Middelengebruik bij jongeren in het speciaal onderwijs en in de residentiële jeugdzorg: de rol van individuele factoren, ouders en vrienden Annelies Kepper Karin Monshouwer Wilma Vollebergh
Achtergrond Jongeren in de rec-4 scholen van het voortgezet speciaal onderwijs (Rec-4) worden gekenmerkt door ernstige gedragsproblemen en psychiatrische problematiek waardoor zij niet in het regulier onderwijs terecht kunnen Jongeren die wonen in een residentiële jeugdzorginstelling (RJZ) worden ook door gedragsproblemen getypeerd. Daarnaast heeft deze groep veelal een problematische familie achtergrond
Achtergrond Uit een eerder studie bleek dat deze jongeren ook een verhoogd risico hebben op het gebruik van sigaretten, alcohol en drugs (Kepper et al., 2011)
Achtergrond Zo is bijvoorbeeld 22% van de 12 – 13 jarigen in de RJZ en 16% in het Rec-4 een dagelijks roker, terwijl dit maar 1% is in het regulier onderwijs
Achtergrond Weinig is bekend over de factoren die deze verschillen in middelengebruik verklaren In deze studie wordt gekeken naar drie verschillende risicofactoren die het hoge middelengebruik in de RJZ/Rec-4 kunnen verklaren: individuele, familie en peer factoren
Achtergrond We vergeleken prevalenties van middelengebruik en prevalenties van gerelateerde risicofactoren van jongeren in de RJZ/Rec-4 met een vergelijkingsgroep van jongeren in het praktijkonderwijs (PRO) en leerwegondersteunend onderwijs (LWOO)
Achtergrond Onderzoeksvragen 1.Rapporteren jongeren in RJZ/Rec-4 meer individuele, familie en peer risico factoren dan jongeren in PRO/LWOO? 2.Verklaren deze verschillen het verhoogde risico op middelengebruik in RJZ/Rec-4? 3.Welke factor (individueel, familie of peer) heeft de grootste invloed op het verklaren van middelengebruik in RJZ/Rec- 4?
Methoden
Methoden Dataverzameling en onderzoeksgroep najaar 2008 zelfrapportage in klassen of woonkamers leeftijd jaar RJZ: N=531 (M age = 14.7 / 50% jongen) Rec-4: N=603 (M age = 14.1 / 81% jongen) LWOO/PRO: N=1.905 (M age = 14.1 / 56% jongen)
Methoden Middelengebruik Dagelijks roken van sigaretten Fors wekelijks alcohol gebruik (meer dan 10 alcoholische drankjes voor jongens en meer dan 8 voor meisjes) Ooit gebruik van cannabis Ooit gebruik van hard drugs (ecstasy, cocaïne, amfetamine, paddo's, GHB, LSD, heroïne)
Methoden Individuele factoren: Internaliserende problemen (SDQ) Externaliserende problemen (SDQ) Temperament: (EATQ-R) Sensatie zoeken Impulsiviteit
Methoden Familie factoren: Gebroken gezin Moeizaam of geen contact met ouders
Methoden Peers: Het hebben van (veel) vrienden die middelen gebruiken of wel eens in aanraking zijn geweest met geweldpleging, diefstal of vernieling
Resultaten
Onderzoeksvraag 1: Rapporteren jongeren in RJZ/Rec-4 meer individuele, familie en peer risico factoren dan jongeren in PRO/LWOO?
Resultaten Verschil in middelengebruik %
Resultaten Verschil in individuele risico factoren %
Resultaten Verschil in familie risico factoren %
%
%
Resultaten Verschil in peer risico factoren %
Resultaten Onderzoeksvraag 2: Verklaren deze verschillen het verhoogde risico op middelengebruik in RJZ/Rec-4?
Tabel 1. Multivariate associatie tussen groep and middelengebruik, odds ratio OR Dagelijks roken Model 1 (gecontroleerd voor leeftijd, sekse en etnische achtergrond) OR95% BI PRO/LWOO (vergelijkingsgroep) 1.00 Rec *2.52 – 4.65 RJZ 6.23*4.72 – 8.24 *p<.001 Model 2 (model 1 gecontroleerd voor verschil in individuele, familie and peer factoren) OR95% CI PRO/LWOO (vergelijkingsgroep) 1.00 Rec *1.51 – 2.91 RJZ 3.11*2.22 – 4.37 *p<.001 Resultaten
Tabel 2. Multivariate associatie tussen risico groep and middelengebruik, odds ratio OR Fors wekelijks alcohol gebruik Model 1 (gecontroleerd voor leeftijd, sekse en etnische achtergrond) OR95% BI PRO/LWOO (vergelijkingsgroep) 1.00 Rec *1.65 – 3.11 RJZ 2.27*1.41 – 2.71 *p<.001 Model 2 (model 1 gecontroleerd voor verschil in individuele, familie and peer factoren) OR95% CI PRO/LWOO (vergelijkingsgroep) 1.00 Rec – 1.45 RJZ – 1.25 *p<.001 Resultaten
Tabel 3. Multivariate associatie tussen groep and middelengebruik, odds ratio OR Cannabis gebruik Model 1 (gecontroleerd voor leeftijd, sekse en etnische achtergrond) OR95% BI PRO/LWOO (vergelijkingsgroep) 1.00 Rec *3.11 – 5.45 RJZ 8.71*6.75 – *p<.001 Model 2 (model 1 gecontroleerd voor verschil in individuele, familie and peer factoren) OR95% CI PRO/LWOO (vergelijkingsgroep) 1.00 Rec *1.77 – 3.18 RJZ 3.81*2.78 – 5.23 *p<.001 Resultaten
Tabel 4. Multivariate associatie tussen groep and middelengebruik, odds ratio OR Harddrugs gebruik Model 1 (gecontroleerd voor leeftijd, sekse en etnische achtergrond) OR95% BI PRO/LWOO (vergelijkingsgroep) 1.00 Rec ***1.51 – 2.63 RJZ 2.69***2.04 – 3.56 ***p<.001 Model 2 (model 1 gecontroleerd voor verschil in individuele, familie and peer factoren) OR95% CI PRO/LWOO (vergelijkingsgroep) 1.00 Rec *1.01 – 1.88 RJZ 1.48*1.04 – 2.11 *p<.05 Resultaten
Onderzoeksvraag 3: Welke factor (individueel, familie of peer) heeft de grootste invloed op het verklaren van middelengebruik in RJZ/Rec-4? Voorbeeld: cannabis gebruik
Tabel 5. Multivariate associatie tussen groep and middelengebruik, odds ratio OR Cannabis gebruik Model 1 (gecontroleerd voor leeftijd, sekse en etnische achtergrond) OR95% BI PRO/LWOO (vergelijkingsgroep) 1.00 Rec *3.11 – 5.45 RJZ 8.71*6.75 – *p<.001 Model 2 (model 1 gecontroleerd voor verschil in individuele factoren) OR95% CI PRO/LWOO (vergelijkingsgroep) 1.00 Rec *2.80 – 4.85 RJZ 7.94*5.84 – 9.98 *p<.001 Resultaten
Tabel 6. Multivariate associatie tussen groep and middelengebruik, odds ratio OR Cannabis gebruik Model 1 (gecontroleerd voor leeftijd, sekse en etnische achtergrond) OR95% BI PRO/LWOO (vergelijkingsgroep) 1.00 Rec *3.11 – 5.45 RJZ 8.71*6.75 – *p<.001 Model 2 (model 1 gecontroleerd voor verschil in familie factoren) OR95% CI PRO/LWOO (vergelijkingsgroep) 1.00 Rec *2.65 – 4.66 RJZ 6.33*4.81 – 8.33 *p<.001 Resultaten
Tabel 7. Multivariate associatie tussen groep and middelengebruik, odds ratio OR Cannabis gebruik Model 1 (gecontroleerd voor leeftijd, sekse en etnische achtergrond) OR95% BI PRO/LWOO (vergelijkingsgroep) 1.00 Rec *3.11 – 5.45 RJZ 8.71*6.75 – *p<.001 Model 2 (model 1 gecontroleerd voor verschil in peer factoren) OR95% CI PRO/LWOO (vergelijkingsgroep) 1.00 Rec *1.91 – 3.41 RJZ 4.33*3.24 – 5.90 *p<.001 Resultaten
Conclusie Deze studie vond verschillen in individuele, familie and peer factoren tussen adolescenten in RJZ/Rec-4 and PRO/LWOO Deze verschillen verklaarden voor een deel het risico op middelengebruik bij jongeren in RJZ/Rec-4 Het hebben van veel deviante vrienden verklaarde het grootste deel van de verschillen in middelengebruik tussen de groepen
Discussie peer invloeden in de instellingen of op de scholen: pressure, imitatie het selecteren van deviante door vrienden door jongeren die al deviant gedrag vertonen
Discussie Alleen de associatie tussen fors wekelijks alcohol gebruik en RJZ/Rec-4 werd volledig verklaard door het controleren voor de risico factoren De verhoogde kans op dagelijks roken, cannabis en harddrugsgebruik bleef ook in het gecontroleerde model significant en hoog Meer en andere factoren dienen te worden onderzocht!
Vervolg Momenteel werken we aan studies gericht op het longitudinale deel van Explore (vier metingen in totaal) In de toekomst meer informatie over de progressie van en prospectieve verklaringen voor het middelengebruik in de groepen
Middelengebruik bij jongeren in het speciaal onderwijs en in de residentiële jeugdzorg Vragen / Opmerkingen Bedankt voor uw aandacht