Leesvaardigheid Hoofdstuk 1 t/m 3 Onderwerp: Waar de tekst over gaat in een paar woorden. Hoofdgedachte In één zin vertellen waar de tekst over gaat. Wat wil de schrijver vertellen? - Lees de tekst, waar denk je dat die over gaat? - Kijk naar de inleiding en naar het slot, daar vind je meestal de hoofdgedachte V2 13 feb
Leesvaardigheid Hoofdstuk 1 t/m 3 Opbouw van een tekst: - inleiding - anekdote - korte samenvatting van wat gaat komen - aanleiding - middenstuk - alinea’s - deelonderwerp - kernzin: Lees de eerste, tweede en laatste zin van een alinea: waarin staat de belangrijkste informatie? kernzin - slot - samenvatting - conclusie - geen van beiden V2 13 feb
Tekstverbanden en signaalwoorden - opsommend: en, ook, Tekstdoelen - informeren - overtuigen - activeren Tekstverbanden en signaalwoorden - opsommend: en, ook, - tegenstellend: maar, echter, toch - vergelijkend: als, indien, - conclusie: dus Bron van een tekst: bij tijdschriften en kranten ook de datum erbij! V2 13 feb
- overtuigen/mening geven - activeren Tekstverbanden en signaalwoorden Tekstdoelen - informeren - overtuigen/mening geven - activeren Tekstverbanden en signaalwoorden - opsommend: en, ook, - tegenstellend: maar, echter, toch - vergelijkend: als, indien, - conclusie: dus Bron van een tekst: bij tijdschriften en kranten ook de datum erbij! V2 13 feb
HOOFDSTUK 4 T/M 6 Tekstverbanden en signaalwoorden - opsommend: en, ook, - tegenstellend: maar, echter, toch - vergelijkend: als, indien, - conclusie: dus - concluderend: dus - voorwaardelijk: als, indien - oorzakelijk door, doordat - redengevend: omdat V2 13 feb
Schema of samenvatting (H5) Informatieve teksten (H6) HOOFDSTUK 4 T/M 6 Schema of samenvatting (H5) Informatieve teksten (H6) V2 13 feb