Inkomstenbelasting en belasting op vermogen
Box 1 Box 2 Box 3 Vennootschapsbelasting Inkomstenbelasting Schijventarief 20% over de eerste €200000 winst. 25% over de rest van de winst. Box 1 Box 2 Belasting op vermogen 30% belasting van 4% van je gemiddeld vermogen. Box 3
Stappenplan berekenen van de inkomstenbelasting. Bereken het belastbaar inkomen. (Soms gegeven en soms ook niet) Stap 1 Bereken hoeveel belasting je moet betalen over je belastbare inkomen met behulp van de schijventarieven. Stap 2 Kijk goed of je nog recht hebt op heffingskortingen. Deze heffingskortingen mag je in mindering brengen van het in stap 2 berekende belastingbedrag. Stap 3
Box 1: Inkomstenbelasting Loon Eigenwoningforfait + De overheid gaat ervan uit, dat je een huis over een aantal jaren met winst kan verkopen. Dit ziet de overheid als inkomen. Daarom moet je als je een eigen huis hebt, (een percentage) van de WOZ-waarde van je huis bij je inkomen optellen, zodat je hierover nu al belasting gaat betalen. Aftrekposten - Hypotheekrente, reiskosten of giften aan goede doelen. Belastbaar inkomen Over dit bedrag moet je belasting betalen.
- - Voorbeeld Kees Gegevens: Loon € 42000 € 1435 + Aftrekposten Kees (38 jaar) is een brandweerman en verdient daarmee een loon van € 42000 per jaar. Kees heeft een woning met een WOZ-waarde van € 205000. Kees heeft een hypotheek van € 180000. Daarover betaalt hij 4,5% rente. Kees moet iedere dag met de trein naar zijn werk. Hij heeft daarom € 700 aan reiskosten als aftrekpost. Vraag: Bereken het belastbaar inkomen voor Kees. Loon € 42000 Eigenwoningforfait € 1435 + Aftrekposten Hypotheekaftrek Reiskosten - € 8100 € 700 - Belastbaar inkomen: € 34635 Berekening eigenwoningforfait: € 205000 : 100 x 0,70= € 1435 Berekening hypotheekaftrek: € 180000 : 100 x 4.5= € 8100
Stap 2: Schijventarief Schijf 3 42% Schijf 2 41,95% Schijf 1 33% Hoe hoger het berekende belastbare inkomen, hoe meer belasting je moet betalen. Daarnaast hebben we in Nederland een progressief belastingstelsel voor de inkomstenbelasting. Dit betekent dat naarmate je meer verdient het belastingpercentage hoger wordt. Hierdoor betalen rijkere Nederlanders in verhouding meer belasting. Inkomensverhoudingen tussen rijkere mensen en armere mensen worden hierdoor kleiner. Dit verschijnsel noem je ook wel met een moeilijk woord nivellering. Belastbaar inkomen: € 59000 Schijf 4 52% schijf Belastbaar inkomen % 1 De eerste 18628 33% 2 Vanaf 18628 t/m 33436 41,95% 3 Vanaf 33436 t/m 55694 42% 4 Vanaf 55694 52% € 55694 Schijf 3 42% € 33436 Schijf 2 41,95% € 18628 Schijf 1 33%
Voorbeeld Kees We hadden voor Kees de brandweerman een belastbaar inkomen van € 34635 berekent. Vraag: Bereken hoeveel Kees aan belasting moet betalen met behulp van de schijventarieven. Schijf Belastbaar inkomen % 1 De eerste € 18628 33 % 2 Vanaf € 18628 t/m € 33436 41,95 % 3 Vanaf € 33436 t/m € 55694 42% 4 Meer dan € 55694 52% Totaal te betalen belasting: € 6147 + € 6211 + € 503= € 12862 52% € 55694 € 34635 - € 33436 = € 1199 42% € 1199 : 100 x 42 = € 503 € 33436 € 33436 - € 18628=€ 14808 41,95% € 14808 : 100 x 41,95 =€ 6211 € 18628 33% € 18628 : 100 x 33= € 6147
Stap 3 heffingskortingen Iedereen heeft recht op een algemene heffingskorting van € 1987. Daarnaast heeft kees omdat (38 jaar) is en werkt recht op een arbeidskorting van € 1574. Te betalen belasting (schijven) € 12862 Algemene heffingskorting € 1987 - Arbeidskorting tot 57 jaar € 1574 - Te betalen belasting box 1 € 9307
Box 3: belasting op vermogen
Box 3: belasting op vermogen In deze box moet je belasting betalen op je gemiddelde vermogen. Maar makkelijker gezegd, moet je in deze box belasting betalen over je spaargeld en beleggingen. Over een gedeelte van je gemiddeld vermogen hoef je geen belasting te betalen. Het bedrag dat de overheid hiervoor heeft vastgesteld is € 21200. Gemiddeld Vermogen Heffingsvrij vermogen - Belastbaar vermogen De overheid denkt dat je 4% opbrengst kan verdienen over het belastbaar vermogen. Dus bereken 4 % van het belastbaar vermogen. Over deze 4% opbrengst, betaal je 30% belasting
Voorbeeld Kees Kees had op 1 Januari 2014 een vermogen van € 35000. Op 31 December 2014 had Kees een vermogen van € 38000. Vraag a : Bereken het gemiddelde vermogen van Kees. b : Bereken voor kees de te betalen belasting in box 3. a (€ 35000 + € 38000) = € 36500 2 b Gemiddeld vermogen € 36500 Heffingsvrij vermogen € 21200 - Belastbaar vermogen € 15300 4% opbrengst € 612 Of terwijl € 15300 : 100 x 4 = € 612 Hierover betaal je 30% belasting € 612 : 100 x 30= € 183 Te betalen belasting box 3: € 183