos, hemel(verschijn- selen), (onder)wereld, tijd, theodicee, cultus, landschap, enz. enz.
Mythen zijn geschiedschrijving voor de makers en gebruikers. Historisch: cf. de begrippen legende, sage, epos. Zie hoe mythen zijn verankerd in de tijd en in een bepaald landschap. Fabels, parabels, sprookjes zijn een andere categorie: “er was eens… in een ver land…”. Mythe en geschiedenis
Mythe en rite a) Rituele dimensie: legomena dromena. Mythe = Aetiologie / etiologie (< to aition = de oorzaak, de oorsprong) b) Myth and ritual debate
Theologie = reflectie op een metaniveau over de aard der goden – zie eerder, maar ook mythografie (!) en de antiek-Griekse discussie over de aard der mythen.
Antwoord: GEEN RELEVANTIE! Het metaniveau – systematisch beoefend – is voor de meeste mensen veel te meta. Andermaal: wie kan het zich permitteren? Vraag: welke is de relevantie van theologie voor de gelovigen ten opzichte van de verhalen zelf, de mythologie, die door de theologie gesystematiseerd en geduid worden?