Paragraaf 1 De welvaart neemt toe
Wat moet je weten aan het einde van de les? Welk tijdvak er begint In welke periode dit tijdvak valt Wat er veranderde op het platteland en welke invloed deze veranderingen hadden Waarom er een geldeconomie kon ontstaan
Tijd van steden en staten TIJDVAK 4 Tijd van steden en staten Andere namen voor deze tijd: Hoge en Late Middeleeuwen Het pictogram: Op de achtergrond het interieur van een stedelijke kathedraal. Op de voorgrond een stadspoort, symbool van onafhankelijkheid van steden. Kerk en staat in de stad. Dit tijdvak hoort bij de MIDDELEEUWEN 500-1500
Wat hebben we tot nu toe gehad? Tijdvak Periode Tijd van jagers en boeren Tijd van Grieken en Romeinen Tijd van Monniken en Ridders Prehistorie tot 3000 v.C. Oudheid 3000 v.C. – 500 n. C. Middeleeuwen 500 – 1500 Soorten samenleving? Samenleving van jagers- verzamelaars Landbouwsamenleving Landbouw-stedelijkesamenleving
Voor het jaar 1000 gebruikte men een juk dat de adem van dieren afsneed Vanaf het jaar 1000 kwam het Arabisch halsjuk. De trekkracht van de dieren verbeterde. Daarnaast zorgde het gebruik van de ijzeren ploeg en hoefijzers voor verbeteringen
De voedselproductie groeide door het drieslagstelsel De grond wordt dan in drie stukken verdeeld.
Van de tiende eeuw mochten boeren van de heer woeste grond ontginnen
Door de groei van handel kwam er weer muntgeld Op markten verkochten boeren hun overschotten. Hiervoor kregen ze geld Er ontstond weer een geldeconomie Doordat de Vikingen niet meer aanvielen durfde men weer te handelen
Vaardigheid: Oorzaak - gevolg Zet de volgende oorzaken en gevolgen bij elkaar Voedselproductie stijgt Arabisch halsjuk Specialisatie& groei handel ijzeren ploeg Komst drieslagstelsel Meer vruchtbare grond
Vaardigheid: Oorzaak - gevolg Zet de volgende oorzaken en gevolgen bij elkaar Arabisch halsjuk Specialisatie& groei handel ijzeren ploeg Meer vruchtbare grond Komst drieslagstelsel Voedselproductie stijgt