De industrialisatie van het westen Hoofdstuk 5
Tijdvak 8: Tijd van burgers en stoommachines Industriele revolutie: Ca. 1800-1900 Kenmerkende aspecten: Industriele Revolutie legt de basis voor de Industriele samenleving Opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: Liberalisme, socialisme, confessionalisme, etc. Democratisering, steeds meer mannen en vrouwen hebben invloed op de politiek (kiesrecht). Opkomst van emancipatiebewegingen Discussies over de sociale kwestie Het Modern Imperialisme en het verband met Industrialisatie
Het ontstaan van een industriele samenleving Vanaf ca. 1750 worden er veel uitvindingen gedaan: Industriële revolutie Revolutie misleidende naam: geleidelijk proces Europese landen veranderen van een agrarische naar een industriële samenleving. Samenleving waarin merendeel van productie in fabrieken plaatsvind. Eerst Engeland, dan Belgie en pas ca. 1870 NL NL was laat, want profiteerde nog van koloniale handel Veel arbeiders verhuisden naar steden voor werk
Industrielandschap
Gebruik van arbeid In de industrie nemen nieuwe stoommachines het werk van mensen over: mechanisatie Nog veel vraag naar arbeiders Arbeiders moeten machines bedienen Arbeidsdeling: aan lopende band deel van proces. Massaproductie mogelijk Snel en goedkoop produceren Makkelijk spullen vervangen/repareren Nadelen massaproductie Verdwijnen nijverheid en ambachtslieden Groei kinderarbeid
Kinderarbeid
Kinderarbeid
Kinderarbeid
Kinderarbeid
Kinderarbeid Grote toename kinderarbeid door: Weerstand groeit na 1850 Kinderen kunnen overal bij, kleine vingers Goedkopere arbeidskrachten Gezinnen hebben geld hard nodig Weerstand groeit na 1850 Samuel van Houten: liberale politicus Kinderwetje van van Houten (1874) Kinderen tot 12 jaar mochten niet werken, BEHALVE in het huishouden en op het land http://www.youtube.com/watch?v=4HPKIvNy hAA
Gebruik van natuur Tot de industrialisatie werk met spierkracht Alternatieven: turf, waterkracht, hout Door industrialisatie nieuwe energiebronnen: Stoom: verbranding van hout en steenkool, opgewekt door de stoommachine (1770, Watt) Steenkool: mijnbouw wordt uitgebreid Aardolie: brandstoffen voor voertuigen Electriciteit: Dynamo kan grote hoeveelheden energie opwekken lampen voor mijnbouw en gloeilamp Philips : massaproductie gloeilamp
Gebruik van techniek Tussen 1800 veel nieuwe uitvindingen op gebied van: Communicatie Massamedia en amusement Vervoer Opdracht: maak een schematisch overzicht van de uitvindingen, waarin je verwerkt: Uitvinding Bedenker Jaartal Plaats deze uitvindingen in de hierboven genoemde categorieën
Verandering in het kapitalisme Kapitalisme: streven naar winst in een vrijemarkteconomie Tot de 19e eeuw vooral handelskapitalisme Handelskapitalisme = ... Bedrijven in die tijd waren vooral: Handels- en nijverheidsbedrijven Landbouwbedrijven, bezit van grootgrondbezitters Vanaf ca. 1870 ontstaat industrieel kapitalisme. Kenmerken: Fabrieken en mijnen belangrijkste bedrijven Productie komt in handen van grootindustrielen Ontstaan van NV’s (Naamloze Vennootschappen)
Veranderingen in gelaagdheid Tot 1800 was de Europese samenleving verdeel in Standen. Drie lagen: Zeer kleine rijke bovenlaag: adel, rijke kooplieden, gegoede burgerij Kleine middenlaag: kleine burgerij, winkeliers Grote arme onderlaag: boeren, arbeiders Door Industrieel kapitalisme verandering: Nieuwe groep van rijke kapitalisten: fabrikanten Middenlaag breidde zich uit: administratie Fabrieksarbeiders werd grootste bevolkingsgroep
Sociale mobiliteit In middenklasse veel veranderingen: Door administratie en toezicht meer beter betaald werk Dienstensector breidt zich uit: verrichten diensten zoals docenten, politie, chauffeurs, etc. De best betaalde beroepen in dienstensector behoren tot bovenlaag (advocaat, arts) Sociale mobiliteit: mate waarin je door je handelen van sociale laag kunt veranderen Minder duidelijke indeling in lagen door nieuwe beroepen: Sociale mobiliteit neemt…
Bevolkingsgroei Productie in de landbouw neemt toe door: Mechanisering in landbouw Uitvinding kunstmest agrarische revolutie: productie van meer en gevarieerder voedsel Vooruitgang in geneeskunde Bestrijden van ziekteverwekkers: penicilline, inenting Verbeterde hygiëne: steriliseren/pasteuriseren Bevolkingsgroei Meer vraag naar producten Vraag naar snellere productie -> industrialisatie Veel aanbod arbeiders: lage lonen, weinig rechten
Urbanisatie Door bevolkingsgroei en migratie naar de stad ontstaat urbanisatie Steden raken vol: 50% bevolking woont in steden Slechte hygiëne door weinig/geen riolering In de loop van de 19e eeuw verbetering: Riolering en waterleiding Politie zorgt voor veiligheid Openbaar vervoer en straatverlichting Meer scholen, ziekenhuizen en bibliotheken Uitgaansmogelijkheiden en vrijetijdsactiviteiten
Sociale kwestie Industrialisatie: armoede voor arbeiders Sociale kwestie: vraagstuk wat hieraan kon en moest worden gedaan In hoeverre moet de overheid ingrijpen? Liberalen: vrije markt: overheid grijpt niet in Radicale liberalen: omstandigheden arbeiders verbeteren om economie te stimuleren Conservatieve liberalen: overheid grijpt niet in Confessionelen: God heeft het zo gewild Confessionele partijen ontstonden: beperkt ingrijpen Socialisten: Opkomen voor rechten arbeiders
Langzame verbetering Regering: Vakbonden Socialistische partijen: SDAP Kinderwetje van van Houten Wetten om werktijden te beperken Later ook gezondheidszorg en onderwijs Vakbonden Opgericht door arbeiders om op te komen voor belangen van arbeiders Eerst werden ze verboden en wilden fabrikanten er niet mee samenwerken, maar steeds meer invloed Socialistische partijen: SDAP
Modern Imperialisme Modern imperialisme: Europese landen veroverden landen om wereldrijk te stichten. Motieven: Politieke motieven: Meer koloniën is kenmerk van macht. Nationalisme: trots om wereldrijk Economische motieven: Grondstoffen Afzetmarkt Culturele motieven Christendom verspreiden White Man’s Burden: ‘’beschaving’’ brengen
White Man’s Burden
Tijdvak 8: Tijd van burgers en stoommachines Industriele revolutie: Ca. 1800-1900 Kenmerkende aspecten: Industriele Revolutie legt de basis voor de Industriele samenleving Opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: Liberalisme, socialisme, confessionalisme, etc. Democratisering, steeds meer mannen en vrouwen hebben invloed op de politiek (kiesrecht). Opkomst van emancipatiebewegingen Discussies over de sociale kwestie Het Modern Imperialisme en het verband met Industrialisatie