VOORBEREIDING BEROEPS PRAKTIJKVORMING SCHOOLJAAR

Aequor Kennis en communicatiecentrum voedsel en leefomgeving Stagebedrijven moeten erkend zijn door Aequor Studenten moeten stage lopen bij een bedrijf dat geschikt is voor het betreffende niveau: het crebo-nummer moet juist zijn: 97053

Duur van de stage Voor studenten uit klas 3.1: 45 dagen ofwel 360 klokuren Voor studenten uit klas 4.1: 45 dagen ofwel 360 klokuren

Leerdoelen Voordat je begint met je stage, ga je al bedenken wat je bij jouw stagebedrijf graag wil leren. Je gaat een zogenaamd leerdoel formuleren. Gedurende de hele stage ga je hieraan werken. Door middel van je stageverslag laat je aan de docent zien op welke manier je aan deze leerdoelen gewerkt hebt. Je laat zien hoe jij je ontwikkeld hebt.

SMART Door doelen SMART te formuleren is de kans groter dat ze ook echt lukken!!! S  Specifiek M  Meetbaar A  Acceptabel R  Realistisch T  Tijdgebonden

Specifiek Wat wil ik bereiken? Wie zijn er bij betrokken? Waar ga ik het uitvoeren? Wanneer ga ik het doen? Waarom wil ik dit doel bereiken?

Meetbaar Wat is de startsituatie? Hoe zit het met mijn kennis of vaardigheid op dit moment? Wat zal de eindsituatie zijn? Wat kan ik of weet ik dan?

Acceptabel Past dit leerdoel binnen het stagebedrijf? Krijg ik hierbij de medewerking van het bedrijf? Vinden zij het zinvol?

Realistisch Kan ik dit doel echt bereiken? Is het niet te moeilijk of te makkelijk?

Tijdgebonden Wat is de startdatum? Wanneer moet ik mijn doel bereikt hebben?

S M A R T ??? ‘Ik wil een leuke en een leerzame stage’

S M A R T ??? ‘Ik wil graag leren om klantvriendelijk te worden.’

S M A R T ??? ‘Aan het einde van mijn stage ben ik in staat zelfstandig een telefoongesprek in het Engels te voeren.’

S M A R T ??? ‘Aan het einde van mijn stage ben ik in staat zelfstandig een verkoopgesprek te voeren met de klanten in de winkel, waarbij ik goed weet te achterhalen wat de klant wil, en in staat ben de benodigde informatie aan de klant te verstrekken.’

S M A R T ??? ‘Aan het einde van mijn stage kan ik van 5 verschillende vlooienmiddelen en 5 verschillende wormkuren uitleggen aan de klant waarom het middel gebruikt moet worden, hoe het middel moet worden toegediend, hoe vaak het middel moet worden toegediend, en waar de klant nog op moet letten.’

S M A R T ??? ‘Aan het eind van mijn stage kan ik van 10 verschillende dieetvoeders voor honden aan de klant uitleggen wat de samenstelling is, voor welke hond het voer wel of niet geschikt is, en kan ik de klant via een berekening laten zien wat het voer per dag voor zijn of haar hond kost.’