De koloniale relatie tussen Nederland(ers) en Nederlands-Indië Bestuur en verandering § 2.3 & 2.4
Het Cultuurstelsel en het dualistisch bestuursstelsel Gouverneur Van de Bosch introduceerde een dualistisch bestuursstelsel (zie schema) De Regenten waren leden van de hoge inheemse adel Zij vormden de schakel tussen het Nederlandse en het Inlandse (Inheemse) bestuur Zij konden in de praktijk doen wat zij wilden zolang er maar geleverd werd Hun positie was erfelijk gemaakt door de Nederlanders Hun inkomsten herendiensten & deel van de opbrengt van de oogst (inlands) Salaris en cultuur-procenten (van het koloniale bestuur)
Dualistisch bestuur
Nederlandse Ambtenaren en de inheemse bevolking Opzichters van de “plantage” Gericht op de goederenstroom Zeer kleine gemeenschap Weinig contact met de inheemse bevolking Zelfs overheidsadvies (1850) Omslag in 1850 Aantal opzichters nam toe Meer bemoeien met het inheemse bestuur Bescherming bevolking tegen uitbuiting Regenten langzaamaan meer uitvoerders Maar niet in de ogen van de bevolking
Culturele invloed In de steden trof men wel Indo-Europese cultuur aan (o.a. eten, drinken, kleding, taal, vrouwen) De Nederlandse overheid trachtte deze invloed te beperken door Poging koloniale elite te vernederlandsen Hoge ambtenaren diende een opleiding in Nederland te volgen Echter de ‘oudgasten’ hadden grote invloed op nieuwkomers, die zich bij de Indo-Europese cultuur aansloten Naar buiten toe gedroeg men zich Nederlands, maar thuis waren ze gewoon Indisch te kunnen doen Voor buitenstaanders was dit iets afstootwekkends
Afschaffing cultuurstelsel Zo’n succes, maar toch verlaten! Oorzaken: opkomst liberalisme; tegen gedwongen arbeid en voor handelsvrijheid; tegen leidende rol van de staat Ellende/humanitaire ramp op Java, doordat het stelsel leidde tot grote hongersnood (1845-1850) Eerste pas de regering het stelsel nog aan Verplichte werk werd verminderd Cultuurprocenten omlaag Striktere controle op de regenten
Afschaffing cultuurstelsel en de Nederlandse ondernemer Kritiek bleef toenemen Nederlandse ondernemers wilden zelf aan de slag De wil en het geld was er (i.t.t. begin 18e eeuw) Vanaf 1845 neemt het aantal ondernemers sterk toe In eerste instantie suikerplantages, daarna theeplantages Ook in de handel nam het aantal ondernemers toe en werd de positie van de NHM ondergraven Vanaf 1860 werd het cultuurstelsel opgeheven. In 1870 zij het stelsel en de NHM ter zielen! In 1870 werd de Agrarische wet geïntroduceerd Ondernemers hebben de vrije hand Beperking: men mocht geen land kopen, huren kon echter wel!