De twintigte eeuw 1900 – 1919.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Liberalisme voor de rijken en Socialisme voor de arbeiders
Advertisements

Gelijkheid voor iedereen
Do’s and Don’ts presentaties
NL na 1945: Sober en spaarzaam
Kiesrecht Schoolstrijd/ Pacificatie Verzuiling
Politieke organisaties in de 19de en 20ste eeuw
Hoofdstuk 6 Democratisering
Liberalen, socialisten confessionelen
Paragraaf 5.4 De strijd om de school.
Arbeiders komen op voor hun rechten.
Over het arbeidersklasse in Nederland
Uitleg bij 82-89, historische vaardigheden
Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland
Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland
Ontstaan en ontwikkeling van een politieke stroming
19de eeuw (5.1) Vanaf 1870 beheersen 3 kwesties de Nederlandse politiek -kiesrechtstrijd -sociale kwestie -schoolstrijd Rond die 3 kwesties vindt in Nederland.
Paragraaf 2: Socialistische ideeën
Historisch overzicht Nederland
Geen vrouwen in de politiek
Verzuiling en ontzuiling in Nederland
§1 Nederland verzuilt.
H2 Politieke stromingen
Geschiedenis Module 7 par 1 t/m 2.
De staatsinrichting van Nederland.
Paragraaf 1.2 Bestuur en cultuur.
Paragraaf 3: kerk en school
Hoofdstuk 2. Recht op een stem
H8 Burgers en stoommachines §8.4 De emancipatiebewegingen Wat moet je weten aan het eind van de les Wat emanciperen is Waarom emancipatie mogelijk was.
Staatsinrichting, Paragraaf 2
Vrijheid en democratie Democratisering in Nederland
Staatsinrichting van Nederland
Politieke partijen en stromingen tot 1940
Wat moet je weten aan het einde van de les?
Par 8 Opkomst van politieke partijen in de 19e eeuw
Op weg naar een eerlijker bestuur
Wat moet je weten aan het eind van de les?
 Industriële revolutie Uitleg  Periode waarin de landbouw voor de meeste mensen in Europa als belangrijkste middel van bestaan verdrongen werd door.
Nederland verzuild en verzorgd Par 1
-Scheiding der machten -Gekozen parlement -Verlichte ideeën
Tijdvak 8: de negentiende eeuw - de industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving - discussies over de.
Koning Willem II Zoon van de krachtdadige Willem I Was in 1848 bang zijn koningschap te verliezen Werd in één nacht liberaal Stemde in met de liberale.
Tijdvak 8: de negentiende eeuw
Politieke stromingen De liberalen
Politieke stromingen De confessionelen
De sociale kwestie = het sociale probleem (dat ontstaat door de IR)
Waarom stemde de Nederlanders, voor WOII, niet op de NSB
H3 Democratie in de 20 e eeuw Hoe hebben de rechtsstaat en parlementaire democratie zich ontwikkeld tussen 1920 en 1980?
H10.2 Feminisme en socialisme
Hoofdstuk 5: Wacht op onze daden! Wat hebben de Katholieken, Protestanten, Socialisten en vrouwen bereikt?
Hoofdstuk 5: Burgers en Stoommachines
Staatsinrichting van Nederland (deel 1)
Tijd van burgers en stoommachines 1800 – 1900
Burgers en stoommachines 4.3 Politieke stromingen
Tijd van burgers en stoommachines
Burgers en stoommachines 5.2 De sociale kwestie
De Grondwet van 1848.
de tijd van burgers en stoommachines
Burgers en stoommachines 4.3 Politieke stromingen - Ismen
Paragraaf 10.3 ‘Naar de verzuilde samenleving’
GESCHIEDENIS LES 2 STAP VOOR STAP VOORUIT
Welke koning ondertekende de grondwetswijziging van Thorbecke?
1.4 SOCIALISTEN EN FEMINISTEN
Politieke stromingen 2.1 t/m 2.3.
Welke koning ondertekende de grondwetswijziging van Thorbecke?
§3.3 De sociale kwestie In deze presentatie leer je over:
Geschiedenis van de parlementaire democratie in Nederland
§3.4 Politieke stromingen
De slimste mens.
Ter voorbereiding op de toets van as. woensdag.
§2.3 De sociale kwestie In deze presentatie leer je over:
Transcript van de presentatie:

De twintigte eeuw 1900 – 1919

Situatie rond 1900 Optimisme bij begin van nieuwe eeuw Nieuwe uitvindingen Sociale wetten Opkomend nationalisme Opkomend socialisme 1e Feministische golf De verzuiling komt eraan Industrialisatie zet door

Nieuwe uitvindingen rond 1900 Nieuwe uitvindingen luiden vernieuwing in: Grammofoon / bioscoop Elektricitei Telefoon Waterleiding Luchtvaart Betere medische zorg

Sociale wetten rond 1900 Woningwet: verbeterde woonsituatie arbeiders Ongevallenwet: zorgde voor uitkering na ongeval Leerplichtwet: voor kinderen 6-12 jr.

Opkomend nationalisme Mensen willen dat hun land groot en sterk wordt door de nieuwe uitvindingen en de industrialisatie Dan ook nationalisme in Ned. Indië Ook opkomst Joods nationalisme = zionisme Door nationalisme ook militairisme Militarisme leidt tot bedreiging en bondgenootschappen

Opkomend socialisme De strijd voor betere arbeidsomstandigheden voor arbeiders, de 8-urendag en het stemrecht neemt toe. Socialisten demonsteren Belangrijke leiders; Domela Nieuwenhuis en Troelstra Ook vrouwen strijden mee voor kiesrecht

Revolutie Ferdinand Domela Nieuwenhuis eerste socialist in de Tweede Kamer, hij wil een revolutie als er te weinig voor de arbeiders wordt gedaan. Pieter Jelles Troelstra vond een revolutie te ver gaan en richt de SDAP op In 1918 riep Troelstra na onrust in Europa toch de revolutie uit maar er was te weinig steun en Troelstra moest toegeven dat een revolutie niet de manier was om de positie van de arbeiders te verbeteren.

Ferdinand Domela Nieuwenhuis Pieter Jelles Troelstra

Samen sterk! Arbeiders die protesteren tegen lage lonen of slechte werkomstandigheden kregen vaak ontslag Samenwerking tussen arbeiders in vakbonden maakte een protest sterker Vakbonden zorgden voor stakingsuitkering en ziekte uitkering Eerste moderne vakbond: Algemene Nederlandse Diamantwerkers Bond (ANDB) Huidige vakbonden FNV en CNV

Sociale kwestie Sociale kwestie: discussie over wat er moest worden gedaan aan de slechte leef- en arbeidsomstandigheden van arbeiders eind 19e en begin 20e eeuw Sociale wetten om het leven van arbeiders te verbeteren Verbod op kinderarbeid Leerplicht Woning wetten Veiligheidswet Arbeidsduurwet

Vrije Vrouwenvereniging (VVV) o. l. v Vrije Vrouwenvereniging (VVV) o.l.v. Wilhelmina Drucker streefde naar meer politieke invloed van vrouwen Vereniging voor Vrouwenkiesrecht (VvVK 1893) met als voorzitter vanaf 1903 Aletta Jacobs Vanaf 1919 actief kiesrecht voor vrouwen

De verzuiling Door de grondwet van 1848 konden allerlei partijen zich ontwikkelen. Nederland raakte verdeeld in Katholiek, Portestant, Socialistisch en Liberaal Er waren veel tegenstellingen, er was nauwelijks samenwerking

De katholieke zuil Streeft naar gelijke rechten voor katholieken Bijbel is uitgangspunt Grote gezinnen Houden van pracht en praal Schoolstrijd Leider: Herman Schaepman Partij: R.K. Staatspartij

De protestantse zuil Bijbel is uitgangspunt Zondagsrust Houden van soberheid Schoolstrijd Leider: Abraham Kuyper Partij: ARP Partij voor de ‘kleine luyden’ Trots op proestants koningshuis

De liberale / neutrale zuil Niet godsdienstig Overheid hoeft zich nergens mee te bemoeien Partij voor de rijken Kinderen gaan naar openbare school Leider: Thorbecke Partij: Liberale Unie = nu VVD