Present Simple Tegenwoordige Tijd.  Om aan te geven dat iets nu een gewoonte is. Er zijn een aantal woorden die aangeven dat het om een gewoonte gaat.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Grammar Chapter 4 – G1 What en Which.
Advertisements

Grammatica Unit 2 HD 2.1 t/m 2.7.
PAST SIMPLE (VERLEDEN TIJD)
Voltooid tegenwoordige tijd
Voorbeeld: I walk He walks You walk She walks
Grammar Chapter 1-G3 Vragen.
You do remember, don’t you?
Grammar Chapter 6 G 1 De Passive.
The English Tenses Alles op een rijtje.
Grammar. When : wanneer, op het moment dat : The doctor said I had to take these pills when I wake up. If : als, voorwaarde : The doctor said I had to.
Instructie grammatica
In het Nederlands antwoord je vaak heel kort:
Present simple Unit 1, lesson 1. Jij loopt elke dag naar school. You walk to school every day. Duncan loopt elke dag naar school. Duncan walks to school.
Everything you need to know for your test in the test week!
ONREGELMATIGE WERKWOORDEN
Interrogative sentences
Hulpwerkwoorden can must may etc.
Grammar Unit 1.
Present simple & continuous
Woordvolgorde met woorden van tijd
In deze powerpoint vind je basis-grammatica: zaken die je na 3 onderbouwjaren eigenlijk niet onbekend voor mogen komen. Klik op een van onderstaande onderwerpen.
Simple en continuous tenses Met of zonder –ing. Alle tijden kun je in het Engels met of zonder –ing-form maken: I sleep… I slept… I had slept… I will sleep…
Chapter 5 Hit the road Grammar Stepping Stones 2 kgt.
Vragen stellen Vormen van ‘to be’ kunnen de enige werkwoorden in de vraagzin zijn. Ben ik je beste vriend? Am I your best friend?
Lesson 2 PPTs komen op: Extra English Lesson 2 PPTs komen op:
Herhaling hoofdstuk 3 A. Wat is de Past Simple?
Definities: Present Simple en Past Simple
Vorige keer: Verleden tijd: (To be) I am in London. I was in London.
Grammar 4.1: Present Simple
Grammar 4.2 Will, shall & to be going to
All Right 3hv Unit 1 Grammar 4.1
Present Simple & Present Continuous
The future  vorm 1: een voorspelling doen  Will + hele ww : I will see you soon  Let op: will + not = won't  Shall + hele ww: Shall I help you? 
De aktieve tijd Nehalennia VMBO 2 M. Jeras.  I sit in the classroom  Of:  I am sitting in the classroom.
Question tags.
Present Simple Tegenwoordige Tijd.
Allesvoorengels.nl. 1. Hoe maak je vragen in de Past Simple? 2. Oefeningen 3. Samenvatting allesvoorengels.nl.
Ontkenningen in de Past Simple
Vragende/ontkennende zinnen. 1.Met behulp van to do Betalen wij de rekening? Do we pay the bill? Wij betalen de rekening niet. We do not pay the bill.
Future met will Gebruik je om te zeggen dat iets in de toekomst zal gaan gebeuren. Je gebruikt will als je voorspellingen doet zonder dat je daar bewijs.
Present Simple >< Present Continuous
Allesvoorengels.nl. 1. Wat betekenen aangeplakte vragen? 2. Aangeplakte vragen na am, is, are, can, could, will, have 3. Aangeplakte vragen na andere.
Allesvoorengels.nl. 1. Wat betekenen de werkwoorden (to) be en can? 2. Hoe maak je korte antwoorden met (to) be en can? 3. Oefeningen allesvoorengels.nl.
Present perfect Voltooid tegenwoordige tijd. Bevestigende zinnen De present perfect bestaat uit have / has + voltooid deelwoord. I, you, we, they have.
Grammar – period 2.
Ontwerpen Naam auteur(s) Drs. Nadine Kim de Boer Vakgebied Engels
De Onvoltooid Verleden Tijd
Bijwoorden van tijd allesvoorengels.nl.
ABILITY = IN STAAT ZIJN.
Present Simple (t.t.) allesvoorengels.nl.
This is my brother. He lives in London.
Ontkenningen in de Present Simple (t.t.)
Simple en continuous tenses
Present simple Grammar.
Woordvolgorde in Engelse bevestigende en vragende zinnen.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
Present Perfect (resultaat belangrijk)
Betrekkelijk voornaamwoorden
Vragen in de Present Simple (t.t.)
Hulpwerkwoorden Hoofdwerkwoorden vs hulpwerkwoorden
Grammar in a Nutshell Skills 1.
New Interface Grammar: Unit 1.
Chapter 1 Body and mind Grammar Stepping Stones 3gt
NEW INTERFACE UNIT 2 : GRAMMAR
Chapter 3 Who dares? Grammar Stepping Stones 3 havo
Chapter 2 What’s up? Grammar Stepping Stones 2 t/hv.
Present Perfect Wat is de present perfect?
Chapter 1 Looking back Grammar Stepping Stones 2 t/hv.
Voltooid tegenwoordige tijd
Hoe maak je zinnen vragend in het Engels.
Transcript van de presentatie:

Present Simple Tegenwoordige Tijd

 Om aan te geven dat iets nu een gewoonte is. Er zijn een aantal woorden die aangeven dat het om een gewoonte gaat zoals: "always, usually, never, every day" enz.  I walk to school every day. (gewoonte)

 Om aan te geven dat iets een feit is.  The sun rises in the east. (feit)

 I / You / We / They-> Hele werkwoord  He / She / It-> Hele werkwoord + (e)s  I walk  He walks Shit-Regel: Bij She, He en It komt er een S achter het ww.

Vragen kunnen beginnen met:  Who, Whose, What, Which, Where, When, Why, How  Am, Are, Is, Was, Were  Can, Could  Hulp ww: Do, Does, Did, Have, had, Shall, will, should, would, May

 De “S” uit de shit-regel mag maar 1x gebruikt worden.  He calls you every day.  Does he call you every day?

 De “S” uit de shit-regel mag maar 1x gebruikt worden.  He calls you every day.  Does he call you every day?  He doesn’t call you every day?