De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Vervoeging Zwakke en sterke werkwoorden o.t.t. voltooid deelwoord.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Vervoeging Zwakke en sterke werkwoorden o.t.t. voltooid deelwoord."— Transcript van de presentatie:

1 Vervoeging Zwakke en sterke werkwoorden o.t.t. voltooid deelwoord

2 Vervoeging Zwakke werkwoorden o.t.t.

3 Zó wordt een zwak werkwoord vervoegd:
Je neemt de STAM van een werkwoord en daarachter zet je een uitgang. bijvoorbeeld: spielen  spiel + uitgang STAM uitgang ich spiel e du st er t sie es wir en ihr Sie

4 Bij de meeste werkwoorden haal je heel gemakkelijk -en weg bij het werkwoord.
Maar sommige werkwoorden hebben geen -en! bijv: flüstern (= fluisteren) Als een werkwoord geen -en heeft, dan haal je alleen de -n weg. Niet meer letters! STAM uitgang ich flüster e du st er t sie es wir n ihr Sie flüstern STAM  flüster

5 En dan zijn er ook nog werkwoorden, waarbij de STAM eindigt op een “s-klank”: -s -ss -z -ß Dan krijg je bij du alleen een -t (i.p.v. -st) bijvoorbeeld: reizen - reisen  reis zweten - schwitzen  schwitz eten - essen  ess bijten - beißen  beiß STAM uitgang ich reis e du t er sie es wir en ihr Sie

6 Bij sommige werkwoorden eindigt de STAM op een d of een t.
Bijvoorbeeld: reden (= praten) en warten (= wachten). Dan krijg je bij du , bij er/sie/es en bij ihr een extra-e. STAM uitgang ich red e du st er t sie es wir en ihr Sie STAM uitgang ich wart e du st er t sie es wir en ihr Sie

7 Ook bij sommige werkwoorden, waarbij de STAM een beetje ‘raar’ eindigt, krijg je een extra-e.
ademen = atmen  regenen = regnen  rekenen = rechnen  tekenen = zeichnen  STAM atm regn rechn STAM uitgang ich atm e du st er t sie es wir en ihr Sie zeichn

8

9 En zó maak je een voltooid deelwoord van een zwak werkwoord.
ge + STAM + t bijv: spielen  ge spiel t machen  kaufen  hören  ge mach t ge kauf t ge hör t

10 Bij het voltooid deelwoord krijg je een extra-e , wanneer de STAM van een werkwoord op een d of t eindigt en bij werkwoorden met een ‘rare’ STAM. ge + STAM + e + t reden  warten  atmen  ge red e t ge wart e t ge atm e t

11 Vervoeging sterke werkwoorden o.t.t.

12 sterke werkwoorden met een e in de stam
bijvoorbeeld: brechen (breken) essen (eten) werfen (werpen, gooien) lesen (lezen) sehen (zien) empfehlen (aanbevelen) e uitgesproken als een “korte e” e uitgesproken als een “lange ee”

13 sterke werkwoorden met een e in de stam uitgesproken als een “korte e”
Bij du en bij er/sie/es : e  i STAM uitgang ich werf e du wirf st er t sie es wir en ihr Sie

14 sterke werkwoorden met een e in de stam
uitgesproken als een “lange ee” Bij du en bij er/sie/es : e  ie STAM uitgang ich seh e du sieh st er t sie es wir en ihr Sie

15 bij gehen , stehen , bewegen : géén e  ie
opmerking 1 bij gehen , stehen , bewegen : géén e  ie STAM uitgang ich geh e du st er t sie es wir en ihr Sie STAM uitgang ich steh e du st er t sie es wir en ihr Sie STAM uitgang ich beweg e du st er t sie es wir en ihr Sie

16 opmerking 2 bij treten : géén extra e achter de stam (hoewel de stam wel eindigt op een t) - let op de spelling bij du en bij er/sie/es STAM uitgang ich tret e du tritt st er trit t sie es wir en ihr Sie

17 bij nehmen : let op de spelling bij du en bij er/sie/es
opmerking 3 bij nehmen : let op de spelling bij du en bij er/sie/es STAM uitgang ich nehm e du nimm st er t sie es wir en ihr Sie

18 bij geben : een “lange ee”, toch krijg je bij du en er/sie/es een i
opmerking 4 bij geben : een “lange ee”, toch krijg je bij du en er/sie/es een i STAM uitgang ich geb e du gib st er t sie es wir en ihr Sie

19 sterke werkwoorden met een a in de stam
bijvoorbeeld: lassen (laten) fallen (vallen) tragen (dragen) halten (houden, stoppen) schlagen (slaan) schlafen (slapen)

20 Sterke werkwoorden met een a in de stam
Bij du en bij er/sie/es : a  ä STAM uitgang ich fall e du fäll st er t sie es wir en ihr Sie

21 bij halten : bij du geen extra e achter de stam
opmerking 1 bij halten : bij du geen extra e achter de stam let op de spelling bij er/sie/es STAM uitgang ich halt e du hält st er - sie es wir en ihr t Sie

22 Ook stoßen en laufen krijgen een Umlaut
opmerking 2 Ook stoßen en laufen krijgen een Umlaut STAM uitgang ich stoß e du stöß t er sie es wir en ihr Sie STAM uitgang ich lauf e du läuf st er t sie es wir en ihr Sie


Download ppt "Vervoeging Zwakke en sterke werkwoorden o.t.t. voltooid deelwoord."

Verwante presentaties


Ads door Google