Sterke werkwoorden in de onvoltooid tegenwoordige tijd (o.t.t.) Om de uitleg te volgen, moet je steeds op de linker muisknop klikken. Lees wel alles goed voordat je doorgaat! Daarna leren!
Sterke werkwoorden Hoe herken je die eigenlijk? Het voltooid deelwoord van een sterk werkwoord eindigt op –en De klank van de stam verbuigt in de verleden tijd Bijvoorbeeld: slapen – sliep – geslapen = schlafen – schlief – geschlafen lesen – las – gelezen = lesen – las – gelesen (Meestal zijn de Duitse ook de Nederlandse sterke werkwoorden)
Je gaat namelijk niet steeds van dezelfde stam uit. De vervoeging van een sterk werkwoord is anders dan van een zwak werkwoord. Je gaat namelijk niet steeds van dezelfde stam uit. Er kunnen wijzigingen optreden in de tegenwoordige tijd. ich lese du liest ich helfe du hilfst du fährst ich fahre
STERK WERKWOORD (o.t.t.) Een gewoon sterk werkwoord heeft in de tegenwoordige tijd dezelfde vervoeging als een zwak werkwoord. ich komm du er sie es wir ihr Sie e st t en
Een sterk werkwoord met een "a" in de stam heeft in de tegenwoordige tijd een afwijking bij "du – er – sie – es" er komt een Umlaut op de ä ich fahr du fähr er sie es wir ihr Sie ich fahr du er sie es wir ihr Sie e st t en
Een sterk werkwoord met een "e" in de stam heeft in de tegenwoordige tijd een afwijking bij "du – er – sie – es" er komt een i of een ie in plaats van de "e" ich helf du er sie es wir ihr Sie ich helf du hilf er sie es wir ihr Sie e st t en
Meestal heeft dat verschil te maken met de uitspraak van de e: Je hebt net een voorbeeld met een –i gezien. Nu nog een voorbeeld met een –ie. Meestal heeft dat verschil te maken met de uitspraak van de e: lange e lange ie korte e korte i ich les du er sie es wir ihr Sie e t en les lies st t
ich halte ich halt du hältest du hält X du hältst du hält er hältt Als zo’n a of e verandert, dan mag er geen extra –e meer in de uitgang komen. Er mag maar 1 verandering per keer plaats vinden! Kijk naar de uitleg via het sterke werkwoord halten! ich halte ich halt du hältest du hält X du hältst du hält er hältt er hält X er hält er hält wir halten wir halt ihr haltet ihr halt -> Hier blijft dus wel de extra "e" ! sie halten Sie halten
Nu heb je de theorie gehad Nu heb je de theorie gehad. Nu weet je hoe een sterk werkwoord in de tegenwoordige tijd werkt, maar let altijd goed op. Achter in je boek kun je steeds zien, of en hoe de stamklinker verandert.