Spelling d/t
Taart brand Bord kast Vertel aan je maatje om welke regel het in deze woorden gaat en bedenk samen nog 2 woorden met deze regel.
Als je aan het einde van een woord een /t/ hoort, moet je het woord langer maken. Dan hoor je of je een –d of een -t moet schrijven.
Onderwerp en doel van deze les: Samengestelde woorden, waarvan één woord eindigt op een /t/klank. Het lesdoel is dat jullie leren deze regel toe te passen bij samengestelde woorden.’
Bijvoorbeeld: braadpan “braad” en “pan” Aan het eind van braad hoor ik een /t/ Ik maak het woord langer, net als in hond. Braad – braden. Ik hoor nu een /d/ in braden, dus schrijf ik braad met een –d. braadpan
Nog een voorbeeld: Puntmuts Punt en muts aan het eind van punt hoor ik een /t/. Ik maak het woord langer, net als in hond. Punt - punten. Ik hoor nu een /t/ in punten, dus schrijf ik punt met een –t. puntmuts
Opdracht voor Dagmar, Anna, Deborah, Romeo, Kirsten, Hassan en Josca: Schrijf een kort verhaaltje of gedichtje waarin minimaal 4 samengestelde woorden voorkomen met een /t/ klank . Je mag samenwerken.
Opdracht voor Eric, Jesse en Laurens Bedenk minimaal 6 samengestelde woorden met een /t/ klank. Je mag samenwerken.
Vloerklee.. Han..doek Vierkan.. Straa..fees.. Denken - delen - uitwisselen Vloerklee.. Han..doek Vierkan.. Straa..fees.. Schrijf allemaal de woorden in je schrift en vul de ontbrekende –d of - t in. Bespreek met je maatje welke letters je hebt ingevuld en waarom. uitwisselen met de hele groep.
Vloerkleed Handdoek Vierkant Straatfeest