Paragraaf 3 Opkomst van machtige vorsten Een nieuwe tijd begint Paragraaf 3 Opkomst van machtige vorsten
Le Ancien Régime (1660-1789) Frankrijk als het middelpunt van Europa 1700 1720 1740 1760 1780 1800 1820 1840 1860 1880 Le Ancien Régime (1660-1789) Frankrijk als het middelpunt van Europa De Franse koningen centraliseren de macht in hun land Lodewijk XIV laat hiertoe speciaal Versailles bouwen Andere Europese hoven (lees: vorsten) volgen zijn voorbeeld Verdere Franse (culturele) invloed Frans wordt de voertaal van de Europese elite en alles wat daarbij wil horen Franse kunst is zeer invloedrijk
Lodewijk XIV Als Apollo Als de zonnekoning Als Willem III
Versailles
Vorst en Steden spannen samen Hoe kon de vorst de macht nu centraliseren? Ten eerste ging deze met de steden samenwerken Waarom? Beide hadden belang de macht van de edelen te breken Zo werden de steden loyaal aan de vorst en verloren de edelen hun machtsbasis: het land Ten tweede kreeg de adel andere functies toebedeeld Enerzijds hadden zij geen keuze (zie boven) Anderzijds leverde dit hen ook op Als bestuurder van provincies of in de legerleiding Ten derde kwam er meer belasting binnen Via de steden én door werk van nieuw aangestelde ambtenaren (adel)
1700 1720 1740 1760 1780 1800 1820 1840 1860 1880 Uitbouw van de macht Macht kon een vorst in verschillende gradaties hebben Zijn macht kon absoluut zijn of in meerdere of mindere mate gedeeld worden met steden of andere machtige families Soms zat een vorst alleen bij gratie steden en/of andere edelen In sommige landen was de macht van de vorst inderdaad absoluut Deze bestuurswijze heette het absolutisme Een absoluut vorst had alle macht in handen de overtuiging dat hij de macht van God had gekregen Dus hoefde/hield met niemand rekening Onder andere Frankrijk, Pruisen, Rusland en Oostenrijk kende een absoluut vorst
Niet overal ……. Niet alle staten werden absoluut geregeerd De Nederlanden werden een Republiek (net als Zwitserland) eind 16e eeuw En in Engeland was de macht van de vorst sterk uitgehold door het parlement; m.a.w. deze had weinig in te brengen in het bestuur
Huiswerk HB, lees Lodewijk XIV(p. 16) Bedenk twee voorbeelden van Franse invloed buiten haar landsgrenzen, die niet al in het boek worden genoemd Schrijf deze in je schrift